Preekje op 28-07-2020, dinsdag in de 17e week door het jaar 2
Broeders en zusters, welkom. Het evangelie van vandaag is ontleend aan Jezus’ onderricht over het Koninkrijk van de Hemel. Hij gebruikt voorbeelden uit het dagelijkse leven om licht te werpen op goddelijke mysteries.
In de passage van vandaag legt Jezus de betekenis uit van zijn gelijkenis over het goede zaad en het onkruid dat samen opgroeit. Aan de ene kant is er de verborgen kracht en vruchtbaarheid van het zaad. Aan de andere kant herinnert Jezus ons aan het gevaar van de vijand en de schade, die veroorzaakt wordt door de zonde.
Beide principes zijn aan het werk in ons leven. Jezus zegt, dat het goede zaad de kinderen van het koninkrijk is – dat zijn wij, die met vallen en opstaan ons best doen!
Dit beeld van het goede zaad onthult de bron van onze vruchtbaarheid: God zelf. Dit betekent, dat zijn goede zaad, zijn genade, al in ons leeft. Het werd in ons geplant door de doop, en het wordt gevoed door de sacramenten en bij andere gelegenheden waarbij wij genade mochten ontvangen. Dag na dag is de heilige Geest aan het werk om het zaad te laten groeien, zelfs als we het niet kunnen zien.
Toch mogen we ook niet de inspanningen van de vijand vergeten om onkruid in ons te zaaien. We ervaren allemaal verleidingen tot gewone zonden of tot ondeugden, die onze menselijke relaties beschadigen. We kunnen ook ten prooi vallen aan subtiele leugens, die onze relatie met God schaden. “God houdt niet echt van me,” denken we weleens. “Hij ziet mijn zonde en heeft me al veroordeeld.”
Houden we dan in gebed het verhaal over het zaad voor ogen. God heeft veel goede zaden in ons leven gezaaid. Danken wij God ervoor. Vraag dan aan de heilige Geest hoe wij vandaag toch minstens één zaadje tot wasdom kunnen brengen.
Misschien heeft God de genade van de vergeving in ons hart geplant en wil Hij ons helpen om een relatie te herstellen. Wij zouden kunnen beginnen met te bidden voor die persoon en wij zouden een manier kunnen proberen te vinden om de ergernissen, die die persoon ons geeft, om die te verdragen. Wij kunnen proberen de verleiding te weerstaan om over die persoon te oordelen.
Zaad is heel sterk, veel sterker zelfs dan onkruid, want het komt van God. In zijn eerste brief, in het vierde hoofdstuk, zegt de apostel Johannes: “Kinderen, gij hoort bij God, en gij zijt sterker dan de leugenprofeten, want Hij die u bezielt is machtiger dan hij die de wereld beheert.”