Overweging ter voorbereiding 17-04-2023, maandag in de tweede week van Pasen

Overweging ter voorbereiding 17-04-2023, maandag in de tweede week van Pasen

Uit de dogmatische constitutie over de kerk van het Tweede Vaticaans Concilie

De kerk: zichtbaar sacrament van heilzame eenheid

Tweede Vaticaans Concilie

‘Er komt een tijd – godsspraak van de Heer – dat Ik met Israël en Juda een nieuw verbond sluit… Ik schrijf mijn wet in hun binnenste, Ik grif ze in hun hart. Ik zal hun God, en zij zullen mijn volk zijn… Want iedereen, groot en klein, kent Mij al’ (Jer. 31, 31-34).

Christus heeft dit nieuwe verbond ingesteld, het nieuwe verbond in zijn bloed. Uit joden en heidenen heeft Hij een volk geroepen, dat niet naar het vlees maar in de Geest tot eenheid samengroeit om het nieuwe Godsvolk te zijn. Want zij die in Christus geloven, zijn opnieuw geboren, niet uit een vergankelijk maar uit een onvergankelijk zaad – door het woord van de levende God (1 Petr. 1, 23) – niet uit vlees maar uit water en heilige Geest. Zij vormen ‘een uitverkoren geslacht, een koninklijke priesterschap, een heilige natie, Gods eigen volk… vroeger geen volk, nu Gods volk’ (1 Petr. 2, 9-10).

Dit messiaanse volk heeft als hoofd Christus ‘die is overgeleverd om onze misslagen en opgewekt om onze rechtvaardiging’ (Rom. 4, 25), en die thans, nu Hij de Naam boven alle namen gekregen heeft, in heerlijkheid heerst in de hemel.

Dit volk heeft als levensvorm de waardigheid en de vrijheid van de kinderen Gods, en in hun hart woont de heilige Geest als in een tempel. Het heeft als wet het nieuwe gebod: elkaar liefhebben zoals Christus zelf ons heeft liefgehad. Het heeft als einddoel het koninkrijk van God, waarmee God zelf op aarde een begin heeft gemaakt en dat zich steeds verder moet uitbreiden, totdat het aan het einde van de tijden ook door Hem zal worden voltooid. Dan zal Christus, ons leven, verschijnen en ‘ook de schepping zal verlost worden uit de slavernij van de vergankelijkheid en delen in de glorievolle vrijheid van de kinderen Gods’ (Rom. 8, 21).

Al omvat het messiaanse volk op het ogenblik niet alle mensen en al heeft het niet zelden het voorkomen van een kleine kudde, het is toch voor de hele mensheid de krachtigste kiem van eenheid, hoop en heil. Het is door Christus gemaakt tot een gemeenschap van leven, liefde en waarheid. Hij gebruikt het ook als werktuig voor de verlossing van allen en Hij zendt het uit naar de hele wereld als licht van de wereld en zout van de aarde.

Zoals nu het oude Israël tijdens zijn omzwerving door de woestijn reeds gemeente van God wordt genoemd, zo wordt het nieuwe Israël dat in deze tijd onderweg is, op zoek naar de toekomstige en blijvende stad, ook gemeente of kerk van Christus genoemd. Christus heeft haar immers door zijn bloed verworven, met zijn Geest vervuld en met geschikte middelen voor een zichtbare en maatschappelijke eenheid toegerust. God heeft de gemeente samengeroepen van hen die gelovig opzien naar Jezus, de bron van het heil en de oorsprong van eenheid en vrede. Hij heeft deze tot kerk gemaakt om voor allen en voor ieder afzonderlijk het zichtbare sacrament te zijn van deze heilzame eenheid.