Preekje op 27-04-2021, dinsdag na de 4e zondag van Pasen

Preekje op 27-04-2021, dinsdag na de 4e zondag van Pasen

Openingswoord

Petrus Canisius

Peter Canisius werd op 8 mei 1521 te Nijmegen geboren. Hij was de zoon van de burgemeester van deze stad. Hij studeerde in Keulen alwaar de Jezuïtenorde de eerste vestiging buiten Frankrijk stichtte. De orde van Ignatius van Loyola werd voor Petrus het middelpunt van zijn leven. Hier vond de geleerde filosofiedoctor wetenschap en apostolische bezigheden in harmonie verenigd.

Hij heeft zich ingezet voor het behoud en de vernieuwing van het katholiek geloof. In woord en geschrift werd hij een alom gewaardeerd persoon. Naast vele andere zaken was hij bijvoorbeeld de pauselijke theoloog tijdens het concilie van Trente (1545 – 1564). Tot driemaal toe werd hem de bisschopszetel van Wenen aangeboden en even zoveel keer heeft hij deze geweigerd. Hij was een persoon in aanzien in de katholieke wereld. In bijna alle kerkelijk-politieke ontwerpen en beslissingen is zijn aanwezigheid tastbaar. Het bekendste werk dat Petrus Canisius heeft geschreven is de grote catechismus, reeds bij zijn dood was men toe aan de 200e druk.

Na een woordenwisseling met zijn opvolger Paul Hoffaeus werd Petrus in 1580 naar Fribourg in Zwitserland verplaatst waar hij het tegenwoordige St. Michaëlscollege stichtte. Op 21 december 1597 stierf hij in deze stad en werd onder het hoofdaltaar van de St. Michaelskerk begraven.

Een deel van zijn relieken zijn naar Nijmegen overgebracht. Op 21 mei 1925 werd hij op een en dezelfde dag door paus Pius XI heilig verklaard en tot kerkleraar verheven. Petrus Canisius wordt ook wel de tweede apostel van Duitsland genoemd.

Als sommige mensen het over de Kerk hebben, denken zij niet verder dan hun eigen parochie of bisdom. In theorie weten zij wel, dat de Kerk een wereldwijd instituut of beweging is, maar vaak zien zij het niet. Maar als mensen weleens in verre landen zijn geweest en daar kerken hebben bezocht, dan is het duidelijk dat onze Kerk ver verheven is boven nationale, etnische of raciale grenzen.

Hoe is het zo geworden? Het internationale karakter van de Kerk is terug te voeren op de Handelingen van de Apostelen. In de passage van vandaag zien wij de gevolgen van de vervolging, die uitbrak na de moord op de heilige diaken Stefanus. Zij, die in Jezus geloofden, vluchtten naar Fenicië, Cyprus en Antiochië. Zij vertelden andere Joden over Jezus, maar het waren onder hen de mannen uit Cyprus en Cyrene, waarschijnlijk bekeerde Joden, die tot in Antiochië kwamen en daar Jezus verkondigden aan zowel de Grieken als aan de heidenen. Tot ieders grote verrassing bekeerde een groot aantal zich van hen tot de Heer.

Het was een teken dat de heilige Geest aan het werk was – toen en nu – want wij kunnen samenkomen om dezelfde Heer te aanbidden, ongeacht leeftijd, ras of politieke opvatting. Omdat de Kerk universeel is, is zij noodzakelijkerwijze verscheiden. Onze eenheid wordt niet gevonden in culturele of raciale gelijkenissen, maar in het sacrament van het doopsel, de gave waardoor God maakt dat wij allen gelijke broeders en zusters zijn.

Ook in onze parochiekerk zien we veel verschillende nationaliteiten. Samen maken wij deel uit van die grote, wereldwijde familie van God, omdat wij delen in hetzelfde doopsel, in hetzelfde geloof.

Wat hebben wij een grote God! Hij is bezig om al die verschillende mensen te verzamelen. Dag in dag uit maakt Hij ons klaar voor de hemel waar wij allemaal één zullen zijn in Hem.