Preekje op 23-12-2020, woensdag in de 4e week van de advent

Preekje op 23-12-2020, woensdag in de 4e week van de advent

Openingswoord

Het zijn de gezinnen, die er het eerst onder lijden wanneer mensen zich van de Heer afwenden – en aan de andere kant profiteren zij ook het eerst van Gods zuiverende liefde (Maleachi 3,2-3).

Wanneer een man zich bijvoorbeeld van de Heer afkeert en aan de drank raakt, lijden zijn vrouw en gezin eronder. Misschien begint hij ermee uit stress, maar uiteindelijk wordt het een belangrijke bron van stress voor iedereen, die ermee te maken heeft.

Als deze man er berouw van heeft, naar God terugkeert en een ontwenningskuur volgt, kan het hele gezin iets leren over de macht van God om te genezen en te herstellen.

Natuurlijk raakt het gezinsleven beschadigd in geval van ernstige misstappen – zoals ontrouw of mishandeling – de meeste schade ontstaat echter ten gevolge van meer alledaagse, kleine zonden. Boosheid is een klassiek voorbeeld. Wij weten, dat Jezus weleens boos werd, maar nooit zondigde (zie bijvoorbeeld Marcus 3,5). Maar wij hebben de neiging boosheid op een verkeerde manier uit te drukken, bijvoorbeeld door sarcasme, woede of wrok. Wanneer wij ons echter tot de Heer keren, kan Hij ons leren “vlug te zijn in het horen, maar langzaam in het spreken, en langzaam in kwaad worden” (Jakobus 1,19). Als wij door de kracht van de heilige Geest leren elkaar geduldig en vriendelijk te behandelen, zullen wij de vrucht van de vrede in onze gezinnen zien groeien.

God koestert gezinnen; Hij houdt ze dicht bij zijn Hart. Nergens heeft Hij zoveel plezier in als in een gezin, dat levend is door het licht van zijn Geest, dat getuigt van zijn liefde en dat liefde uitdraagt naar de mensen in hun omgeving. Omgekeerd wil de duivel niets liever dan het gezinsleven verstoren en ons ervan overtuigen, dat het onredelijk is om te verwachten, dat mensen heel lang in eenheid en liefde samen kunnen leven.

Kerstmis kan voor gezinnen een zware en moeilijke tijd zijn, maar ook een zeer gezegende tijd. Terwijl wij deze heilige tijd ingaan, vraagt God ons of wij vertegenwoordigers van Christus voor onze gezinnen willen zijn. Of wij willen bidden voor gezinnen, onze eigen gezinnen en alle gezinnen ter wereld?

Laten wij er een tijd van grote genezing van maken, waarbij de harten van ouders en kinderen zich in de Geest van Christus naar elkaar wenden.