Preek op 05-07-2015, de 14e zondag door het jaar B, pastoor Frank Domen
CRÈCHE
openingswoord
Beste medegelovigen, welkom. Wij horen nogal eens verhalen waar wij vraagtekens bij hebben. Zou het waar zijn wat hij daar zegt? Of is hij aan het opscheppen?
Ik had vroeger een medestudent, die altijd zwaar overdreef. Als hij het had over hoe veel mensen er aanwezig waren, wist je, dat je er een paar nullen vanaf moest trekken. Dat zat je aardig in de buurt van de werkelijkheid.
Er is Eén Iemand, die wij altijd mogen geloven: Jezus Christus. Hij kan en weet alles. Als Hij iets zegt, dan is het ook zo. Als Hij zegt: Wie in Mij gelooft heeft eeuwig leven, hoeven wij daar niet aan te twijfelen.
Laten wij vandaag ons geloof en ons vertrouwen in Hem vernieuwen. Zeggen wij in de loop van de viering een keer, dat wij van Hem houden, Hem dankbaar zijn en vragen wij zijn zegen. Voor onszelf en voor onze familieleden. Vragen wij om meer geloof, hoop en liefde. Vragen wij dan ook wat aardse zegen: gezondheid, werk en vriendschap. In die volgorde. Dat is ware wijsheid. God houdt van ons, heel veel. Hij wil ons dat alles geven, maar het belangrijkste het eerste. In het Matteüsevangelie zegt Jezus Christus: “Maar zoekt eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid: dan zal dat alles u erbij gegeven worden” (Mat. 6,33).
openingsgebed
Laat ons bidden. Heer God, Gij hebt uw Zoon gezonden, die ons heeft toegesproken met de kracht van een profeet. Laat niet toe dat wij ongelovig zijn of opstandig. Leer ons de wonderen zien, die Hij onder ons verricht en geef ons de moed ook in eigen omgeving te getuigen van zijn boodschap. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon… . Amen.
kinderwoorddienst
preek
Broeders en zusters, wij weten, dat Jezus Christus de Zoon van God is, oppermachtig en alwetend, samen met de Vader en de heilige Geest. Zo iemand zou een dictator kunnen zijn. Maar Hij is gekomen als onze broeder, in alles aan ons gelijk, behalve in de zonde. Hij wil niet gediend worden, maar zelf dienen. Dat zien wij in zijn wonderen. En vooral aan het feit, dat Hij als een Offerlam aan het Kruis is gestorven om de vriendschap met God te herstellen, om de hemel weer open te maken.
En toch zien wij in het evangelie, dat niet iedereen blij met Hem is. Omdat Hij anders is als zij zich hadden voorgesteld. Je mag een idee hebben van hoe God is, maar je moet er niet verbaasd van staan als zijn werkelijk anders is. Want God is groter dan wij. In zijn wereld is geen haat, geen ruzie. Als je Gods wereld vergelijkt met die van ons, mag je er van uitgaan, dat God de dingen beter weet dan wij.
De inwoners van Jezus’ vaderstad, Nazaret, konden zich echter niet voorstellen, dat God zijn eeuwen geleden beloofde Messias, de Redder van heel het joodse volk, eerst jarenlang als timmerman zou laten werken. Maar waarom niet!? Zij wisten toch, dat hun koning David eerst herder was geweest. Ook de profeet Amos zei van zichzelf, dat hij eigenlijk veehoeder en vijgenkweker was, maar God had hem tot dit grote ambt geroepen.
Kijken wij naar Lourdes. Maria kiest Bernadette uit, een meisje van 14 jaar. En nog steeds komen er miljoenen mensen naar deze bedevaartplaats.
Wat zou het fijn zijn als God ook nu iemand zou uitkiezen, die wonderen kan doen. Dat de blinden zouden zien, de doven horen, de kankerpatiënten genezen. Al zou God de eenvoudigste parochiaan uitkiezen… als die wonderen maar gebeuren!
Ook Jezus en Johannes de Doper ervaarden, dat je het voor sommige mensen nooit goed doet. Johannes at en dronk niet. De mensen zeiden: Hij is van de duivel bezeten. Jezus at en dronk wel. En de mensen zeiden: Kijk, die gulzigaard en wijndrinker, die vriend van tollenaars en zondaars.
Zo gauw iets anders als sommige mensen het zich voorstellen, voelen zij zich aangevallen. Hun ideeën raken aan het wankelen. Nu, is dat nu zo erg? Waren al die ideeën dan zo geweldig, dat er aan geen enkele getornd mag worden? Als Jezus’ ideeën anders zijn als die van ons, beschouwen wij het dan als een verrassing! Zo van: Hé, zo kan het blijkbaar ook. God laat soms grote dingen gebeuren door eenvoudige mensen. Wij zijn gewend om voor bepaalde kwesties meteen een legertje wetenschappers te laten opdraven. Die zijn het soms onderling ook niet eens, maar goed. Wij hebben een wetenschappelijke verklaring. Maar voor wie Jezus volgt, kan het onmogelijke mogelijk worden. Wie met Jezus door het leven gaat, kan voor aangename verrassingen komen te staan.
Jezus gaf onderricht, zo eindigt het evangelie. En zo begint de eerste lezing. De profeet Ezechiël moet het Woord van God verkondigen. Ook de apostel Paulus spreekt over openbaringen, die hij van God heeft ontvangen en die hij moet doorgeven.
Ook jullie en ik, de leken en de priester, moeten mensen onderrichten in de leer van God. Voor mij is dat een dagtaak. Voor jullie geldt, dat jullie dat moeten doen waar het van pas komt. Als er bijvoorbeeld in een bepaald gezelschap wordt gezegd, dat wij met die en die persoon beter kunnen breken, mag je gerust – in liefde – zeggen, dat Jezus dat anders zou doen. Je zou op z’n minst voor iemand kunnen blijven bidden. En misschien dat mensen je dan vreemd aankijken. Laat ze maar kijken. Jezus zegt: Een profeet wordt overal geëerd, behalve in zijn eigen stad. Als dergelijke dingen Jezus overkomen, kunnen ze ons, zijn leerlingen, ook overkomen. Een leerling staat niet boven zijn meester.
Broeders en zusters, wij hebben verstand om over dingen na te denken. Wij hebben ons geweten ook. Maar onbedoeld schieten wij weleens tekort. Al is het maar door een gebrekkige kennis van zaken. Raadplegen wij daarom altijd ook Jezus Christus. In de bijbel. Bij het leergezag van de Kerk. En houden wij alle mogelijkheden open. Want God heeft veel meer mogelijkheden dan wij. En durven wij getuigen van zijn grootheid. Hij zal er ons eeuwig dankbaar voor zijn.
Er was eens een wijze meester, die met vier van zijn leerlingen onder een boom ging zitten. Na enige tijd van stilte keek de meester naar een blad, dat van de boom was gevallen. Hij raapte het op, bestudeerde het enige tijd en vroeg toen aan zijn leerlingen: Wat is dit?
De eerste leerling sprak na enig nadenken: Het is het blad van een eik. Het is een zomereik en het is voortijdig afgerukt door de storm van gisteren. Dat komt waarschijnlijk door een galappeltje, dat een wesp daar heeft gemaakt.
De tweede leerling ging verder en zei: Het is een volledig groen blad. Dat betekent dat de processen van zuurstofopname, chlorofylverbindingen en suikerproductie goed verliepen en dat deze zullen verminderen nu het blad hier niet meer aan kan meewerken.
De derde leerling sprak: Het is een stukje afgescheidenheid, dat ontstaan is door zich van de eenheid los te maken. Het kan slechts weer terugkomen in de eenheid door zich te offeren en tot compost te worden en zo weer opgenomen te worden in de mineralenstroom via de wortels van de boom.
Het gezicht van de meester bleef onbewogen. De vierde leerling streek met zijn hand over het blad en zei: Het is een blad. En een blijde glimlach verscheen op het gezicht van de meester.
Drie van de vier leerlingen maakten het leven nogal gecompliceerd. Misschien maken ook wij het leven weleens moeilijker dan het soms toch al is. Laten wij ons onderrichten door Jezus. Proberen wij te doen wat Hij vraagt. Geven wij dat onderricht door. Dan komen wij misschien voor fijne verrassingen te staan. Amen.