Overweging ter voorbereiding van 13-11-2022, 33e zondag door het jaar
Uit de onderrichtingen van de heilige Cyrillus, bisschop van Jeruzalem († 386)
De geloofsbelijdenis
Aanvaard en bewaar alleen het geloof zoals je het leert en belijdt, zoals het door de kerk nu aan jou wordt overgedragen en dat door de hele heilige Schrift is gewaarborgd. Niet alle mensen zijn in staat de Schrift te lezen. Een hindernis om hiervan kennis te nemen is voor sommigen hun ongeletterdheid, voor anderen gebrek aan tijd. Om te voorkomen dat hun ziel aan deze onwetendheid ten onder gaat, vatten wij de geloofsleer in enkele zinnen samen.
Behoud dat als een basis voor je hele leven. Aanvaard geen ander geloof dan dat, ook niet als ik ooit van gedachten verander en het tegendeel beweer van wat ik nu onderwijs, en zelfs als een verderfengel, vermomd als een engel van licht, jou wil misleiden. ‘Al zouden wij zelf of een engel uit de hemel een ander evangelie verkondigen dan gij nu ontvangen hebt, hij zij vervloekt!’ (Gal. 1, 8.9).
Nu hoor je alleen de woorden van het geloof, maar prent die in je geheugen. En neem op het geschikte ogenblik in je op, wat de Schriften over ieder van die geloofsartikelen getuigen. Want deze geloofsbelijdenis is niet opgesteld volgens een idee van mensen. Uit de hele Schrift is het belangrijkste bijeengebracht als een samenvatting van de geloofsleer. Een mosterdzaadje bevat veel takken in een heel klein graantje en zo balt de geloofsbelijdenis in weinig woorden het hele geloofsgoed van het Oude en het Nieuwe Testament samen. Let daarom op; houd vast aan de overlevering die je nu ontvangen hebt; ‘grif ze in de tafel van je hart’ (Spr. 7, 3).
Pas vooral op dat de vijand je niet overvalt, als de aandacht verslapt. Laat geen dwaalleraar iets vervormen van wat je overgeleverd is. Het geloof is net als geld dat je op een bank zet. Dat heb ik nu gedaan. En God zal jou van dit toevertrouwde geld rekenschap vragen. Zo zegt Paulus: ‘Ik getuig voor het aanschijn van God die alles ten leven wekt, en van Christus Jezus die voor Pontius Pilatus de goede belijdenis heeft afgelegd. Bewaar het geloof dat je is overgeleverd, onbevlekt en ongerept tot de verschijning van onze Heer Jezus Christus’ (1 Tim. 6, 13-14).
Een schat van leven is aan jou overgedragen. De Heer zal het toevertrouwde opvragen ‘bij zijn verschijning die God ons te rechter tijd zal doen aanschouwen, Hij, de gelukzalige, de enige heerser, de grote koning en de opperste Heer, die alleen onsterfelijkheid bezit en woont in een ontoegankelijk licht. Geen mens heeft Hem gezien of is in staat Hem te zien. Hem zij heerlijkheid, eer en eeuwige macht. Amen’ (1 Tim. 6, 14-16).