Preek op 23-11-2014, hoogfeest van Christus, Koning van het Heelal, jaar A, pastoor Frank Domen
CRÈCHE
openingswoord
Broeders en zusters, allemaal van harte welkom op dit hoogfeest van Christus, Koning van het Heelal.
Wij hebben sinds vorig jaar koning Willem Alexander en koningin Maxima. Op bijvoorbeeld Prinsjesdag zijn sommige mensen al uren van tevoren aanwezig, omdat zij de beste plaatsen willen hebben. Zij willen alles goed kunnen zien en mooie foto’s kunnen maken.
Het gaat om een vergankelijk koningschap. Vandaag hebben wij deze koning en over enkele tientallen jaren hebben wij waarschijnlijk weer een koningin als staatshoofd.
Koningen en koninginnen zijn in onze tijd in de meeste landen niet meer zo heel erg machtig, maar vandaag vieren wij een Koning met een grote K: Jezus Christus, de Zoon van God, de Allerhoogste. Hij is almachtig, maar Hij gebruikt zijn macht lang niet ten volle, nog niet.
Sommige mensen vinden dat jammer. Vrijdagmiddag hadden wij als pastores in Heiloo een ontmoeting met Tijs van den Brink. Hij vertelde over zijn ontmoeting met kerkverlaters. Sommige aanwezigen hadden een beetje moeite met de almacht van God. Hij zou harder moeten optreden tegen allerlei kwade machten. Maar Hij is dienstbaar in vrijheid. Hij biedt het geluk aan. Hij wijst de weg, die wij daartoe moeten gaan, maar Hij legt het goede niet dwingend op. Zoals Hijzelf gehoorzaam was aan de Vader, zoals zijn Moeder Maria in vrijheid haar jawoord gaf aan de engel Gabriël, zo hoopt Hij ook op onze vrijwillige medewerking.
Wij geloven in deze Koning. Laten wij vandaag ons jawoord weer eens hernieuwen en God en elkaar beloven met hernieuwde kracht te gaan meewerken aan de uitbouw van het Koninkrijk van God.
openingsgebed
Laat ons bidden. Almachtige eeuwige God, Gij hebt uw welbeminde Zoon tot Heer verheven, tot Koning van alles wat bestaat. Voor onze vrijheid heeft Hij het uiterste doorstaan en zo een nieuwe toekomst mogelijk gemaakt. Wij vragen U dat ons werken voor het dagelijks brood een hulde wordt aan U, een eredienst, totdat Hij wederkomt, Jezus Christus, uw Zoon. Die met U leeft en heerst … . Amen.
kinderwoorddienst
preek
Op het einde van een jaar moeten boekhouders de balans opmaken van het afgelopen jaar. In indrukwekkende tabellen geven zij weer hoe groot allerlei soorten inkomsten waren, hoe veel uitgaven er zijn gedaan, en hoe groot uiteindelijk de winst of het verlies is.
Het evangelie van vandaag vertelt niet over het einde van een jaar, evenmin over het einde van een mensenleven, maar over de afsluiting van de gehele wereldgeschiedenis. Het is de allerlaatste dag van het bestaan van de aarde, zoals wij die nu kennen. Er zullen vanaf dan geen kinderen meer worden geboren. Er zullen geen mensen meer sterven.
De winst- en verliesrekening zal in dit geval worden opgemaakt, niet door een accountantskantoor, ook niet door de Verenigde Naties, maar door Jezus Christus, de Koning van het Heelal, de Zoon van God, die voor ons aan het Kruis is gestorven en als Eerste van ons allen uit de doden is opgestaan tot eeuwig leven in die nieuwe wereld van God.
Wij hoorden hoe Hij in zijn heerlijkheid zal komen, plaats zal nemen op zijn troon van glorie, in het gezelschap van de engelen, die mensen op hun levensweg hebben begeleid, en hoe dan alle volken – en dus ook alle individuele personen – vóór Hem bijeen gebracht zullen worden om geoordeeld te worden.
Er zullen geen tabellen worden opgemaakt, zo van “Deze meneer hier is zo veel keren naar de kerk geweest en zo veel keren heeft hij zonder geldige reden overgeslagen; hij heeft zo veel rozenkransen gebeden; zo veel schenkingen gedaan aan goede instellingen”. Nee, er zal uiteindelijk aan ieder mens slechts één vraag worden gesteld: “Wat heb jij voor de minsten der Mijnen gedaan!?”
De joden in de tijd van Jezus vonden, dat je God in de tempel moest vereren. En Hem dienen deed je door de wetten van Mozes te onderhouden. En nu komt er een rabbi uit Nazaret, een onooglijk klein dorpje, de zoon van een timmerman, en die beweert, dat je God het beste kunt eren door de behoeftigen te onderhouden!?
Daar keken zij destijds van op, want ze vragen verbaasd: “Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien? En wanneer zagen wij U als vreemdeling?” En Hij antwoordde: “Die hongerige en die vreemdeling, dat was Ik!”
Ook in de vorige eeuw heeft de katholieke Kerk enorm veel goeds gedaan. Nederland heeft procentueel gezien van alle landen de meeste missionarissen uitgezonden. En er werd ook veel geld ingezameld. Met name in de eerste helft van de vorige eeuw waren er nog veel kerkgangers, die allen iets gaven.
Missionarissen komen nu naar ons toe. Vele mensen in Nederland hebben om verschillende redenen God vergeten of verlaten. Wat niet wil zeggen, dat zij niet meer aan goede doelen meedoen. En wij, mensen van de Kerk, doen het wat dat betreft helemaal niet slecht, de opbrengsten van onze collectes en acties worden alleen maar hoger. Wij hoeven geen donderpreek te houden, een oprecht dankwoord namens God en de noodlijdende medemens is meer op zijn plaats. Bij deze!
Maar we zijn nooit te oud om te leren. We zijn niet volmaakt en zullen dat in deze wereld ook nooit worden. Hongerige mensen wonen niet alleen in ontwikkelingslanden, zijn ook niet alleen mensen, die zo krap zitten, dat ze hulp moeten zoeken bij de Voedselbank. Nee, zij zijn dichtbij. Zij kunnen er keurig netjes gekleed uitzien, een grote auto hebben en verre vakanties maken. En toch eenzaam zijn, hongeren naar een beetje liefde en aandacht en medeleven. Misschien zitten zij te springen om een schouderklopje, dat iemand eens een keer zegt: “Joh, dat heb je goed gedaan!”
Er zijn mensen met een enorme dorst. Niet naar drank, want de kraan raakt niet leeg en er staan in de kelder kratten met allerlei soorten drank. Zij verlangen naar een uurtje gezelschap, naar erkenning, maar soms vinden zij geen mensen, die oog voor hen hebben. Mensen zijn vreemdeling, niet uit een buitenland, maar zij verschillen van levensopvatting en voelen zich soms door andere mensen afgeschreven. Ze zijn niet naakt, maar voelen zich naakt, in hun hemd gezet door het geroddel van medemensen. Er was niemand om hen te verdedigen. Ze zitten gevangen, niet achter tralies, maar in hun hoge ouderdom of een handicap. Niemand kwam hen bevrijden.
Ik zou nog één voorbeeld willen geven. Wat doen wij met mensen, die voor de eerste keer bij ons in de kerk komen!? Misschien zijn ze pas in Heerhugowaard komen wonen? Misschien wonen zij al langer hier, maar zijn ze opeens door God aangeraakt en komen nu voor de eerste keer naar de kerk? Zijn het zoekende mensen, die hopen op een warme en hartelijke ontvangst!?
Ik hoorde eens van mensen, die voor de eerste keer naar een bepaalde kerk gingen, dat er meteen iemand op hen afstapte om hen welkom te heten en om hen wegwijs te maken in de kerk: waar liggen de boekjes, waar zijn de toiletten, waar kun je vinden hoe laat de vieringen zijn en welke koren er zingen!? Mensen ervaren dat als een meteen opgenomen worden in de grote familie van God. Iemand zei eens, dat hij die kerk als een warme deken had ervaren. Inderdaad, wij hoeven geen lakens uit te delen, mensen niet voor te schrijven hoe zij moeten leven, wij mogen wel dekens uitdelen, mensen laten ervaren, dat wij blij zijn met hun komst, dat zij en wij een familie uitmaken.
In Portland, Oregon, Amerika, is onlangs een officiële ‘knuffelwinkel’ geopend. Tegen betaling van $48,- per uur kun je je door een professionele knuffelaarster laten knuffelen, onder cameratoezicht ter bescherming van beide partijen. In één week kwamen er 10.000 e-mails van belangstellenden binnen. Wij hoeven nieuwe kerkgangers niet te knuffelen, maar een warme ontvangst geven kan in een enkel geval zelfs levensreddend zijn.
Bij het Laatste Oordeel, lieve mensen, zal niet worden gevraagd of wij de capaciteit hadden om een voedsel- of kledingtransport naar bijvoorbeeld Irak te organiseren – het is geweldig, dat er mensen zijn, die het kunnen en die het ook daadwerkelijk doen – ons wordt niet gevraagd of wij naar een ontwikkelingsland zijn verhuisd om daar allerlei hand-en-spandiensten te verlenen. Ons zal niet worden gevraagd of wij ooit een heldenrol hebben gespeeld en duizenden mensen hebben gered. Jezus Christus, de eeuwige Rechter, zal ons vragen of wij één of meerdere van die minsten hebben proberen te helpen. Als iedereen er een paar helpt, is niemand zonder hulp.
Wij leven in een consumptiemaatschappij, maar het betreft allemaal wegwerpartikelen. Er is niets zo belangrijk als een warme verhouding tussen God en mensen en tussen mensen onderling. Misschien kunnen we daar de komende week een beetje aan werken. Amen.