Ter voorbereiding van de viering van de vrijdag

Ter voorbereiding van de viering van de vrijdag

Uit een homilie van de heilige priester Beda de Eerbiedwaardige († 735)

De bruiloft waar de Heer door het mysterie van de menswording zich met zijn kerk verbindt

Toen onze Heer en Verlosser op de bruiloft uitgenodigd werd, verwaardigde Hij zich niet alleen te komen, maar Hij deed er zelfs een wonder om de gasten te verblijden. Dit was, behalve een afspiegeling van de hemelse sacramenten, zelfs een letterlijke bevestiging van het vertrouwen dat zij die het ware geloof belijden, in Hem stellen.

Indien er immers enige schuld zou schuilen in een eerzaam huwelijk en een met de vereiste zuiverheid van geest gevierde bruiloft, dan zou de Heer geenszins gekomen zijn en zou Hij deze bruiloft met zijn eerste wondertekenen niet hebben geheiligd. Daar nu echter de zuiverheid van het huwelijk een goed is, de onthouding van de weduwe een hoger goed, maar de maagdelijke volmaaktheid het hoogste goed, heeft Christus zich verwaardigd uit de ongerepte schoot van de maagd Maria geboren te worden om te laten zien dat Hij elke keuze die men uit deze drie levenswijzen maakt, goedkeurt, maar ook de verdienste van elk ervan onderscheidt. Nauwelijks geboren, wordt Hij door Hanna in profetische bewoordingen gezegend, door de bruiloftsgasten wordt Hij als jongeman uitgenodigd en dezen eert Hij met de aanwezigheid van zijn verheven persoonlijkheid.

Nog groter is echter de vreugde over de afspiegeling van de hemelse werkelijkheid. Gods Zoon die immers op aarde wonderen zou doen, kwam naar de bruiloft om te laten zien dat de psalmist met het beeld van de zon juist Hem voorspelde, toen hij zong: ‘Daar plaatste de Heer een tent voor de zon; zoals een bruidegom komt uit zijn bruidsvertrek, zo begint zij onstuimig haar baan. Vanaf de hemelrand klimt zij omhoog en daalt weer af naar de andere einder’ (Ps. 19A (18A), 6-7). Ook zegt Hij ergens over zichzelf en zijn getrouwen: ‘De vrienden van de bruidegom kunnen toch niet bedroefd zijn, zolang de bruidegom bij hen is? Er zullen dagen komen dat de bruidegom van hen is weggenomen; dan zullen zij vasten’ (Mt. 9, 15).

Daarom is het niet verwonderlijk dat door de gelovigen altijd met veel tranen en smart werd uitgezien naar de menswording van onze Verlosser vanaf het ogenblik dat Hij aan de vaderen beloofd werd. Zo is ook de hoop van de gelovigen vanaf het ogenblik dat Hij na de verrijzenis ten hemel is opgestegen, geheel gericht op zijn wederkomst. Slechts in de tijd echter dat Hij onder de mensen vertoefde, hoefden zij niet te wenen en te treuren, omdat zij Hem die zij in de geest beminden, lichamelijk reeds bij zich hadden. De bruidegom is derhalve Christus, zijn bruid de kerk en de vrienden van de bruidegom of de bruiloftsgangers zijn al degenen die Hem trouw zijn, niemand uitgezonderd.

De bruiloft had plaats op het ogenblik dat Hij door het mysterie van de menswording de kerk met zich verbond. Niet bij toeval maar door de genade van het mysterie dat volgens goddelijk raadsbesluit tevoren reeds vaststond, kwam Hij naar de bruiloft die hier op aarde naar menselijk gebruik werd gevierd: Hij die uit de hemel op aarde neerdaalde om in geestelijke liefde de kerk aan zich te binden; Hij voor wie de schoot van de ongerepte maagd het bruidsvertrek was waarin God zich met de menselijke natuur verenigde en waaruit Hij als bruidegom naar buiten trad om de kerk met zich te verbinden. De bruiloft werd weliswaar in de eerste plaats in Judea gevierd, waar de Zoon van God mens is geworden en de kerk heeft geheiligd door haar een deel van zijn lichaam te laten worden en met het onderpand van zijn Geest te versterken. Voor alle volkeren die tot het geloof geroepen zijn, verbreidde zich echter de heilige vreugde van diezelfde bruiloft tot aan de uiteinden der aarde.