Preek op zondag 02-06-2013, Sacramentsdag, jaar C, pastoor Frank Domen
CRÈCHE
openingswoord
We vieren vandaag Sacramentsdag. Het is voor Jezus zelf een grote vreugde zich steeds weer aan ons te kunnen geven. In het evangelie zullen wij horen hoe Hij het brood vermenigvuldigt. Ondanks de lange werkdag was Hij de mensen niet moe. Hier in de Eucharistie vermenigvuldigt Hij zichzelf. Steeds weer geeft Hij zich aan ons, omdat Hij – beter dan wij – weet hoe broodnodig zijn aanwezigheid voor ons is. Zonder Hem is er geen goddelijk leven in ons, geen goddelijke kracht en wijsheid.
De Eucharistie is een wonderlijk gebeuren, dat alleen maar in geloof en door de liefde kan worden begrepen en verklaard. Zoals man en vrouw hun liefde met hun kinderen delen, zo doet Jezus dat ook, eigenlijk nog vóórdat wij dat deden. Hij geeft als eerste. Hij deelt als eerste uit. Zo bouw je de Kerk en de wereld op, door jezelf te geven.
Laten wij Jezus vandaag nog méér dan anders intens danken voor deze allergrootste gave van de heilige Eucharistie. Proberen wij te zijn als Hij: geven wij, delen wij. Hem navolgen, Hem nadoen, is het grootste eerbetoon, dat wij kunnen geven.
openingsgebed
Laat ons bidden. God, voor hen die Gij bemint, is niets zo dierbaar als uw blijvende aanwezigheid. Uw Zoon heeft ons zijn Lichaam en zijn Bloed gegeven, het grote teken van het nieuw verbond. Laat de gedachtenis aan zijn lijden, dood en opstanding ons steeds voor ogen staan, als wij rondom uw heilige tafel eten van dit brood en drinken uit deze beker. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon … .
kinderwoorddienst
preek
Beste medegelovigen, wij hoorden het verhaal van de wonderbare broodvermenigvuldiging. Jezus vermenigvuldigt en deelt. Hij doet dat op de manier waarop Hij het later ook bij het Laatste Avondmaal zal doen. Wij hoorden zojuist hoe Jezus de broden nam en de vissen. Hij sloeg zijn ogen ten hemel, sprak de zegen uit. Toen brak Hij de broden en de vissen om ze aan de mensen voor te zetten. Tijdens de consecratie zegt de priester ook dat Jezus het brood en de beker nam en dat Hij ze aan de apostelen gaf. Wat Jezus geeft is zijn leven. Als Hij zich geeft wordt Hij er zelf minder van. Van koning van hemel en aarde wordt Hij mens en dienaar. Van de allerhoogste en allerrijkste wordt Hij de allerkleinste en allerarmste. Van de levende wordt Hij een dode. En dat alles, opdat wij er beter van zouden worden, groter, rijker, verhevener.
Dat Hij er minder van wordt is natuurlijk alleen maar voor een moment. Later zal Hij als God èn als mens zetelen aan de rechterhand van de hemelse Vader.
En dat Hij minder zou worden door zich in de Eucharistie te geven is alleen maar schijn. Want Hij deelt… door te vermenigvuldigen. Eerst deelde alleen Hij uit, maar op het moment van dit wonder staan er twaalf plaatsvervangers uit te delen, twaalf apostelen. Hij deelt zichzelf uit, maar vermenigvuldigt ook zichzelf en daarmee ook zijn werkzaamheid. En zo gaat die uitdeling, die vermenigvuldiging, door tot op de dag van vandaag.
Wij worden dus beter van Jezus’ komst, maar als wij Hem met eerbied en aandacht ontvangen, in geloof en vertrouwen, wordt Hij ook beter van ons. Wij zien, dat Jezus’ invloed in de wereld in deze dagen gering is. Er gebeurt heel veel kwaad. Hij zou natuurlijk met één slag aan al dat kwaad een einde kunnen maken, maar dat is nu eenmaal niet de weg waartoe Hij heeft gekozen. Hij gaat de weg van de liefde. Hij wil dat wij in vrijheid kiezen voor het goede. Iedere keer dat mensen in vrijheid ‘ja’ tegen Hem zeggen, wordt zijn invloed, zijn werkzaamheid, in Kerk en wereld sterker. Hij sterkt ons en wij sterken Hem. Wij hebben Jezus nodig en Hij ons. Wij willen op Hem kunnen rekenen in dagen van voor- en tegenspoed, maar Hij wil ook op ons kunnen rekenen. Hij is de Goede Herder. Wij zijn de verloren schapen, die Hij opzoekt. Maar wij moeten ook zelf herder willen zijn.
Jezus beleeft als Herder zo veel blijdschap. Als Hij een verloren schaap terugvindt, neemt Hij het vol vreugde op zijn schouders, draagt het terug naar de kudde en roept zijn vrienden en buren bij elkaar om hen te laten delen in zijn vreugde. Hij bloeit helemaal op als iemand naar zijn kudde, zijn koninkrijk, terugkeert. En dat is waar ook wij de grote vreugde in kunnen vinden: in het terugbrengen van mensen bij de hemelse Vader. Die hemelse Vader zal ons wel laten merken, nu al of later, hoe ontzettend blij Hij daar mee is. Alleen al dat Jezus ons bij monde van de apostel Jakobus zegt (5, 20), dat wie een zondaar van zijn dwaalweg bekeert, die zal zijn ziel redden van de dood en tal van zonden zal bedekken, maakt het voor ons volop de moeite waard deze werkzaamheid op ons te nemen.
Broeders en zusters, als Jezus met zijn apostelen voor het Laatste Avondmaal aan tafel gaat, zegt Hij tegen hen, dat Hij er vurig naar heeft verlangd dit paasmaal met hen te eten. Het zichzelf weggeven aan ons, het één worden met ons, daar leeft Hij voor. Daar bidt Hij voor.
Hebben wij het weleens meegemaakt, dat wij naar iemand op weg waren, verlangend naar de ontmoeting uitkeken, en dat die persoon opeens helemaal niet op de afgesproken plek aanwezig bleek te zijn!? Of dat zijn houding heel koeltjes was, misschien zelfs afwijzend!? Dan krimpen wij in elkaar van pijn, verdriet, teleurstelling. Zou ook Jezus, die God èn mens tegelijk is, niet hetzelfde voelen als wij of anderen Hem teleurstellen!? Door de wonderlijke eenheid, die door de heilige Eucharistie tussen Jezus en ons ontstaat, voelt Hij het als heel pijnlijk aan, als een amputatie, als wij of anderen ons van Hem verwijderen.
Aan de andere kant: hoe groot is onze vreugde als wij een ernstige ziekte of handicap hebben overwonnen. Zouden wij het niet van de daken willen schreeuwen, het aan iedereen willen vertellen? Zo is ook Jezus’ vreugde.
Laten wij goed beseffen welk een groot goed, welk een groot geheim wij in de Communie ontvangen: eenheid met de Allerhoogste God. Gaan wij nooit uit sleur te Communie. Doen wij het alsof het onze eerste en laatste kans is Jezus in de Communie te ontmoeten. Hebben wij Hem lief met héél ons hart, héél ons verstand en met àl onze krachten. En … zoals Hij zich uitdeelt aan ons, delen wij onszelf uit aan anderen. Zijn wij ook zelf Eucharistische mensen. Mensen, die leven om anderen – in vrijheid! – te kunnen laten leven, steeds beter, steeds mooier.
Vandaag zijn wij in de gelegenheid voor de Heer iets extra’s te doen. Paus Franciscus heeft alle katholieken over heel de wereld verzocht zich op zondag 2 juni van ‘s avond 17.00 uur tot 18.00 uur in aanbidding te verenigen voor het uitgestelde Allerheiligste. Er zijn zo veel noden, zowel in de Kerk als in de wereld, en aangezien het er steeds meer naar uitziet, dat de mensheid er zelf niet meer uitkomt, nodigt de paus alle katholieken van heel de wereld vriendelijk, maar dringend uit vandaag, op Sacramentsdag, een uurtje neer te knielen bij het Allerheiligste om zo de Heer om zijn zegen te vragen.
In Rome zal het een eenvoudige viering zijn, zonder toespraak of preek van de Paus. Wel wordt het rechtstreeks uitgezonden door het Vaticaan. Het gebed vindt plaats tussen 5 en 6 uur ’s middags. Op dat zelfde ogenblik is het dan in Mexico 10 uur ’s ochtends en in IJsland 3 uur ’s middags. In Korea en Japan zullen mensen om middernacht bidden terwijl in Papua Nieuw Guinea om 1 uur ’s nachts wordt gebeden en in Honolulu om 5 uur ’s ochtends.
De secretaris van de Pauselijke Raad voor de Nieuwe Evangelisatie, mgr. José Octavio Ruiz Arenas, zegt over dit initiatief: “Het zal voor de gelovigen een grote bemoediging zijn dat we samen met de Heilige Vader bidden voor dezelfde intenties:
- Als eerste dat de Kerk heiliger en zuiverder mag worden.
- We zullen ook bidden dat de Christenen de liefde en barmhartigheid van God mogen laten zien.
- Tenslotte, dat we ons mogen bekommeren om degenen die lijden en dat wij onze handen uitstrekken naar de mensen aan de rand van de maatschappij, een intentie die heel dierbaar is voor de Heilige Vader.
Ik hoop, dat veel mensen hier even tijd voor vrij willen maken. Voor iemand af en toe iets extra’s willen doen is een teken van onze liefde, óók als het gaat om God. Denken wij er even over na.