Ter voorbereiding van de viering van de zondag

Ter voorbereiding van de viering van de zondag

Uit het commentaar van de heilige Ambrosius, bisschop van Milaan († 397), op psalm 44 (43)

Het teken van Jona

Kijk eens of er een verschil bestaat met het evangelie, in het verhaal dat we lezen over Jona (vgl. Jona 2, 1), die onder in de boot in een diepe slaap was gevallen. In dit verhaal zien we een voorafbeelding van het heilig lijden van Jezus. Jona sliep immers in de boot en lag daar te snurken, onbezorgd, want hij hoefde niet bang te zijn betrapt te worden. Op dezelfde manier sliep onze Heer Jezus Christus, die dat beeld door het geheim van zijn dood vervuld heeft, in de tijd van het evangelie in een boot. En zoals Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster zat, zo verbleef de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in de schoot van de aarde, namelijk bij zijn lichamelijk lijden. Zodra Jezus zich uit de dood had opgewekt en de slaap van zijn lichaam afgeschud had om voor het heil van alle mensen te verrijzen, ging Hij zijn leerlingen bezoeken.

Hij is dus de ware Jona, die zijn leven geofferd heeft tot verlossing voor ons. En dit is de reden dat Jona opgepakt werd en in zee gegooid: hij moest opgenomen en verslonden worden door het zeemonster om de buikholte van dat monster leeg te maken. Over welk monster dit gezegd wordt, kun je horen bij Job die zegt: Hij die in staat is een groot zeemonster gevangen te nemen (vgl. Job 3, 8). Wie is die ‘hij’? Dat is wel duidelijk, als je gelezen hebt dat onze Heer Jezus Christus de gevangenschap gevangen heeft genomen (vgl. Ef 4, 8). Want na de overwinning op onze vijand en tegenstander zijn wij, die gevangen waren, door Christus in vrijheid gekomen.

Tenslotte leert juist het gebed van de heilige Jona dat het gaat over het geheim van Jezus’ lijden. Hij zegt: ‘In mijn nood roep ik de Heer aan en vanuit de schoot van de onderwereld heeft Hij mij gehoord’ (Jona 2, 3). Zie je dat Jona het heeft over de schoot van de onderwereld en niet over de buik van het zeemonster? De Heer is immers niet in het zeemonster, maar in de onderwereld afgedaald, om ook degenen die in de onderwereld zaten, van hun eeuwige boeien te verlossen.

Wie heeft met woorden van eer en lof tegenover de Heer het offer gebracht? Wie anders is het dan de eerste van alle priesters, die voor allen beloften gedaan heeft en ook vervuld? Alleen zijn eigen handelen had macht. Zoals immers Jona de zee werd ingegooid en de woelige zee toen tot rust kwam, zó is onze Heer Jezus Christus in deze wereld gekomen, ten bate van de wereld en om door zijn bloed alles tot vrede te brengen, zowel op aarde als in de hemel. Door zijn komst heeft Hij dus alle mensen verlost en ze door zijn werken opgeroepen tot dienst aan God: Hij heeft doden opgewekt en zieken genezen, en daarbij godvrezendheid gebracht in de gevoelens van de mensen. Hij is het die de Heer een offer opgedragen heeft voor ons heil en offers heeft gebracht die passen bij onze bekering; Hij is het die geslapen heeft én waakzaam is gebleven.