Preekje op 29-01-2021, vrijdag in week 3 door het jaar 1

Preekje op 29-01-2021, vrijdag in week 3 door het jaar 1

Openingswoord

Broeders en zusters, het Koninkrijk van God is voor ons tot op zekere hoogte een mysterie. Soms gaat het ons petje te boven.

In het evangelie vertelt Jezus over de boer, die niet weet hoe het zaad ontkiemt. Hij slaapt en staat op, ’s nachts en overdag, en intussen groeit het zaad, maar hij weet niet hoe.

Ook wij weten niet waarom bepaalde dingen gebeuren. Wij moeten dan maar op God vertrouwen . Hij heeft het allerbeste met ons voor.

De schrijver van de brief aan de Hebreeën zegt, dat wij volharding nodig hebben om de wil van God te kunnen doen en de beloften binnen te halen.

Wij hebben ooit voor de eerste keer een ervaring van Gods liefde gehad. We waren misschien zo geraakt, dat wij ons niet meer zo druk maakten om de gewone dagelijkse dingen. Misschien dat wij ons meteen verdienstelijk gingen maken en de gemakken van onze eigen leven vergaten.

De christenen over wie gesproken wordt in de brief van de Hebreeën hebben ook zo’n wittebroodswekengevoel gekend. Zij waren zo onder de indruk van hun nieuwe relatie met Jezus, dat zij omwille van Hem graag vervolging en gevangenis verduurden. En als zijzelf het op dat moment niet moeilijk hadden, hielpen zij mensen, die wel vervolgd werden.

Maar, wat gebeurde er? Als deze eerste christenen geen problemen vonden, dan vonden de problemen hen … in de vorm van bijvoorbeeld vermoeidheid. En daarom spoorde de schrijver van deze brief hen aan om te volharden in hun geloof in Jezus.

De problemen weten ook ons te vinden. Onze vurige liefde kan op den duur verzwakt worden door de zorgen voor het dagelijkse leven. En dan is er de duivel, die onze aandacht van Jezus en van elkaar probeert af te leiden met de verleidingen van deze wereld of met verkeerde gevoelens van onwaardigheid.

Maar dit is niet het einde van het verhaal. God belooft ons te verfrissen en onze tekorten aan te vullen. Hij weet, dat er tijden zijn, dat wij volharding nodig hebben en Hij staat altijd klaar om ons te helpen. Alles wat Hij vraagt is dat wij volharden in gebed en dat wij zijn woord in ons hart bewaren. Dan helpt Hij ons overleven, ja, om zelfs te groeien.

Laten wij eraan denken: God houdt meer van een diep en langdurig geloof dan van een vurige, maar vluchtige passie. Hij weet, dat het leven waartoe Hij ons heeft geroepen, meer lijkt op een huwelijk dan op een vluchtige affaire. Het vergt twee mensen veel werk om werkelijk één te kunnen worden. Natuurlijk is er passie en opwinding, maar er moet ook volharding zijn en toewijding.

Broeders en zusters, God is ons heel de eeuwigheid toegewijd. Wij kunnen niet anders dan met eenzelfde toewijding proberen te antwoorden. Laten wij dus voortgaan op onze weg, wetend dat God alle dingen bewerkt, de gemakkelijke en de moeilijke, omwille van ons heil. Proberen wij ons voor te stellen hoe God ieder van ons vraagt: “Wil jij Mij aannemen als de Heer van je leven, voor de rest van je leven? Wil je Mij liefhebben en eren al de dagen van je leven?” Laten we dan van harte antwoorden: “Ja, Heer, ik wil!”