Preek op zondag 13-01-2013, Hoogfeest van de Doop van de Heer, diaken Eelke Ligthart
openingswoord
Allemaal hartelijk welkom hier in de kerk waar we de eucharistie vieren, Gods aanwezigheid in ons midden.
Johannes de Doper geeft aan in de evangelielezing dat hij doopt met water , maar dat er na hem iemand komt die veel sterker is en zal dopen met de H. Geest. God openbaart zich in zijn zoon Jezus, de welbeminde. Wij kunnen ons de vraag stellen hoe en of we God hebben toegelaten in ons leven in de afgelopen weken. Is Hij opnieuw voor ons een bron van Licht, een ster die we willen volgen of gaat ons leven opnieuw zijn gewone gangentje en lieten we alles bij het oude?
Belijden we voor God en elkaar onze tekorten in de schuldbelijdenis.
preek
Dierbare medegelovigen,Vandaag sluiten we de kerstperiode af met de viering van de Doop van de Heer in de Jordaan.
Een afsluiting van een periode waarin God zich aan de mensen heeft geopenbaard.
Eerst in het Kind Jezus in de stal van Betlehem, in die armzalige kribbe, daarna in de verschijning aan de drie Koningen en dan tot slot bij de Doop van Jezus in de Jordaan, waarbij een stem uit de hemel sprak:” Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde in wie Ik welbehagen heb.In die drie periodes is God zichtbaar geworden voor ons mensen.
De vraag blijft natuurlijk, is God voor ons werkelijk zichtbaar geworden? Kerstmis is toch immers ook een oproep aan ons allen tot Vrede, Gerechtigheid en Barmhartigheid. Ook daarin wordt God zichtbaar.
Maar zijn wij door het Kerstfeest ook dichter bij God gebracht, als bron van inspiratie en kracht om samen verder te kunnen?
Is dat licht van Christus voor ons weer geworden, Bron van leven, Hoop voor de toekomst? Hopelijk is dat zo: Christus als bron van leven en Hoop voor onze toekomst.
Het moet niet een toekomst zijn waarin wij God verantwoordelijk stellen voor alles wat er in ons leven gebeurt, met name al die zaken die niet zo gaan als we dat graag willen.
Wij zijn hopelijk door de komst van Het Kind in de kribbe onze eigen verantwoordelijkheid beter gaan beseffen: Dat we zelf moeten werken aan vrede en Gerechtigheid en dat we daarvoor tot God moeten bidden om hulp en kracht.
Als we dat niet doen leven we in een soort Godsverduistering,
een afwachten van waar is onze God dan. Veel mensen hoor je dat zeggen: Waar is dan die God, Had Hij niet dit of dat anders kunnen regelen?
We worden dan opgesloten in onze eigen machteloosheid.Er zijn heel wat mensen, jongeren en ouderen, die zo’n Godverduistering beleven en toch op zoek zijn naar een God die ze een plaats willen geven in hun leven.
Het is dus helemaal niet verwonderlijk dat in de Kerstnacht en Kerstmorgen, velen de vieringen in onze kerk hebben bezocht.
Jong en oud, ze waren er allemaal.
Wij zoeken immers allemaal die God, waar we houvast bij hopen te vinden.
En of we dat iedere week doen of zelfs dagelijks of misschien maar een paar keer per jaar, het is een Godsverlangen, het blijft een zoeken.
Soms met een hele fijne zekerheid, een andere keer heb je het gevoel naast het pad van Christus te lopen, dan lijkt je geloof ongrijpbaar.
Je vraagt je wel eens af of er voldoende gevoeligheid is binnen de kerk.
Is er voldoende gevoel en aandacht voor het zoeken van mensen naar God?
Biedt de kerk voldoende handvaten om de zoekende mens bij te staan om zelf geloof te ontwikkelen?
Uiteraard moet de kerk heel dicht staan bij die zoekende mens. Het vertrouwen op God het bidden, het hart openen voor Hem die ons vergeeft en nabij wil zijn, beleeft eenieder persoonlijk.
Hierbij verheft de kerk zijn stem niet om mensen te dwingen, maar om mensen mogelijkheden aan te dragen.
Zoals staat geschreven in de profetie van Jesaja over Gods dienaar die zijn stem niet verheft. Hij roept niet en hij schreeuwt niet en op straat verheft hij zijn stem niet.
Als we wel onze stem verheffen, wordt het levende verlangen naar God tot een gestold, een vast zittend verlangen gemaakt,
wordt ons geknakt riet gebroken en de walmende vlaspit gedoofd. Het zoeken en verlangen naar Jezus is al bijna 2000 jaar oud.
Niet macht over iemand anders, maar dienstbaarheid en oprechtheid naar die ander, heeft Jezus ons voorgeleefd.
De Geest van God die over Jezus neerdaalde als een duif, is ook hier zichtbaar in de harten van de mensen.
Ook wij moeten met onze vragen en verlangens een plaats hebben binnen deze geloofsgemeenschap.
Er moet meer ruimte zijn voor het zoeken van mensen naar God.
Kan het anders, als het gaat over zoeken en verlangen naar God?
Wij besluiten vandaag het feest van Gods verschijning aan ons.
Zijn Licht schijnt naar ons toe in Jezus. Het is geen verblindend licht, geen dwingend licht. Het is een Licht dat warm is, gevoelig en uitnodigend.God is een God voor zoekenden en een God voor mensen die het soms zeker weten.
Het verlangen van mensen naar God is net zo oprecht in een zoekende mens, dan in een mens die leeft vanuit de zekerheid van zijn geloof.
Het gaat erom dat verlangen te bewaren en te behoeden in onszelf en te eerbiedigen in anderen.
Misschien moeten we, soms opnieuw, leren bidden, stil worden in onszelf. Ik geloof dat waar liefde is in mensen, en daar waar liefde is voor mensen, God aanwezig is.
Laten we proberen om soms even stil te zijn, om God te kunnen ontmoeten. AMEN.