Weinig jongeren bezoeken de Katholieke Kerk, maar hij wél
‘Ik was fel atheïst en behoorlijk kritisch over het geloof. Dat kwam vooral door vooroordelen, bijvoorbeeld door claims van gelovigen over de schepping van de aarde. Daar kon ik weinig mee. Ik wilde wel meer over het geloof weten en daarom ging ik in 2016 de Bijbel lezen. Een jaar later besloot ik een klooster te bezoeken. Wat gebeurde achter die dikke kloostermuren? In het klooster ontmoette ik broeders en zusters, fijne mensen. In de jaren daarna ben ik een paar keer een weekend naar het klooster gegaan voor een retraite. Tijdens de coronatijd ben ik verliefd geworden op het klooster, toen ben ik de vieringen vaker gaan bezoeken. Voor mij voelt de Kerk als thuiskomen, een plek waar ik mezelf kan zijn en me fijn voel. Ik denk dat ik me zo thuis voel omdat alle zintuigen worden aangesproken: je ziet, hoort, ruikt en proeft tijdens een viering. Dat maakt het voor mij anders dan protestantse kerken, waar ik in mijn zoektocht ook ben geweest. Daar hoorde ik heel aardige preken, toch voelde ik me nooit helemaal thuis. De eucharistie is voor mij het hoogtepunt van de week. Ik ervaar dan een diep geluk: samen sta je stil bij het Lichaam van Christus. De Kerk wekt bij mij ook nieuwsgierigheid. Ik snap nog lang niet waarom er op bepaalde momenten opeens wierook is, bijvoorbeeld. De eerste keren dat ik familie en vrienden vertelde, dat ik tot geloof was gekomen, voelde het als uit de kast komen. Maar de reacties waren juist positief. Sommige vrienden vinden het leuk om af en toe mee te gaan. In de kerk ben ik een van de weinige jongeren. Gelukkig ga ik samen met een studievriend. Het zou natuurlijk fijn zijn als er meer jongeren komen, maar ik merk ook dat leeftijd geen grote rol speelt in de kerk. Uiteindelijk zijn we allemaal broeders en zusters in Christus.’