13-03-2020, vrijdag in de 2e week van de veertigdagentijd
Openingswoord
Als wij over menselijke hoekstenen spreken, denken wij misschien aan nobele figuren als Abraham, David of Jeremia. Heroïsche heiligen als Moeder Teresa of Johannes van het Kruis. En natuurlijk denken wij aan Jezus Christus. Al deze personen vallen in onze verbeelding op als mensen met bovennatuurlijke talenten, vaardigheden en toewijding. Maar de heilsgeschiedenis staat ook vol met verhalen van mensen van wie het leven niet zo goed begon, maar die uiteindelijk wel belangrijke hoekstenen werden voor het volk van God.
En wij dan? Hebben wij onszelf ooit gezien als een hoeksteen!? De broers van Jozef van Jakob wezen hem af en verkochten hem als slaaf. Maar door zijn nederigheid en zijn bereidheid om op God te vertrouwen, kon hij die negatieve omstandigheden omkeren in iets positiefs en werd hij de hoeksteen, die heel zijn familie en zijn kleine volkje en heel Egypte redde van de hongersnood.
Franciscus van Assisi was aanvankelijk niet veel meer dan een rondzwervende feestganger. Maar toen hij door God werd geraakt en de Heer wilde gaan volgen, werd hij door zijn vader afgewezen en onterfd. Door zijn verbondenheid met de hemelse Vader echter werd hij in de Middeleeuwen een van de belangrijkste hoekstenen van de Kerk. Zijn kracht, en die van anderen heiligen, zit niet in die afwijzing, maar in de nederigheid en de standvastigheid waarmee zij met die afwijzing omgingen. Dat is wat hen in een hoeksteen veranderde.
Zijn wij klaar om een hoeksteen te worden!? Wij denken hopelijk toch niet, dat God ons niet kan gebruiken, omdat wij niet goed genoeg of niet voldoende slim of heldhaftig zijn!? Wij hoeven niet sterk of dapper te zijn om God te kunnen dienen. Wij moeten gewoon nederig zijn, volgzaam. Misschien zijn wij bang om ook afgewezen te worden. Maar God belooft, dat wij nooit boven onze krachten beproefd zullen worden op voorwaarde, dat wij op Hem en zijn kracht vertrouwen.
Vertrouwen wij dus op Gods heilige Voorzienigheid en helpen wij zijn Kerk op te bouwen. Leggen wij ons leven vandaag uitdrukkelijk in de handen van de Heer en zeggen wij Hem, dat wij ons leven willen wijden aan het uitbouwen van zijn Koninkrijk in deze wereld.