Werelddag voor de Armen

Werelddag voor de Armen

Afgelopen 13 november was het Werelddag voor de Armen. In dit kader biedt het Vaticaan de allerarmsten van Rome gezondheidszorg door middel van een mobiele kliniek. Mensen, die nauwelijks of geen toegang hebben tot reguliere gezondheidszorg, zoals daklozen en migranten zonder verblijfsvergunning, kunnen daar gratis gezondheidschecks en medische hulp krijgen. Daarmee wil het Vaticaan armoede meer zichtbaar maken: “De armen bestaan en hebben onze hulp nodig.” In 2016 stelde Paus Franciscus de 33e zondag van het jaar in als de dag waarop de Kerk haar blik specifiek op de armen richt. In samenwerking met een Italiaanse supermarktketen zijn 5000 voedselpakketten uitgedeeld aan kansarme gezinnen in Rome. Ook lopen er een aantal langetermijnprojecten voor families en individuen.

Woensdag zegende Paus Franciscus het kunstwerk ‘Sheltering’ op het Sint-Pietersplein. Het werk is een oproep om meer aandacht aan dakloosheid te besteden. Met dat werk wil de Canadese kunstenaar Timothy Schmalz (bekend van het werk ‘Dakloze Jezus’) dakloosheid meer gezicht geven. “Het is een uitdaging”, legt aartsbisschop Fisichella uit. Iedere dag bezoeken ongeveer vijftigduizend mensen het plein. Die komen volgens de aartsbisschop voor de schoonheid, “maar ze worden op deze manier wellicht ook gevoelig voor de aanwezigheid van de armen. We proberen mensen uit te dagen om te erkennen dat armen bestaan en onze hulp nodig hebben.” Op zondag 13 november heeft Paus Franciscus in de Sint-Pietersbasiliek een Mis gevierd samen met een grote groep armen. Het thema was: Jezus Christus is arm geworden voor jou. Na afloop lunchte de Paus met 1300 armen in de Paulus VI-zaal. Dat vaste onderdeel van de Werelddag voor de Armen kon vanwege de pandemie in 2020 en 2021 niet doorgaan. “De armen bestaan en er zijn er meer dan de meeste mensen denken”, aldus de aartsbisschop. Volgens Fisichella herinnert paus Franciscus de wereld er telkens weer aan dat de armen dichtbij zijn: “Ze zijn niet onzichtbaar: het zijn mensen met waardigheid.”