Preek op 04-01-2015, hoogfeest van Openbaring des Heren oftewel Driekoningen, pastoor Frank Domen
CRÈCHE
openingswoord
Beste medegelovigen, allemaal van harte welkom op dit hoogfeest van de Openbaring des Heren oftewel van Driekoningen.
Wij, mensen, houden van gewoontes. Bij herhaling van gebeurtenissen, die wij reeds kennen, en in de routine, voelen wij een zekere rust. Aan gewoontes kunnen wij gebonden raken. En wel vooral dan, als deze lange tijd hebben voldaan en ons behulpzaam waren.
De drie Wijzen kwamen langs de weg, zoals de ster hen deze had gewezen, een goede weg dus. Ze waren in de loop van hun maanden durende reis aan de aanwezigheid van de ster gewend geraakt, en waren vervuld van vreugde toen zij na het vertrek uit Jeruzalem de ster opnieuw zagen.
Toch waren zij bereid via een andere weg terug te keren, omdat deze eens zo goede weg, nu ze in een droom van Godswege waren gewaarschuwd, niet langer de juiste was.
Durven ook wij onze eigen gewoontes en wegen nu en dan onder kritiek te stellen en ze eventueel voor betere van Godswege op te geven of aan te passen?
Laten we in deze houding vragen, dat ook wij ons richten naar de waarschuwingen van Godswege.
Bidden wij de schuldbelijdenis voor die keren, dat wij toch onze eigen wegen zijn gegaan.
openingsgebed
Laat ons bidden. God, Gij hebt vandaag aan de volkeren door een ster, die hen leidde, uw eniggeboren Zoon geopenbaard. Wij bidden U: leid ons, die U reeds kennen door het geloof, tot het aanschouwen van uw heerlijkheid. Door … . Amen.
kinderwoorddienst
preek
Wij vieren, dat drie koningen uit het Oosten op bezoek komen bij de nieuwgeboren Koning. En wij merken aan hun gedrag, dat het inderdaad wijze koningen zijn. Want wanneer zij na hun gesprek met koning Herodes het paleis verlaten en plotseling de ster weer aan de hemel zien staan, dan – zo staat het in het evangelie van vandaag – worden zij vervuld van overgrote vreugde.
Zij waren niet alleen blij vanwege het zien van de ster, maar ook vanwege de plaats waarheen deze hen leidde – het arme plaatsje Betlehem, maar toch het dorp waar ooit de grote koning David was geboren- en zij waren blij verrast te zien in welke omstandigheden deze nieuwgeboren koning verkeerde: in een arme stal met wel een ontzettend lieve vader en moeder, omgeven door arme herders met hun schapen. Een Koning van en voor het volk.
Zíj konden dit goddelijk raadsbesluit op zijn waarde inschatten. Zij realiseerden zich, dat dit iets was wat de wereld juist nodig had. In een wereld, die beheerst werd door rijkdom en macht, zou deze Koning een heel ander geluid laten horen.
Het was niet zo, dat zij eerst blij waren vanwege het zien van de ster, maar uiteindelijk toch verbaasd, toen zij zagen waarheen de ster hen leidde. Nee, als mensen verbaasd zijn, dan vermeldt het evangelie dat wel. Het woord ‘verbaasd’ komt in de vier evangelies maar liefst 31 keer voor. Zo staat er in Matteüs 8, 27 het volgende: “De mensen stonden verbaasd en zeiden: ‘Wat voor iemand is dat toch, dat zelfs de winden en de zee Hem gehoorzamen?”
Gods wegen zijn dikwijls anders dan onze wegen. Je moet wijsheid en inzicht hebben om de waarde hiervan te kunnen inzien. Je moet nederig zijn om te kunnen aanvaarden, dat God het soms anders doet dan jij het zou doen.
Het getuigt van wijsheid en inzicht als je een goddelijke Koning kunt herkennen in een Kind in een stal te Betlehem. Dat niet iedereen, die wijsheid had, is duidelijk. Vele inwoners van Betlehem meenden een kind als alle anderen te zien. De wijzen uit het Oosten knielden echter met de herders neer om het Kind te aanbidden.
Zijn wij zo wijs, zo nederig, dat- als er iets moeilijks in ons leven gebeurt -wij kunnen zeggen: “God zal er wel een goede bedoeling mee hebben!?”
Ons leven loopt soms anders dan wij hadden gehoopt of gedroomd. Als wij werkelijk geloven, dat God ‘onze Vader’ is, vertrouwen wij erop, dat Hij het goed met ons voorheeft, wat er ook gebeurt. Dan raken wij bij tegenslagen niet in paniek, worden wij niet opstandig. God zorgt immers voor ons!? Dit is één van zijn wonderlijke wegen over berg en dal!?
De drie wijzen uit het Oosten hadden er een lange reis voor over om het nieuwe Koningskind te zien en te aanbidden. Wat hebben wij voor Hem over!? Wat wij zouden kunnen doen is de komende dagen eens nadenken over wat nu de struikelblokken in ons leven zijn!? Om welke dingen ben ik boos op mensen, misschien zelfs op God? En in plaats van goud, wierook en mirre aan te bieden, zouden wij die zaken aan God kunnen aanbieden en wij zouden kunnen zeggen: “God, U weet dat ik toen en toen kwaad was op die en die en dat ik ook uw houding niet altijd heb begrepen. Geef mij a.u.b. meer wijsheid en begrip. Help mij om deze moeilijke zaak aan U over te laten. Wilt U deze kwestie oplossen en tot een goed einde brengen!? Wat U ook beslist, ik leg mij er van harte bij neer!”
Ik denk, lieve mensen, dat dit een kostbaarder geschenk is dan het goud, de wierook en de mirre van de drie koningen. Ook zij gaven niet op de eerste plaats een materieel cadeau. Zij gaven het Kind hun vertrouwen.
Zo’n klein Kindje in een klein kribbe in een klein dorpje in een klein landje, Israël.
Maar wat gaat er een kracht van deze Jezus uit. Hij brengt de wereld in beweging. Niet pas wanneer Hij volwassen is en zijn verhalen vertelt en wonderen doet, maar nu al, als Kind in de kribbe. Een ster komt in beweging. Wijze koningen gaan met hun personeel op reis, honderden kilometers ver. Engelenkoren dalen uit de hemel neer. Herders laten hun werk liggen om te gaan kijken en aanbidden, maar ook… een jaloerse koning stuurt zijn soldaten op pad.
Eén mens aan het kruis – wat stelt het voor te midden van alle goed en kwaad in de grote wereld – maar Hij opent voor alle mensen van goede wil de weg naar het eeuwig leven.
Eén piepkleine hostie in de handen van de priester en even later in ons eigen lichaam, maar ze draagt méér kracht in zich dan alle sterren van het heelal.
De grote wereld is gewend over het kleine heen te kijken, maar wij doen dat niet. En zo hoeven wij ook niet gering te denken over ons eigen bidden en werken. Want Gods heilige Geest – die met de Vader en Zoon het heelal heeft geschapen – bidt en werkt in ons.
De heilige apostel Paulus zegt in zijn 2e brief aan de christenen van Korinthe, dat God ons in Christus’ triomftocht meevoert en overal door ons de kennis van zijn Naam als een welriekende geur verspreidt.
Wij zijn dus als een geurkaars, die langzaam, maar zeker de kamer met zijn heerlijke geur vult. Wij lekken als het ware genade. Andere mensen, die met ons omgaan, worden erdoor beïnvloed. Wonderbaar is het wat God door ons doet.
Hernieuwen wij vandaag ons geloof en vertrouwen in Jezus. Laten wij los wat wij Hem geven. Dan zullen wij net als de drie koningen vol vreugde en vrede naar huis terugkeren. Amen.