Preek op 18-11-2012, 33e zondag door het jaar B, diaken Eelke Ligthart
Dierbare medegelovigen, familie, vrienden,
Voor u staat een gelukkige man. Ja werkelijk, na een studie aan het Bonifatius Instituut van de Tiltenberg in Vogelenzang ben ik gisteren door Mgr. Punt tot diaken gewijd. Wat een hoogtepunt. In het leven van ieder mens zijn er heugelijke dagen te vieren. Huwelijk, geboorte van kinderen. Voor mij en voor Jannie was de dag van gisteren en ook vandaag een hoogtepunt in ons leven.
In de zomer van 2008 kozen we beide om de opleiding aan het Bonifatius Instituut te volgen. Ik tot diaken, Jannie voor catechist.
Als gelovige en kerk betrokken mensen vroegen we ons wel eens af, toen we nog werkten, wat we later met onze vrije tijd zouden moeten doen. Toen we kennis kregen van deze opleiding hebben we niet lang geaarzeld. Toch weet je niet wat je te wachten staat, maar we hebben altijd geweten dat onze roeping geleid zou worden door de H. Geest, en dat is ook gebeurd. We hebben het hier vaak gehoord, de H. Geest werkt rechtstreeks in mensen en door mensen. In de afgelopen jaren heb ik veel bemoediging gehad van vele parochianen. Het steunt je en overtuigt je om door te gaan en vol te houden. In de afgelopen retraite week heb ik alles de revue nog eens laten passeren en ontdekt dat je groeit in geloof als je er maar mee bezig wilt zijn. In de voorbije jaren is mijn geloof gegroeid en mijn aanvankelijke angst, of ik het wel zou halen, studeren is niet mijn hobby, is steeds weer weggenomen door de steun die ik kreeg door regelmatig te bidden en de steun van vele mensen en de positieve resultaten van de diverse examens.
Hier sta ik dan, een jonge man van 64 jaar die diaken is geworden en is aangesteld door de bisschop in zijn eigen Dionysius parochie. Begin oktober toen bekend werd dat ik in eigen parochie zou worden aangesteld sprak pastoor Frank dat dat mooi uitkwam want dan kun je meteen de 18e de preek verzorgen, en dienstbaar als ik wil zijn, heb meteen ja gezegd.
Voor mij en Jannie een nieuwe fase in ons leven, waar we de afgelopen jaren al grotendeels een invulling aan heb gegeven. Vol vertrouwen ga ik die toekomst in, samen met Jannie, met pastoor Frank, nog een korte tijd met diaken Frank en met vele vrijwilligers en met u als parochianen van deze mooie parochie.
Een nieuwe blijde start. De lezingen van vandaag lijken het tegendeel aan te kondigen. De laatste zondagen van het kerkelijk jaar zijn donker en duister van taal. De lezingen die we hoorden spreken over het einde van de wereld en de verschrikkingen die daarmee gepaard gaan. Het hele hoofdstuk 13 uit het Marcus Evangelie lijkt te gaan over dreigende gebeurtenissen. Geweld, verraad, onderdrukking en verwoesting, oorlogen en geruchten, onrecht en haat. Alsof je de televisie aanzet en in het journaal terecht bent gekomen. Zo hebben mensen Marcus 13 ook steeds gebruikt om het einde van de tijden aan te kondigen.
Soms lijkt het alsof mensen min of meer onbewust zoeken om met de verschrikkingen in de wereld een handvat te hebben om deze verhalen uit Marcus 13 te kunnen aanhalen.
Nu is het misschien ook wel verleidelijk om zo te denken. Er is immers van alles mis in onze tijd!! Er is een economische en financiële crisis, landen vertrouwen elkaar niet meer er zijn oorlogen en opstanden in het Midden-Oosten, gevechten in Afrika om kostbare grondstoffen, er is honger en onrecht. Een kabinet dat 16 miljard moet bezuinigen, mensen spreken al over kiezersbedrog.
Geen wonder dat onheilsprofeten daarop inspelen en soms ook gehoor vinden:
Het eind van de tijden is nabij. Ze weten het zeker.
Maar toch is dat raar. Jezus zegt zelf in dit bijbel gedeelte dat zelfs Hij niet weet wanneer dat zal zijn. ”Van die dag of dat uur weet niemand af, zelfs niet de engelen in de hemel, zelfs niet de Zoon, maar de Vader alleen.
Dat zou ons wantrouwig moeten maken tegenover mensen die zeggen het allemaal wel te weten. Noch afgezien van het feit dat bedreigende situaties er altijd zijn geweest. In iedere eeuw, in elk continent waren er gebeurtenissen waarvan mensen dachten dat het einde nabij was.
Maar hoe zouden we dit Bijbelgedeelte dan wel kunnen lezen en wat zou het ons mogelijk wel te zeggen hebben? Als we meer precies naar dit hoofdstuk kijken, valt het op dat Marcus 13 een aparte plaats heeft in het evangelie. In de hoofdstukken hiervoor, al vanaf het 10e hoofdstuk, schrijft Marcus over het komende lijden van Christus. Over de weg die Hij moet gaan. Een weg van toenemende spanning; die weg die leidt naar zijn dood.
Maar dit hoofdstuk vertelt over het lijden van de volgelingen van de Heer, over alle onheil die hen zal overkomen. Het is dus niet alleen Jezus die moet lijden, maar ook zijn leerlingen die zullen lijden.
Het is allereerst een waarschuwing. Niet alleen Christus lijdt in en aan onze wereld. Nee net zo goed lijden zijn mensen aan wat hen allemaal overkomt. Overigens wie niet helemaal wereldvreemd is, weet wel dat ons leven zo in elkaar steekt. Dat lijden z’n tol eist, hoeft ons niet te verbazen. Blijf er dus maar nuchter onder.
Het wonderbaarlijke in Marcus 13 is dat het zegt dat het lijden dat wij in deze wereld zien en vaak ook zelf ervaren, nu juist niet het einde van de wereld is. Ook daarin verschilt het lijden van de volgelingen niet van hun Heer zelf. Ondanks de zware druk die je in je leven kunt voelen is dat niet wat God op het oog heeft. In tegendeel zelfs, wij worden opgeroepen om in dat alles te zoeken naar andere nieuwe hoopvolle tekenen, die aangeven dat het Koninkrijk van God niet een aflopende zaak is, maar dat de boodschap van Jezus leeft en nog altijd doorbreekt door het duister heen tot een blijvend licht voor de mensen.
We hoorden het in het Evangelie. De vijgenboom in Israël die zijn blad verliest en in het voorjaar weer nieuwe knoppen laat zien. Dan weet je dat er een nieuw seizoen, een nieuwe tijd aanbreekt. Kijk dus uit, midden in de winterkou en duisternis gebeuren nieuwe dingen. Dingen waar God zijn handtekening in schrijft. Daar worden mensen opgericht, krijgen mensen steun voor nieuwe perspectieven. Mensen worden dan niet alleen gelaten, maar staan op uit hun misère en ervaren geluk.
Gisteren heb ik JA IK WIL gezegd, trouw beloofd aan God en zijn kerk. Wat een geluk en blijdschap komt er dan over je.
In ons midden Jan en Riet Borst. Zij vieren samen met ons dat ze 50 jaar geleden “ja ik wil” tegen elkaar en voor God hebben uitgesproken. Het lijkt zo gemakkelijk, Ja ik wil. Het hangt niet af van je kunnen, dat durf ik wel zeggen, want we hebben wat we nodig hebben en dus gaan we ervoor, een veel gehoorde opmerking. Nee zo eenvoudig is dat niet. Ja ik wil doet een beroep op je vrijheid, immers je bindt je aan elkaar, je voelt je in staat om je vol overgave aan elkaar te geven, in lief en leed, zonder dat je weet hoe en wat, laat staan wanneer dat lief en leed plaats vindt. Maar daarmee komt het beste in ons naar boven. Dat is immers de roeping in ieder huwelijk. Ook in mijn wijding tot diaken. Het is de basis om el voor elkaar te zijn.
Het is zoals Jezus ons vandaag eigenlijk wil zeggen: Leef bewust, laat het onheil niet de boventoon voeren. Houd elkaars hand vast en blijf uitzien naar het Koninkrijk van God in lief en leed.
Zo zijn er positieve tekenen, ondanks de lezingen van deze dag. Ik ben begonnen in deze preek met mijn eigen blijde dag samen met Jannie. Een nieuwe fase in ons leven, waarvan we natuurlijk ook niet alles weten.
Jan en Riet Borst die hoopvol in de toekomst kijken. Ook niet wetend wat die zal brengen. Zo zijn er vele voorbeelden te noemen. Maar voor ons allen geldt: Wees geen afwachter maar een verwachter.
AMEN.