Preek op zondag 03-06-2012, hoogfeest van de H. Drie-eenheid

Preek op zondag 03-06-2012, hoogfeest van de H. Drie-eenheid

openingswoord

Beste medegelovigen, allemaal van harte welkom. Wij vieren vandaag het hoogfeest van de heilige Drie-eenheid, Vader, Zoon en heilige Geest. Drie goddelijke Personen en toch maar één God. Het is een mysterie. Geen raadsel, want een raadsel kunnen wij met z’n allen wel oplossen, maar dit is iets wat wij met ons kleine, menselijke verstandje niet goed kunnen begrijpen.

Dat wij met zo’n grote, onbegrijpelijke God te maken hebben, kan bij ons een gevoel van ontzag oproepen. Het kan ook een troost zijn, want – ook al gebeurt er nog zo veel onbegrijpelijk kwaad in onze wereld – die grote, onbegrijpelijke God heeft het goede met onze wereld voor, en uiteindelijk zal er iets heel moois uit de bus komen. Hij heeft de touwtjes in handen, losjes, maar het einde van de spannende film, die heet ‘God en mensen onderweg’ wordt door Hem bepaald en door niemand anders.

Vertrouwen wij ons toe aan deze grote God. Vragen wij vergeving voor de keren, dat wij ons misschien door gevoelens van moedeloosheid lieten meeslepen, dat wij meenden, dat het met ons en de wereld niet goed zou aflopen.

openingsgebed

Laat ons bidden. Heilige Vader, Gij hebt uw woord gehouden: uw Zoon is mens geworden; zijn Geest leeft in uw Kerk en maakt de liefde openbaar, waarmee Gij ons bestaan vervult. Zo zijt Gij, God, één in uw drievuldigheid. Wij vragen U, dat alles wat wij zijn en doen, belijdenis mag worden van uw heilige Naam. Door … . Amen.

preek

Die grote, onbegrijpelijke God weet alles, kan alles, maar waar wij misschien het meest jaloers om mogen zijn, is de eenheid, die er in God is.

In onze wereld is er op veel plaatsen geen eenheid, maar on-enigheid. Er kunnen daardoor fikse ruzies ontstaan, ja, zelfs grote oorlogen.

Maar God de Vader en God de Zoon en God de heilige Geest zijn het altijd in alles met elkaar eens. Het zal echt niet zo gegaan zijn – héél lang geleden, nog vóórdat de aarde en heel het heelal was geschapen – dat bijvoorbeeld God, de Vader op een goede dag zei: “Jezus, zullen wij eens de aarde en de mensen gaan scheppen?”, en dat Jezus toen zei: “Nou, kunnen wij daar nog niet een tijdje mee wachten? Dan hoef ik voorlopig nog niet aan dat Kruis te denken.”

“Mij is alle macht gegeven
in de hemel en op aarde”

Nee, de drie goddelijke personen kennen alle drie even goed de voor- en nadelen van een bepaalde keuze. Zij hoeven dus niet over iets te discussiëren. Zij zijn het gewoon altijd met elkaar eens.

En wat nog daarbij komt, de liefde van de Eén voor de Ander is altijd 100%. Al zou de Zoon het wat betreft het tijdstip van het scheppen van de aarde het niet helemaal met zijn hemelse Vader eens zijn geweest, dan zou Jezus het nog hebben gedaan om zijn Vader een plezier te doen, zoals Hij te Kana omwille van zijn Moeder het wijnwonder deed.

In alle drie de lezingen van vandaag staat – telkens met andere woorden – dat ook wij de Geest van God hebben ontvangen. De heilige Geest van eenheid. De heilige Geest, die ons de gaven van wijsheid en verstand kan schenken, de gaven van inzicht en sterkte, van kennis, van ontzag en liefde voor Gods Naam.

Wat zou de wereld niet schitterend zijn, en ook ons eigen leven zou nòg mooier worden, als wij ons meer en meer lieten leiden door die Geest van eenheid. Wat zou er niet een vrede komen, eenheid onder alle mensen.

Laten wij dikwijls bidden tot God: dat Hij spreekt in ons hart, zodat wij weten wat wij in een bepaalde situatie het beste kunnen doen en laten wij dan ook echt luisteren naar de stem van God. Hoe meer wij laten zien, dat wij willen luisteren, Jezus willen volgen, hoe duidelijker God tot ons zal gaan spreken.

Nog even een andere bijzondere eigenschap van God, één, die hier alles mee te maken heeft: onze drie-ene God leeft buiten de tijd. Dat betekent, dat er voor God geen gisteren is, ook geen vandaag of morgen. Voor God gaat de zon nooit op, maar voor Hem gaat de zon ook nooit onder. Voor God is eigenlijk alles nu. Dat kunnen wij ons niet voorstellen, want wij leven van het ene moment naar het andere, maar bij God is dat niet zo.

Wel, als wij zo veel mogelijk op God willen lijken, dan geldt ook voor ons, dat het ‘nu’ het belangrijkste moment is.

Als God aan ons vraagt of wij van Hem en onze medemensen houden, dan hoeven wij Hem niet te wijzen op de goede daad, die wij gisteren nog hebben gedaan. Ook hoeven wij Hem niet te beloven wat wij morgen gaan doen. Nee, God is vooral geïnteresseerd in ‘nu’! Nú ben je de heilige Mis aan het volgen. Doe dat dan goed. Dan doe je wat Gods heilige Geest van je verlangt. Gods heilige Geest helpt je alleen maar met wat je nú aan het doen bent, niet met wat je straks gaat doen.

Over een klein uurtje kunnen we zeggen: Nú zijn we thuis koffie aan het drinken, misschien een verjaardag aan het vieren. Doe dat dan goed. Dat is wat Gods heilige Geest op dat moment van je verlangt. Dat is waar Hij je dan bij helpt. Morgenmiddag/vanmiddag kun je misschien zeggen: Nú zijn wij aan het wandelen of fietsen of op familiebezoek. Doe dat dan goed. Dan vervul je vanzelf de wil van God.

Er was eens een keizer, die het antwoord wilde weten op drie vragen. Ten eerste: Wat is de beste tijd om iets te doen? Ten tweede: Met wie kan ik dan het beste samenwerken? En ten derde: Wat is het belangrijkste dat ik moet doen?

Vermomd als een arme man stelde hij zijn vragen aan een oude, wijze kluizenaar, die juist aan het spitten was. Deze luisterde aandachtig, maar ging daarna door met spitten. Kort gezegd: de keizer ging de kluizenaar helpen met spitten en overnachtte daar ook.

Daardoor kon een man, die de keizer uit wraak wilde vermoorden, omdat deze ooit in een oorlog zijn broer had gedood, zijn boze plan niet ten uitvoer brengen. Hij ging de vermomde keizer tegemoet, maar werd door de keizerlijke garde herkend en zelf neergestoken. De boze man vluchtte zwaargewond de bergen in en kwam bij de kluizenaar en de keizer terecht. Zij redden hem het leven. De moordenaar betuigde de volgende morgen zijn spijt en beloofde voortaan de keizer te dienen en werd een trouwe dienaar.

Nu had de keizer vanzelf twee keer een antwoord gekregen op zijn vragen: wanneer, met wie en wat.

Gisteren was het antwoord: Je moet iets nú doen… mèt de kluizenaar en wat moet je doen… spitten, en nog eens spitten. Door zo te doen, liep de keizer niet in een hinderlaag en werd niet vermoord.

De volgende morgen kreeg hij voor de tweede keer een antwoord op zijn vragen: wanneer, met wie en wat. Hij moest nú iets doen, met wie… met de man die hem had willen vermoorden, wat moest hij doen… zijn wond verzorgen. Daardoor kwam er vriendschap tussen de keizer en de man, die hem had willen vermoorden.

Een beetje meer lijken op de drie-ene God is eigenlijk niet zo heel moeilijk. Geef al je liefde en aandacht aan wie nú bij je is, aan wat je nú aan het doen bent. Dan leef je net als God helemaal in het nu. Gisteren is al voorbij en morgen… dat zien we dan wel weer.

Subscribe
Abonneren op

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

0 Reacties
Inline Feedbacks
View all comments