24-03-2020, dinsdag in de 4e week van de veertigdagentijd

Openingswoord

De eerste lezing van vandaag gaat over de profeet Ezechiël. Hij ziet vanuit de tempel in Jeruzalem door de Araba water stromen naar de Dode Zee. De Araba is een geologische kloof, die de Zee van Galilea aan de noordkant omvat, de Jordaan in het midden en de Dode Zee in het zuiden. In dit visioen stroomde het water met zo’n overvloed en kracht de Dode Zee binnen, dat het het stilstaande water weer tot leven bracht. Langs de oevers konden de mensen vissen, zij konden zoet water vinden om van te leven.

Ezechiël profeteerde over het herstel van Jeruzalem, dat zou plaatsvinden wanneer de Israëlieten terugkeerden uit hun ballingschap in Babylon.

Maar door de genade van God geïnspireerd, kunnen wij dit visioen ook zien als een voorafschaduwing van het werk van Jezus Christus.

De tempel in Jeruzalem was de plaats waar God woonde en waar de aanbidding centraal stond. Tijdens zijn menswording werd Jezus Christus een nieuwe tempel. Hij opende de weg naar het hemelse Jeruzalem, waar al het volk van God in blijvende vrede zal leven. Door zijn dood aan het Kruis redde Jezus Christus ons uit de ballingschap en de gevangenschap van de zonde, zodat wij het levengevende water van zijn heilige Geest konden drinken.

Welk water drinken wij? Wij allemaal voelen in ons een honger naar zingeving van ons leven. Als mensen proberen deze dorst te lessen enkel door materiële bezittingen, door zintuiglijke genot of door de waardering van anderen, zullen zij zich nooit echt tevreden voelen. Wij zijn gemaakt voor God en alleen Hij kan ons nieuw leven geven. Alleen Hij heeft water dat eeuwig leven voortbrengt.

De heilige Schrift belooft ons, dat als wij dit levende water gebruiken, wij vruchten van genezing zullen dragen, het zal ons leven verfrissen en ook het leven van de mensen om ons heen.

Als mensen ons vragen hoe wij toch zo kunnen leven – bijvoorbeeld in deze moeilijke tijd van het coronavirus – dan is die verfrissing, die blijde kijk op het leven, de beste manier om hen te vertellen wat wij hebben gedronken. Als wij de vruchten van vrede, harmonie, vertrouwen en goedheid oogsten, kunnen wij er zeker van zijn, dat dit komt van de heilige Geest die ons voedt.

Zo niet, misschien is dat dan een teken, dat wij nog wat meer tijd met de Heer moeten doorbrengen.