Ter voorbereiding van de viering van dinsdag 28-09-2021

Ter voorbereiding van de viering van dinsdag 28-09-2021

Uit de pastorale constitutie over de kerk in de wereld van deze tijd van het tweede Vaticaans Concilie

Het ene volk van God

het Tweede Vaticaans Concilie

Krachtens haar zending om de hele wereld door de boodschap van het evangelie te verlichten en in de ene Geest de mensen van alle volken, rassen en culturen bijeen te brengen, verschijnt de kerk als teken van broederschap die een eerlijke dialoog mogelijk maakt en versterkt.

Dit vereist echter dat wij in de eerste plaats binnen de kerk zelf waardering en eerbied voor elkaar opbrengen en, met erkenning van alle gewettigde verscheidenheid, de eensgezindheid bevorderen. Dan zullen wij tot een steeds vruchtbaarder dialoog komen met allen die het ene volk van God vormen, herders en gelovigen. Want wat de christenen verenigt, is sterker dan wat hen verdeelt: zo moet er eenheid zijn in het noodzakelijke, vrijheid in twijfelgevallen, liefde in alle omstandigheden.

Hoe sterker deze eenheid in waarheid en liefde groeit onder de krachtige leiding van de heilige Geest, des te meer zal zij een voorbode van vrede en eenheid voor de gehele wereld zijn. Daarom moeten wij onze krachten bundelen en onze middelen steeds beter aanpassen om dit grootse doel in onze tijd te bereiken. Zo zullen wij, met de dag meer afgestemd op het evangelie, ons inspannen om broederlijk samen te werken ten dienste van de mensheid, dat grote gezin dat in Christus Jezus is geroepen om het gezin te vormen van Gods eigen kinderen.

Gedachtig het woord van de Heer: ‘Hieruit zullen allen kunnen opmaken dat gij mijn leerlingen zijt: als gij de liefde onder elkaar bewaart’ (Joh. 13, 35), kunnen de christenen niets vuriger verlangen dan op steeds edelmoediger en doeltreffender wijze dienstbaar te zijn aan de mensen in de wereld van deze tijd. Gehoorzaam aan het evangelie waarvan zij de heilzame kracht ondervinden, en verbonden met allen die de gerechtigheid liefhebben en beoefenen, hebben zij hier op aarde een ontzaglijke taak op zich genomen. Eens zullen zij hiervan rekenschap moeten afleggen aan Hem die allen zal oordelen op de laatste dag. Niet ieder die zegt: Heer, Heer! zal binnengaan in het koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van de Vader (vgl. Mt. 7, 21) en het werk met kracht ter hand neemt. De Vader wil dat wij in alle mensen Christus als onze broeder erkennen en werkelijk beminnen, zowel in woord als in daad. Aldus getuigen wij van de waarheid en delen wij met de anderen in het mysterie van de liefde van de hemelse Vader.

Op deze wijze zullen overal ter wereld mensen vervuld worden van de hoop, geschonken door de heilige Geest, dat zij eens opgenomen zullen worden in de hoogste vrede en het hoogste geluk, in het vaderland waar het licht straalt van Gods heerlijkheid. ‘Aan Hem die door de kracht welke in ons werkt, bij machte is oneindig meer te volbrengen dan al wat wij kunnen vragen of vermoeden, aan Hem zij de heerlijkheid in de kerk en in Christus Jezus, tot in alle geslachten van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.’