23-03-2020, maandag in de 4e week van de veertigdagentijd

Openingswoord

De veertigdaagse vastentijd is een ernstig seizoen. Het is een tijd om intens naar onze eigen zonden te kijken en ze aan te pakken. De vasten is een tijd van zelfdiscipline, van extra gebed, opoffering en vrijgevigheid.

Nu hoeft een ernstig seizoen geen sombere tijd te zijn áls wij het doel van deze veertig dagen maar niet vergeten. Het gaat er immers niet om onszelf te straffen of onszelf te verloochenen alsof wij geen bestaansrecht hebben.

Het doel is om ons voor te bereiden op Pasen, om dat zo goed mogelijk te kunnen vieren, in het gezelschap van de Heer en alle andere gelovigen. De reden, dat wij willen sterven aan onze zonden is, dat wij met Jezus Christus kunnen verrijzen tot eeuwig leven. Dat is waar het in de vasten om gaat. En als we dat in het achterhoofd houden, dan kunnen wij van vasten eigenlijk alleen maar blij worden!

Om te bepalen wat het doel van het vasten is kunnen wij kijken naar een uitspraak in de brief aan de Hebreeën: “Zie naar Jezus, de aanvoerder en voltooier van ons geloof. In plaats van de vreugde die Hem toekwam, heeft Hij een kruis op zich genomen en de schande niet geteld: nu zit Hij aan de rechterzijde van Gods troon” (Hebr. 12, 2 ).

In deze tijd bidden wij nog wat meer dan anders, zodat onze vereniging met de Heer, die zoveel van ons houdt, dieper wordt. Wij laten de minder belangrijke dingen in het leven los – trouwens in deze tijd van het coronavirus moeten we wel – zodat wij onze handen kunnen openen om het overvloedige, eeuwige leven, dat Hij ons wil geven, te kunnen ontvangen. Wij geven tijd en moeite om mensen in nood te kunnen helpen, zodat wij ze mee kunnen nemen op weg naar het Koninkrijk, dat geen einde kent.

De profeet Jesaja herinnert ons eraan, dat God iets nieuws gaat scheppen, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. In feite verheugt God zich nu al om het werk, dat Hij doet: de gedaanteverandering, die Hij in zijn volk bewerkt. Hij nodigt ons uit om ons met Hem te verheugen (Jesaja 65, 14) want ook wij kunnen door zijn genade en kracht veranderd worden.

Misschien voelt ons vasten af en toe zwaar aan, zeker nu in deze tijd van coronavirus. Er is zo veel waarvan wij moeten afzien. Misschien zijn onze goede bedoelingen soms niet vol te houden, hebben wij het idee, dat wij niet voldoende vooruitgang boeken in onze strijd tegen onze verkeerde gewoonten. De mensen, die wij proberen te helpen, zijn ook niet allemaal even blij met wat wij doen. Dan is het moeilijk om te geloven dat God in ons en om ons heen aan het werk is.

Heffen wij onze blik naar omhoog. Vragen wij de heilige Geest ons te verlichten en dat heerlijke doel voor ogen te houden. Mislukking en teleurstelling, zonde en dood, zullen niet het laatste woord hebben, want Pasen komt eraan.