Preek op 18-05-2014, 5e zondag van Pasen, diaken Eelke Ligthart
openingswoord
Allemaal van harte welkom bij de viering van de H. Eucharistie op de 5e zondag Pasen.
Vandaag horen we in de eerste lezing over problemen in de jonge christenkerk. Mensen die vinden dat ze tekort worden gedaan, weduwen die minder krijgen dan anderen, want ze horen bij een andere groep, de Hellenisten. De apostelen hebben het blijkbaar te druk om overal op te letten. Uit die nood wordt het ambt van diaken geboren en er worden zeven aangesteld met Stefanus als de meest bekende die later de dood vond door steniging.
Ook in het evangelie lijkt de twijfel toe te slaan als Jezus zegt: Ik ben de weg, de waarheid en het leven; en in het huis van mijn Vader is ruimte voor velen.
Twijfel verbreekt de eenheid bij mensen, toch is er in het huis van de Heer ruimte voor velen.
preek
Dierbare medegelovigen,
In dit evangelie lijkt de toespraak van Jezus slechts gericht op zijn leerlingen, een soort laatste instructie voor Jezus gevangen wordt genomen en ter dood wordt gebracht. Maar eigenlijk spreekt Jezus rechtstreeks tegen ons: “Laat uw hart niet verontrust worden” en “In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen”.
Wanneer in de voorbereiding van een avondwake of uitvaart aan de familie worden gevraagd welk evangelie hen aanspreekt, dan komt het regelmatig voor dat Joh 14, vers 1-12 wordt aangewezen, want dat staat ook boven de deur van de kerk. Het lijkt een zin die bij mensen herkenning oproept. Er spreekt blijkbaar iets uit van troost en bemoediging, ondanks alles een hoopvol uitzicht. Er is blijkbaar plaats voor ons bij de vader in de hemel, we hoeven niet in vertwijfeling te raken. In onze vaak onzekere wereld is dat in ieder geval een stuk zekerheid zo lijkt het.
Toch denk ik dat dit evangelie meer heeft te zeggen dan alleen maar troostrijk te zijn en het bieden van perspectief voor het leven na de dood. We moeten ons niet alleen richten op die afscheidsreden van Jezus aan de tafel van het laatste avondmaal. Er is beslist meer. Jezus spreek over een ruimte voor velen. Een ruimte waar we samen terecht kunnen. Een huis of een verblijfplaats, waar je God kunt vinden, waar je samen komt om God te kunnen ervaren. Uit die teksten in het Evangelie, blijkt dat die plaats van Jezus, de woning van God, gekenmerkt wordt door de liefde. Hoe vaak hebben we het niet gezongen: “Ubi caritas et Amor, Deo ibi est”. “Waar vriendschap is en liefde, daar is God”. Daar wil God met ons wonen, daar is het huis van de Vader. Als ik denk aan het huis van de Vader, dan denk ik vaak dat dat de hemel is. Wat je je ook van een hemel kunt voorstellen.
Als we echter in de tekst de woorden: “In het huis van mijn Vader”… vertalen met: “In de ruimte van Gods liefde” dan wordt het perspectief weidser en gaat het verhaal een beetje anders klinken . Het blijft natuurlijk beloftevol en troostrijk, maar er zit dan ook iets van een uitdaging in. De uitdaging om zelf aan het werk te gaan, om samen in dat huis van de Vader aan het werk te gaan. Samen de werken doen die Jezus deed: Liefde geven aan je medemens in de ruimste zin, binnen je mogelijkheden. En dat is niet eenvoudig in een wereld waar individualisme heerst. Maar toch staat het er zo eenvoudig hier boven de ingang van de kerk, nageschreven uit het evangelie van vandaag.
Maar Jezus heeft die uitdaging op zich genomen en daar spreekt hij over tijdens die laatste maaltijd met zijn vrienden. “Gij weet waar ik heenga en ook de weg daarheen is u bekend”. Die woorden van Jezus zou ik willen verstaan, dat Hij spreekt over Zijn weg naar het kruis, zijn kruisweg. De weg van het zichzelf in liefde geven voor zijn vrienden dat is de weg van Jezus.
Hij wordt daarmee zelf de weg en laat ons zien, dat wanneer je jezelf geeft uit liefde voor elkaar, dat dan God nabij is. De eerste volgelingen van Jezus noemde men mensen van de weg. Over welke weg het daarbij gaat wordt in het Johannes evangelie meer en meer duidelijk: het is de weg van de liefde. De volgelingen van Jezus zijn te herkennen vanwege het feit dat ze liefdevol met elkaar omgaan.
In de handelingen van de Apostelen wordt verteld dat de eerste christenen alles met elkaar deelden. Ze waren eensgezind en bezaten alles gemeenschappelijk. Dat dat niet van een leien dakje ging is vanzelf sprekend, maar toch werd er een aanvaardbare oplossing gevonden door het aanstellen van de eerste diakens.
De vraag van Jezus is natuurlijk ook aan ons gericht. Wat doen wij aan de onderlinge eenheid? Eenheid in gezinnen, wat hebben we nog voor elkaar over?
Eenheid in de kerk. Als er parochies bijeen moeten worden gevoegd om personele en financiële redenen, wil men dan een nieuwe eenheid vormen.
Is er dan in het huis van de Heer ruimte voor velen of sluiten we al te gemakkelijk mensen uit?
Die eerste christenen vonden een weg, een manier om hun eenheid in stand te houden. Ze leefden in liefde voor elkaar, met de gedachte het voorbeeld van Jezus te volgen.
Hebben wij de moed om naar Jezus te luisteren, zoals dat in het evangelie gebeurt? Zijn wij in staat om, al luisterend naar dat evangelie, de weg naar eenheid te vinden? Een weg die is te vinden, als we leven in zijn Geest, verbonden met de Vader. Een weg van luisteren, een weg van gebed, een weg van stil worden om ruimte te scheppen voor elkaar, een weg die naar verzoening leidt.
Afgelopen week was ik in Lourdes waar het Jaarthema was: ”De vreugde van de bekering”. Velen vroegen zich af, wat heb ik dan verkeerd gedaan dat ik me moet bekeren? Als diaken, als hotelpastor in Lourdes, heb ik niet op alle vragen een antwoord. Maar ik weet wel dat je je soms moet afvragen, is het nog wel de weg die ik ga, een weg van verzoening, een omkeer naar een betere wereld?
“Laat je hart niet verontrust worden”, horen we vandaag.
“Wie gelooft in mij, zal ook de werken doen die Ik doe, die zal ook de weg naar eenheid vinden. Met de hulp van Gods Geest mogen we steeds een nieuw begin maken. AMEN.