01-04-2020, woensdag in de 5e week van de veertigdagentijd

Openingswoord

Shin Dong-hyuk zat drieëntwintig jaar lang gevangen in een Noord-Koreaans gevangenkamp voordat hij ontsnapte. Maar het grootste deel van die tijd dacht hij, dat zijn leven normaal was. Hij was namelijk in de gevangenis geboren. Hij dacht, dat het gewoon was om wapens te dragen. Mensen waren daartoe geschapen.

Het duurde lang voordat in hem de gedachte opkwam om te ontsnappen, want hij dacht, dat iedereen woonde in een kamp als het zijne. Als je hem tijdens zijn opsluiting naar de betekenis van het woord ‘vrijheid’ had gevraagd, zou hij niet geweten hebben wat te antwoorden.

Er zijn duidelijke overeenkomsten tussen het verhaal van Shin en wat de joodse leiders tegen Jezus zeggen in het evangelie van vandaag. Zij verklaren afstammelingen van Abraham te zijn en dat zij nooit iemands slaaf zijn geweest.

Maar Jezus probeert hen te vertellen, dat zij wel degelijk slaven zijn, slaven van de zonde. Zij begrijpen echter niet wat Hij bedoelt. Zij leven de Wet zo goed mogelijk na. Wat kan daar nou mis mee zijn!? Helemaal niets. Maar Jezus wilde hen de diepte invoeren.

Jezus wilde, dat zijn toehoorders vrij zouden blijven om de wet te gehoorzamen, maar Hij wilde, dat zij ook de vrijheid van de heilige Geest zouden kennen: de vrijheid om de Geest te kunnen horen spreken, woorden van wijsheid, liefde en van leiding.

Jezus wilde, dat zijn toehoorders de vrijheid van egocentrische zorgen en angsten zouden kennen.

De vrijheid om dezelfde dingen te doen, die Jezus deed. Een vrijheid die gebaseerd is op de kracht van God, die in hun hart leeft en daar werkzaam is.

Vrij zijn in Jezus Christus is iets wat wij altijd nodig hebben, ook al wandelen wij misschien al heel lang met de Heer.

Nu het hoogfeest van Pasen nadert zou het goed zijn om eens na te denken over de vraag hoe die vrijheid er voor ons uit zou moeten zien.

Misschien zullen wij dan merken, dat wij net als Shin Dong-hyuk al een hele tijd in een bepaald soort gevangenis zitten zonder dat we het zelf wisten.

Hebben wij vrijheid nodig om de persoon te kunnen worden, die wij willen zijn – geduldiger, attenter, meer open voor de heilige Geest? Hebben wij vrijheid nodig om erop uit te kunnen gaan om het Koninkrijk van God met vertrouwen op te bouwen? Vrijheid van een langdurige wrok of gekwetst zijn in het verleden?

Jezus Christus wil ons vrijmaken. Dus laten wij zijn waarheid diep in ons hart doordringen, zodat wij de vrijheid kunnen krijgen, die Hij in deze vastentijd voor ieder van ons heeft bereid.