Preek op 14-10-2012, 28e zondag door het jaar B
GEEN CRÈCHE
openingswoord
Beste medegelovigen, welkom. Donderdag 11 oktober is het Jaar van het Geloof geopend. Paus Benedictus heeft dat gedaan met een feestelijke Eucharistieviering op het Sint Pietersplein. In ons bisdom deden wij dat in Heiloo, ook met een Eucharistieviering en aansluitend een studiedag voor pastorale krachten. Ik heb een deel van het programma gevolgd.
Ook in onze parochie willen wij de nodige aandacht besteden aan dit Jaar van het Geloof. Voor volwassenen is er een nieuwe leesgroep gestart, die zich verdiept in de Catechismus van de Katholieke Kerk. Er is een filosofiecursus binnen het kader van het geloof. De Dionysiusclub voor kinderen van groep 5 t/m 7 is van start gegaan. En ook onze jongerengroep is nieuw leven ingeblazen. En op het einde van deze Eucharistieviering krijgen alle gezinnen een geloofsboekje cadeau. Het zou mooi zijn om er thuis samen in te lezen en erover te spreken.
Wij hopen en bidden en werken, dat het Jaar van het Geloof ons allen veel goeds zal brengen.
Het evangelie vertelt over een rijke jongeman. Hij is tamelijk tevreden over zichzelf. Hij leeft volgens de geboden van God.
Maar ja, de begrippen ‘steeds meer’ en ‘steeds beter’ zitten bij hem in het bloed en zoals hij steeds rijker is geworden, zo wil hij het op het morele vlak – het gebied van goed en kwaad – óók steeds beter doen. Hij wil altijd het beste van het beste. Hij wil zelfs … het eeuwige leven.
Misschien dacht hij, dat Jezus hem zou vragen een paar extra giften te doen, iets meer gebeden uit te spreken en af en toe naar de preken van Jezus te komen luisteren.
Straks zullen wij merken, dat wat hij vraagt, dat hij daar eigenlijk nog niet aan toe is. Zo gaan wij allemaal weleens onze eigen gang. Wij bidden wel altijd “uw wil geschiede”, maar soms blijven wij in de tussentijd gewoon onze eigen wil doen.
Proberen wij echte dienaars te zijn, mensen, die doen wat God wil. Dan mogen wij ook zijn vrienden zijn.
Wij hebben vandaag een gast in ons midden, Eli Stok, priesterstudent van Vogelenzang. Hij doet dit jaar stage in onze parochie en zal zich strakjes aan ons voorstellen.
openingsgebed
Laat ons bidden. Almachtige en eeuwige God, voor wie U eert en oog heeft voor de naaste, is het geloof het zuiverste gewin, de grootste schat. Geef ons de ware vrijheid die niet gebonden is aan eer of geld. Breng ons de hoogste wijsheid bij: alles op te offeren en Christus na te volgen. Die met U leeft en heerst … . Amen.
GÉÉN KINDERWOORDDIENST
preek
Die rijke jongeman, krijgt die even een koude douche! Al z’n rijkdommen weggeven … dat had hij niet verwacht.
Willen wij dit gebeuren kunnen begrijpen, dan moeten wij er aan denken, dat Jezus Christus – als Zoon van God – alle mensen door en door kent. De evangelist Johannes schrijft bijvoorbeeld, dat Jezus van tevoren wist wíe Hem zou overleveren. Hij weet wat er in de harten van de mensen omgaat.
Wanneer die rijke jongeman bij Jezus komt en Hem toeroept “Goede Meester”, en Jezus kijkt naar hem, dan ziet Jezus dus in één oogopslag wat voor iemand Hij voor zich heeft: iemand, die van jongs af aan alle geboden heeft onderhouden. En toch … als de jongeman zijn vraag stelt: “Wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?”, antwoordt Jezus, dat hij de geboden moet onderhouden, terwijl Jezus dus goed weet, dàt hij dat al doet.
Misschien ziet Christus, dat de jongeman zijn vraag niet om een goede reden stelt of Jezus meent, dat hij het hogere in het geestelijke leven niet aankan en dat Hij hem wil sparen, zo van: Houd jij je nu maar aan de Tien Geboden van God, dan is het wat jou betreft goed.
Maar de jongeman is gewend zijn zinnetje te krijgen. Met geld heb je immers ook macht. En daarom gaat hij door en zegt: “Dit alles heb ik onderhouden van mijn jeugd af”.
Dan staat er in het evangelie, dat Jezus hem liefdevol aankijkt. Ik denk, dat Jezus dat niet doet, omdat de jongeman Jezus heeft verteld, dat hij alle geboden onderhoudt, dat wist Jezus Christus al. Hij kijkt hem liefdevol aan, omdat Hij voor onze jonge doordrammer alles uit de kast haalt – al z’n liefde – om hem dan toch maar die enorme stap voor te houden: “Ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen, daarmee zult ge een schat bezitten in de hemel, en kom dan terug om Mij te volgen”. En dan gebeurt wat Jezus wist dat gebeuren zou: “Dit woord ontstelde de jongeman en ontdaan ging hij heen, omdat hij vele goederen bezat”.
Wat was nu bij deze jongeman het zwakke punt? Dat hij veel geld had, veel goederen? Zeker niet! Lezen wij maar eens in het boek Job (1, 3) hoe rijk Job was, de rijkste man van het Oosten en deze rijkdommen had hij nota bene door de zegen van God gekregen. Maar toen Job op de proef werd gesteld en alles en iedereen verloor, sprak hij: “Jahwe geeft, Jahwe neemt, gezegend de Naam van Jahweh” (Job 1, 21). Wat Job deed was vertrouwen op de Heer. De rijke jongeman daarentegen vertrouwde op zijn rijkdom en goede daden. Hij dacht: omdat ik goed ben èn vooral als ik het nog beter ga doen, krijg ik het eeuwige leven.
Nee, mensen, de enige reden dat wij het eeuwige leven krijgen is … dat God van ons houdt, dat Hij barmhartig is, dat Hij ons wil laten delen in zijn vrede en vreugde. Er is niets op grond waarvan wij, mensen, van God het eeuwige leven kunnen eisen.
Jezus zegt: “Hoe moeilijk is het voor degenen, die geld hebben het Koninkrijk Gods binnen te gaan”, maar Hij heeft het nu over rijken, omdàt Hij een rijke voor zich heeft. In feite echter is het moeilijk voor íeder mens, die zich ergens op meent te kunnen beroemen.
Als iemand meent, dat hij het eeuwige leven zal krijgen, omdàt hij met zijn talenten goede dingen doet, dan heeft hij het mis. Als iemand meent, dat hij het eeuwige leven zal krijgen, omdàt hij arm is – Jezus houdt toch van de armen – dan heeft hij het mis. Je kunt arm zijn en tegelijk jaloers zijn op de rijken.
Wij hoeven niets te hebben waarop wij kunnen vertrouwen, geen rijkdom, geen macht, geen morele rechtvaardigheid, geen armoede. Al klungelen wij per ongeluk heel ons leven maar wat aan. Al moeten wij na zo veel jaar toegeven, dat wij van onze studietijd, ons werk en ons gezin, een zooitje hebben gemaakt, wat wij ook ondernamen … het lùkte gewoonweg niet. Geeft niet … àls wij het maar geprobeerd hebben en zijn blijven vertrouwen op Gods liefde voor ons.
Broeders en zusters, God kan met één vingerknip een betere wereld maken, maar Hij doet dat niet. Hij wil in de wereld werken door ons. Hij wil door zijn Kerk werken. God wil, dat wij gewoon ons best doen, bidden en werken, met liefde en met vertrouwen.
Zoals wij soms echt genieten van wat andere mensen voor ons doen, er blij en dankbaar om zijn, laten wij zo ook dikwijls bewust stilstaan bij wat God voor ons heeft gedaan en nòg doet. Dat zal ons vertrouwen doen toenemen. Dan zal onze Kerk een licht op de berg worden, een bolwerk van liefde en goedheid. Een voorbeeld, dat de rest van de wereld zal navolgen. Staan wij altijd klaar voor elkaar. Dat sterkt het vertrouwen van anderen. Dan kunnen zij ook makkelijker leren vertrouwen op God. Dat zou onze levensopdracht voor de komende week kunnen zijn: elkaar helpen vertrouwen op God.
Presentatie van nieuwe stagiair eli stok,
Groot seminarie de tiltenberg in vogelenzang
Mijn naam is Eli Stok; ik kom uit Ridderkerk en ik ben 22 jaar. Ruim een jaar geleden ben ik begonnen met de priesteropleiding op de Tiltenberg in Vogelenzang. Daarvoor heb ik wijsbegeerte gestudeerd in Middelburg en Leuven. Dat was een mooie tijd; ik ben erg dankbaar voor de dingen die ik daar heb geleerd en de vrienden die ik ben tegengekomen. Toch kwam, zeker in het laatste jaar, de gedachte steeds vaker bij me op dat God me een andere kant op riep, richting de Kerk, om daar als priester te dienen. Op een gegeven moment werd dat zo duidelijk dat ik, met Gods hulp en de ondersteuning van vele medechristenen, de stap heb gezet naar de opleiding.
Het seminarie is een plek van studie, van bezinning en gebed; maar tegelijkertijd is het een plaats van voorbereiding. Daarom ben ik nu hier om me aan u voor te stellen, omdat ik het komend jaar hier mag stagelopen. Daar ben ik zelf erg blij mee, want ik heb – tijdens mijn bezoeken hier en op de website – gezien dat de H. Dionysius een bloeiende parochie is, gastvrij en enthousiast voor het geloof.
U zult mij misschien aantreffen bij de voorbereiding op de Eerste Communie en het Vormsel, of bij andere activiteiten zoals de Alpha-cursus, de Diojo of de Dionysiusclub. Zo zal ik kunnen zien hoe je het geloof in een parochie doorgeeft, met het oog op de latere pastorale praktijk. Ook is mij gevraagd om een aantal persoonlijke gesprekken te voeren met parochianen die daarvoor openstaan. Alvast bedankt!
Ik vertrouw erop dat het een goede stage wordt in dit Jaar van het Geloof!