Ter voorbereiding van de heilige Mis op woensdag 29-01-2020

Ter voorbereiding van de heilige Mis op woensdag 29-01-2020

Uit een preek van de heilige Augustinus, bisschop van Hippo († 430), over de beproeving van Abraham

De liefde van hem die geloofde was niet in strijd met de bereidwilligheid van hem die gehoorzaamde

De overbekende liefde tot God van onze vader Abraham is ons door de zojuist voorgelezen tekst in herinnering gebracht.

Groot is zijn geloof, en groot is zijn liefde, niet alleen jegens God, maar ook jegens zijn enige zoon. Want vader Abraham geloofde dat wat hem bevolen werd door zijn Schepper, niets kwaads voor zijn zoon kon betekenen. Abraham kon immers de lichamelijke vader zijn van zijn zoon, echter niet zijn goddelijke Schepper en Maker. De Apostel toch zegt: ‘Isaak is Abraham niet geboren naar het vlees maar krachtens de belofte’ (vgl. Gal. 3, 24). Abraham heeft geloofd dat Isaak geboren zou worden, en nu treurde hij niet dat Isaak zou sterven. Zijn hand werd gekozen voor het offer, opdat Isaak zou sterven, zoals zijn hart verkoren was tot het geloof opdat Isaak geboren zou worden. Abraham aarzelde niet te geloven, toen hem zijn zoon beloofd werd; hij aarzelde niet hem te offeren, toen zijn zoon van hem werd opgeëist. De liefde van hem die geloofde, was niet in strijd met de bereidwilligheid van hem die gehoorzaamde. Maar er leefde in zijn hart steeds een ongeschokt geloof, dat op geen enkele wijze verminderde. Want Abraham dacht: God die heeft gegeven dat hij die niet was, geboren zou worden uit oude mensen, is ook bij machte hem op te wekken uit de dood. Het was immers veel groter wat God reeds gedaan had, toen Abraham na zo’n grote teleurstelling een zoon kreeg die tevoren niet bestond; gelet op het menselijke onvermogen, was dit uitgesloten. Hij onderwierp dus zijn verstand aan het geloof. Hij geloofde dat voor de Schepper niets onmogelijk is.

Abraham, de vader van ons geloof

Abraham geloofde dat hij een zoon zou ontvangen; zo geloofde hij ook, toen hij van God een bevel ontving hem te doden.

Hij bracht zijn zoon naar de offerplaats. Hij wapende zijn hand met het offermes. Let op wie doodt en wie hij doodt. Let op wie hem het bevel geeft. Abraham toont zijn liefde door te gehoorzamen.