Preek op zondag 11-11-2012, 32e zondag door het jaar B
Na de preek van diaken Frank Kamp hield Adriaan Rotteveel, voorzitter van de PCI, de Parochiële Caritas Instelling, in het kader van het diaconale weekend de volgende toepspraak
Geachte mede-parochianen,
Het doet mij deugd, dat ik ook dit jaar weer in dit Diaconale weekend ofwel het weekend van de Caritas, de gelegenheid krijg een lans te breken voor het werk van de PCI, de Parochiële Caritas Instelling.
Zoals ik de vorige keer al zei, vind ik voor dit werk veel inspiratie in de Encycliek “Deus Caritas Est” (“God is Liefde”) van onze Paus. En daarin spreekt vooral de uitspraak mij aan, dat de Caritas – de naastenliefde – net zo tot het wezen van de Kerk hoort als de sacramenten en het evangelie. Als één van deze drie ontbreekt: geen kerk.
Voor dít weekend van de naastenliefde, de Caritas, heeft het bisdom het thema ‘bondgenoten’ gekozen. Dit thema sluit bijzonder goed aan bij het project waarover ik u vorig jaar sprak. U herinnert zich misschien nog dat ik toen zei, dat we vanuit een bondgenootschap tussen de PCI’s en diaconieën van alle kerken in HHW via het Platform Armoedebestrijding, bezig waren het schuldhulpmaatje-project te realiseren, waarin vrijwilligers door professionele schuldhulpverleners worden opgeleid, om mensen te helpen die in financiële problemen zijn geraakt. Welnu, het zal duidelijk zijn, dat in dergelijke wanhopige, vaak uitzichtloze situaties een schuldhulpmaatje een echte bondgenoot kan zijn.
En ik kan u meedelen, dat we er, mede dankzij uw genereuze bijdragen na mijn toespraak van vorig jaar, in geslaagd zijn het project zodanig van de grond te trekken, dat het ook door alle politieke partijen in HHW als zeer waardevol wordt beschouwd.
Mede dank zij een motie die het CDA samen met de PVDA heeft ingediend en die unaniem door de gemeenteraad is aangenomen, heeft de gemeente ons project een subsidie verleend waarmee we o.a. weer 11 nieuwe maatjes konden gaan opleiden. Die opleiding is inmiddels al weer afgerond, zodat er vanaf december al meer dan 20 schuldhulpmaatjes actief zijn in HHW.
Dit afgelopen jaar zijn er al zo’n 25 hulpvragers van een maatje voorzien. Daarbij komt echter heel vaak naar voren, dat schaamte de hulpvragers ervan weerhoudt om er eerder mee voor de dag te komen. Dat is natuurlijk volstrekt begrijpelijk, maar het gevolg is vaak wel dat de situatie in de tussentijd nog meer verslechtert, zodat het ook voor een schuldhulpmaatje steeds moeilijker wordt om samen naar een oplossing te zoeken. Ik wil u dan ook vragen om, als u in uw omgeving signalen opvangt van medemensen die dreigen in dit soort situaties terecht te komen of er al in zitten, te bedenken dat de PCI midden in dit project staat en de wegen kent om hen eventueel van zo’n maatje te voorzien. En op deze manier is de realisatie van dit project een gift namens de PCI aan u/ons als geloofsgemeenschap.
Gelukkig zitten niet alle mensen die onze hulp inroepen zodanig in de problemen, dat een schuldhulpmaatje moet worden ingeschakeld. Die hulpvragers hebben we tot nu toe steeds kunnen helpen met een gift of een renteloze lening om weer even op adem te komen. U zult begrijpen dat voor die categorie uw financiële hulp onmisbaar blijft.
Het thema bondgenoten sluit echter óók heel goed aan bij het werk dat wordt verricht door de werkgroepen die vallen onder de paraplu van het Parochiële Caritaswerk, zoals: de Missiewerkgroep, de werkgroep Ziekentriduüm Heiloo, de Katholieke Bond voor Ouderen, het bedevaart comité Beauraing, de Lourdes-werkgroep en de Bezoekersgroep.
Ook deze werkgroepen moeten het helaas met minimale financiële middelen doen, maar wat nog dramatischer is, is dat er bij al deze werkgroepen een schrijnend tekort bestaat aan vrijwilligers en dat zij die het nu doen, het in de meeste gevallen al jaren doen en daarbij het aantal vrijwilligers eerder zien afnemen dan toenemen.
Maar ik wil me zelfs niet beperken tot alleen deze werkgroepen, maar het ruimer trekken naar al het werk dat moet worden gedaan, om onze parochie tot een echte geloofsgemeenschap te maken. En dan hoeft u alleen maar te denken aan zaken als af en toe eens meehelpen bij het koffieschenken, helpen in de keuken, onderhoudsklusjes aan kerk en parochiegebouw, vervoer van mensen die moeilijk ter been zijn naar de kerk, zingen in één van de zangkoren, vouwen en nieten van het parochieblad, het bezorgen ervan, enz. enz.
En ook in dit opzicht wil ik u wijzen op een uitspraak die onze Paus pas geleden deed. Hij zei toen, dat als je goed nadenkt over je geloof en er daadwerkelijk de volledige consequenties van aanvaardt, dat je het dan vanzelf als je eigen verantwoordelijkheid voelt om je op de één of andere manier in te zetten voor de geloofsgemeenschap. Waarom? Omdat het tot het wezen, tot de kern van ons geloof behoort, zoals ik al eerder zei. De Paus verduidelijkt dat nog door te zeggen, dat wij ons als leken niet moeten beschouwen als alleen maar “medewerkers” van de geestelijkheid, maar dat wij onszelf moeten zien als personen, die daadwerkelijk “medeverantwoordelijk” zijn voor het welzijn van de Kerk.
Juist in dit ‘jaar van het geloof’ wil de Paus, vanuit een opnieuw doordenken van het geloof, bereiken dat er bij ons als lekengelovigen vanuit een versterkt gevoel van persoonlijke verantwoordelijkheid, een nieuw enthousiasme ontstaat om onze talenten in te zetten voor wat de geloofsgemeenschap van ons vraagt.
En daarom wil ik nog weer eens een dringend beroep op u doen om bij uzelf na te gaan welke uw talenten, kwaliteiten of mogelijkheden zijn en ruimhartig te bezien op welke manier u ze zou kunnen inzetten voor het werk van de naastenliefde, d.w.z. de zorg voor elkaar in onze geloofsgemeenschap.
Ik zou me hiervoor ook graag richten tot de jong volwassenen in onze gemeenschap, maar ik weet ook, dat die niet sterk vertegenwoordigd zijn; maar misschien ziet u kans – door er thuis over te spreken – enkele van hen warm te laten lopen voor dit werk. Ik zou me kunnen voorstellen, dat jongeren die in de verpleging werken, zich aangesproken zouden kunnen voelen om mee te helpen aan het ziekentriduüm of een bedevaart naar Beauraing of Lourdes. En het zou dan ook zomaar kunnen, dat ze op die manier ook nog weer wat dichter bij het geloof komen. En zo kunt u zelf ook nog wel wat voorbeelden bedenken.
Verder wil ik er nog aan toevoegen: u hoeft zich natuurlijk niet onmiddellijk volledig te binden aan iets waarvan u niet weet of het u wel bevalt, maar geef het op zijn minst een kans; probeer het eens en zeg dat ook gewoon; vaak blijkt het veel meer voldoening te geven dan u gedacht had, vooral als u het samen kunt doen met anderen, en dan weet u hopelijk niet meer van ophouden. En dat is precies wat we graag willen. En ik kan er alleen maar aan toevoegen, dat het mij precies zó is vergaan.
Om u bij dat overdenken te helpen, zal u na de Heilige Mis een formulier worden uitgereikt met een overzicht van al het vrijwilligerswerk waarbij extra hulp dringend gewenst is. En daarnaast zijn dán van de werkgroepen die ik noemde, achter in de kerk vertegenwoordigers aanwezig, die u graag van informatie voorzien.
En ja, ik heb u nu al zoveel gevraagd, dat ik bijna niet nog meer durf te vragen, maar aangezien ik maar één keer in het jaar een beroep op u mag doen, hoop ik toch, dat u ons ook nog materieel wilt steunen via de collecte of misschien zelfs via het rekeningnummer van de PCI, dat u op de website van de parochie kunt vinden.
En voor datgene wat die giften voor ú kunnen bewerken, hoef ik alleen maar te wijzen op wat de weduwen in de eerste lezing en in het evangelie overkwam en op wat Jezus zei over het geven van aalmoezen.
Ik zal niet tegenover de offerkist gaan zitten, of de pastoor vragen dat te doen, maar ik wil u graag bij voorbaat hartelijk dank zeggen voor uw gaven, namens de kwetsbare mens, die wij, als PCI – in uw naam – ook in de toekomst graag willen ondersteunen.
Adriaan Rotteveel