Preek op 21-09-2014, 25e zondag door het jaar A, diaken Eelke Ligthart
openingswoord
Allemaal van harte welkom bij de viering van de H. Eucharistie op de 25e zondag door het jaar. Vandaag bij het begin van de vredesweek horen we een parabel die ‘uit het leven gegrepen’ lijkt, maar waar ook iets ongewoons mee aan de hand is. Het bevat een contrast of een verrassend element, iets dat de toehoorder raakt en aan het denken zet.
De parabel van de werkers van het elfde uur is daarvan een goed voorbeeld.
Sommige mannen hebben een hele dag in een wijngaard gewerkt, anderen een halve dag en nog anderen slechts één uur. En toch krijgen ze op het eind van de dag allemaal hetzelfde loon. Bij de eerste arbeiders, en wellicht ook bij velen van ons, geeft dit een gevoel van onrechtvaardigheid.
Is er een soort shocktherapie nodig om ons te laten inzien dat Bijbelse gerechtigheid niet helemaal samenvalt met wat wij onder rechtvaardigheid verstaan? Aanleiding genoeg om daarover eens serieus na te denken.
preek
Dierbare medegelovigen, Vandaag is het begin van de vredesweek. Vreemd eigenlijk dat we, om aan vrede te denken, een aparte week hebben. Maar ja als je dagelijks de TV beelden bekijkt die op je afkomen, of leest over vluchtelingen, dan moeten we het wel over vrede hebben. Afgelopen week verdronken er 800 in de Middellandse zee, begin volgend jaar komen er 600 naar Heerhugowaard, mensen hoofdzakelijk uit Syrië en Irak. Je vraagt je af of mensen nog wel weten wat echte vrede is. En dan kom je naar de kerk en krijg je het evangelie van die baas in de wijngaard, die niets anders doet dan mensen tegen zich in het harnas jagen door ze allemaal hetzelfde loon te betalen, of ze nu de hele dag of een enkel uur hebben gewerkt.
Beelden van oorlog en een vredesweek, twee tegenstrijdige zaken die schreeuwen ten hemel, ze zijn ten hemelschreiend. En de hemel lijkt niet te antwoorden en wij hier op aarde antwoorden zeker niet aan de hemel.
En toch kan de vrede in die wijngaard beginnen.
Vijf letters om dat kleine woordje vrede te vormen. Het wordt gebruikt voor de grote dingen in onze wereld, tussen grote en kleine landen. Wij weten maar al tegoed wat die gezagsdragers, die wereldleiders moeten doen. Zij moeten vrede sluiten, wapens neerleggen, grondgebieden teruggeven enz. Maar die grote jongens staan met hun eigen belangen tegenover elkaar, misschien zijn ze wel opgevoed met alleen maar strijd om macht, en eigen belang.
Wat zou er bij hen gebeuren als het welzijn van de mens op de eerste plaats zou komen te staan? Wij weten maar al te goed wat die ander had moeten doen, zeker als er iets is fout gegaan. Maar is dat al niet het verkeerde begin van vrede, om te zeggen wat die ander fout doet? Het denken van mensen dat ze beter zijn, meer waard zijn, dan de ander?
In de parabel die Jezus vandaag vertelt, zijn er ook mensen, die menen zekere privileges te hebben. Het verschil in lengte van werktijden, de hitte van de dag gedragen t.o.v. hen die slechts een uur hebben gewerkt en dan de gelijke beloning die de Heer van de wijngaard heeft bedacht voor ieder van hen, dat geeft wrijving en gemopper tegen de Heer van de wijngaard.
Die wijngaardenier die zegt dan: “Mag ik soms met het mijne niet doen wat ik wil, of zijn jullie kwaad omdat Ik goed ben?
Een gedachte die kostbaar is. Een gedachte die niet vaak leeft bij ons. Het lijkt een gedachte uit een andere wereld. Maar alles wat je hebt of bent, heb je van God gekregen. Aan Hem hebben we eigenlijk alles te danken. En het is die God die alle mensen gelukkig wil maken en gelukkig wil zien. Het is bijna onbegrijpelijk dat Hij het ons heeft mogelijk gemaakt om elkaar gelukkig te maken. Je zou denken Hij kent ons toch. Hij weet hoe onverantwoord wij vaak met elkaar omgaan. Het meest geweldige van die wijngaardenier is, ondanks de moeite die je kunt hebben met deze parabel, dat Hij voor iedereen brood op de plank wil, ongeacht of ze kort of lang hebben gewerkt.
Hij let meer op het welzijn van de mensen dan op de beloning. Want aan die mensen heeft hij het te danken dat zijn druivenoogst op tijd binnen is. Hij heeft het gered. En met die gedachte wil Hij een bijdrage leveren aan dat beetje geluk van die werkers. Hij wordt daarom een beetje boos op degenen die alleen aan zichzelf denken.
Zo’n parabel is ook nu weer erg actueel. Ook nu telt ons land weer veel werklozen, mensen die geen werk kunnen vinden. Helaas ook mensen die niet willen werken. Velen krijgen niet de kans om aan het arbeidsproces deel te nemen. Datzelfde geldt ook voor vluchtelingen uit al die landen waar geen vrede is maar gewelddadige oorlogen worden gevoerd om de macht.
Belangrijk is, hoe bepalen wij onze houding t.o.v. deze medemensen . Je kunt haast wel stellen dat onze houding medebepalend is of er vrede of onvrede is in ons land, in onze wijk waar we wonen. Een AZC (Asiel Zoekers Centrum) in HHW, begint volgend jaar met 600 mensen. Onvrede bij niet werkenden omdat ze zich buiten de maatschappij voelen geplaatst. Maar ik denk dat het niet mogen werken harder is, dan hard moeten werken en ook een deel de kost moeten verdienen voor al diegenen niet mogen werken. Dan ontstaat er jaloezie, worden menselijke verhoudingen scheef getrokken.
Als wij de bedoelingen van die wijngaardenier niet oppakken in ons eigen leven, dan trekken wij Gods gerechtigheid scheef en is die bedoelde vrede vaak ver te zoeken. Vrede onder de mensen, elkaar het licht in de ogen gunnen, begint bij die uitbetaling in de wijngaard, begint op school, begint in het verzorgingshuis, begint hier in de kerk, zo klein, iedere dag. Als we het voorbeeld van die wijngaardenier hebben we gehoord en begrepen, dan moet het mogelijk zijn om die vredesweek om te zetten in een vrede die langer duurt. Volgens Paulus kan het, zoals hij zegt in de tweede lezing: “Alleen, Gij moet een leven leiden, dat het evangelie van Christus waardig is”. Amen.