09-03-2020, maandag in de 2e week van de veertigdagentijd

Maandag 09-03-2020 in de tweede week van de veertigdagentijd

Openingswoord

Stellen wij ons voor, dat wij naar het Sacrament van Boete en Verzoening gaan en wij storten ons hart berouwvol uit, en de priester geeft ons geen absolutie. Dat klinkt absurd, omdat wij weten dat onze oprechte belijdenis zal leiden tot Gods vergeving en die van zijn Kerk. Tegelijkertijd mogen wij niet verwachten, dat God ons vergeeft als wijzelf andere mensen niet willen vergeven. Jezus heeft ons gezegd: “Spreekt vrij en ge zult vrijgesproken worden” (Lucas 6, 37).

Maar hoe moeilijk kan het voor onze gewonde harten zijn om pijn uit het verleden los te laten! Wij kunnen de moed vinden om hen, die zich tegenover ons verontschuldigen te vergeven, omdat wij vinden, dat gerechtigheid dan is geschied. Maar hoe zit het met hen, die zich niet verontschuldigen? Hoe zit het met hen, die niet willen erkennen, dat hun daden verkeerd waren? Wat als ze zo in zichzelf opgaan, dat zij zich niet eens bewust zijn van de pijn, die zij hebben veroorzaakt? Moeten wij zelfs hen vergeven? Ja!

Genade is bedoeld als een gratis geschenk, dat wij geven aan iemand, die het misschien niet verdient – een geschenk, dat wordt gegeven uit liefdevolle vriendelijkheid, en niet omdat de ontvanger het verdient. Verwachten wij, dat onze partner elk jaar een verjaardagscadeau ‘verdient’? Laten wij onze kinderen extra klusjes doen voordat wij hen verjaardagscadeautjes geven? Natuurlijk niet! Wel, dat is de manier waarop Jezus wil, dat wij nadenken over zijn bevel om te vergeven: barmhartigheid moet komen uit een gul hart zonder dat wij wachten op de vervulling van bepaalde voorwaarden.

Iemand vergeven, die ons onrecht heeft aangedaan, is een van de grootste geschenken, die wij Jezus in deze vastentijd kunnen geven. Het is ook een krachtig teken van Gods Koninkrijk op aarde. Vragen wij de heilige Geest dus om ons barmhartig te maken. Voor sommige zaken hebben wij tijd nodig om ons die eigen te maken. God weet wel hoe ernstig wij gekwetst zijn. Maar wachten wij tegelijkertijd niet op het perfecte moment en wachten wij niet op een verontschuldiging, die misschien nooit komt. Wij kunnen zelfs nu al woorden van vergeving beginnen te spreken, zelfs als wij het niet helemaal menen. Met de hulp van de heilige Geest kunnen wij ooit zo ver komen, dat wij oprecht vergeven en dat we op den duur zelfs kunnen glimlachen bij het noemen van de naam van die persoon. Zo genadig moeten wij worden, want zo genadig is Onze hemelse Vader!