Ter voorbereiding van de viering van de dinsdag

Ter voorbereiding van de viering van de dinsdag

Uit het commentaar van de heilige Johannes Chrysostomus, bisschop van Constantinopel († 407), op de brief aan de Romeinen

De gerechtigheid is meer dan het leven, want ze is de wortel van het leven

Waar de gerechtigheid is, daar zijn noodzakelijkerwijze het leven en duizenden andere goede dingen; zoals waar de zonde is, ook de dood is. Want de gerechtigheid is veel meer dan het leven, omdat ze de wortel van het leven is. Dat er verscheidene goede dingen uit de gerechtigheid voortkwamen – dat niet slechts de ene zonde van Adam werd tenietgedaan maar ook de overige zonden – zegt de Apostel met de woorden: ‘De genade die na zoveel overtredingen verleend werd, betekende volledige kwijtschelding’ (Rom. 5, 16). Daarmee werd noodzakelijkerwijze aangetoond dat de dood tot in de wortel werd uitgeroeid.

Daarna toont de Apostel aan dat door de genade niet alleen de zonde van Adam en al de andere zonden werden weggenomen, maar ook de gerechtigheid werd meegedeeld; toont hij tevens aan dat Christus niet slechts zoveel voordeel bracht als Adam schade had berokkend, maar veel meer en veel groter voordeel.

Hoe bewijst de Apostel dat? ‘Door toedoen van één mens begon de dood te heersen als gevolg van de val van die mens. Zoveel heerlijker zullen zij die de overvloed der genade en de gave der gerechtigheid ontvangen, leven en heersen, dank zij de éne mens Jezus Christus’ (Rom. 5, 17). Wat hij bedoelt, is het volgende. Wat heeft de dood tegen de hele wereld gewapend? Dat één enkele mens van de boom gegeten heeft. Als nu omwille van één enkele misstap de dood zo machtig is geworden, hoe kunnen dan mensen aan de dood onderworpen zijn, na een genade en een gerechtigheid te hebben ontvangen die veel groter zijn dan die ene zonde? Daarom spreekt Paulus hier niet van ‘genade’, maar van ‘de overvloed van genade’. Want we hebben uit genade niet slechts ontvangen wat we nodig hadden om de zonde teniet te doen, maar veel meer. We werden van de straf bevrijd; we hebben alle boosheid afgelegd; we werden opnieuw geboren; we zijn opgestaan en de oude mens werd begraven; we werden vrijgekocht en geheiligd, als kinderen aangenomen en gerechtvaardigd; we werden broeders en medeërfgenamen van de Eerstgeborene, ledematen van zijn lichaam; we werden in zijn vlees ingelijfd en met Hem verenigd zoals het lichaam met het hoofd. Dit alles tezamen noemt Paulus ‘de overvloed der genade’.