Ter voorbereiding van de viering van woensdag 22-09-2021

Ter voorbereiding van de viering van woensdag 22-09-2021

Uit een preek van de heilige Bernardus, abt van Clairvaux († 1153)

Maria: door de Allerhoogste voor zichzelf bestemd en door de aartsvaders in tekenen aangeduid

Geboren worden uit een maagd kwam alleen toe aan God; God zelf ter wereld brengen kwam alleen toe aan een maagd. Daarom moest de Schepper van de mensen, om als mens te worden geboren uit een mens, onder alle vrouwen één vrouw uitverkiezen, ja één scheppen die Hem waardig zou zijn en Hem zou behagen.

Hij wilde dus dat zij maagd zou zijn om, zelf smetteloos, uit een smetteloze geboren te worden teneinde allen van smetten te reinigen.

Hij wilde ook dat zij nederig zou zijn om zelf als zachtmoedige en nederige van hart te verschijnen en het voor allen noodzakelijke en heilzame voorbeeld van deze deugden te tonen in zijn eigen persoon. Hij schonk aan de Maagd het moederschap, zoals Hij haar reeds vroeger het besluit tot maagdelijkheid had ingegeven en haar de deugd van nederigheid had geschonken.

Hoe kon anders de engel in het vervolg haar ‘vol van genade’ noemen, indien zij iets goeds, hoe gering ook, zou bezitten dat zij niet aan de genade dankte? Opdat zij die de Allerhoogste zou ontvangen en ter wereld brengen, heilig van lichaam zou zijn, ontving zij de gave van de maagdelijkheid. Om ook heilig van geest te zijn, ontving zij de gave van de nederigheid.

Getooid met deze parels van deugden, stralend van een dubbele schoonheid, zowel van geest als van lichaam, was de koninklijke Maagd om haar edele gestalte bekend in de hemel en trok zij de aandacht van alle bewoners van de hemelse stad. Zij wekte de liefde van de Koning (vgl. Ps. 45 (44), 12) die een hemelse bode tot haar zond.

Een engel werd gezonden tot de Maagd (vgl. Lc. 1, 26). Ja, maagd was zij naar het lichaam en naar de geest, maagd door haar levensstaat. Kortom, zoals de Apostel de vrouw die maagd is, beschrijft: heilig naar lichaam en geest (1 Kor. 7, 34). Zo was zij niet eerst kort tevoren bevonden, niet bij toeval, maar van eeuwigheid was zij als zodanig uitverkoren. Zij was door de Allerhoogste vooraf gekend en voor Hem bestemd, door engelen beschermd, door de aartsvaders in tekenen aangeduid en door de profeten voorzegd.