Preekje op 23-06-2021, woensdag in week 12 door het jaar 1

Preekje op 23-06-2021, woensdag in week 12 door het jaar 1

Openingswoord

Abraham

De eerste lezing van vandaag gaat over de vader van ons geloof in de tijd dat hij nog Abram heette. Later kreeg hij de naam Abraham. Soms zien wij in de patriarchen van het Oude Testament een heldhaftigheid op het heroïsche af, en dat lijkt voor ons dan onbereikbaar.

Maar de eerste lezing van vandaag laat zien hoe menselijk de patriarchen ook waren. Nadat de Heer Abram een grote belofte had gedaan is het eerste wat Abram doet klagen. Hij vraagt zich af waar al deze beloften goed voor zijn. Want God heeft hem nog geen zoon gegeven. Abram wist niet, dat God deze kwestie juist ter sprake wilde brengen. Hij was zo gefixeerd op wat hij niet had en als gewone sterveling was het voor hem moeilijk om het grote geheel te zien, het grote plan dat God met hem had.

Abram is natuurlijk niet de enige in de heilige Schrift, die tegenover God heeft geklaagd. Wij kennen allemaal Job, die dagenlang klaagde over de erbarmelijke staat van zijn leven en die God uitdaagde om zijn besluit om al dat kwaad toe te laten aan Job maar eens even uit te leggen. Wij hebben ook nog Jeremia, die zich op een gegeven moment zo gefrustreerd voelde, dat hij uitriep, dat hij onder de opdracht van God was bezweken, dat God voor hem te sterk was en dat iedereen hem heel de dag uitlachte (Jeremia 20,7). En dan is er natuurlijk ook nog Petrus, de prins van de apostelen, die tegenover Jezus verklaarde, dat zij, de apostelen, alles hadden opgegeven om Hem te volgen; wat zouden zij daarvoor in de plaats krijgen?

Iedere keer opnieuw laat God zien, dat Hij zich niet stoort aan deze vragen, dat Hij er begrip voor heeft. Iedere keer opnieuw laat God zien, dat Hij uitermate trouw en betrouwbaar is: geen van deze mensen heeft God ooit in de steek gelaten.

Als wij eerlijk zijn moeten wij toegeven, dat ook wijzelf weleens een stevig gesprek met God zouden willen hebben en dat wij eens flink zouden willen klagen over de manier waarop Hij ons en de wereld behandelt. En dat is dus niet noodzakelijk een verkeerd iets. God wil dat wij ons vrij voelen om ons hart bij Hem uit te storten, zelfs als wij denken, dat Hij ons in de steek heeft gelaten. Hij weet dat het beter voor ons is om open en eerlijk te zijn dan dat wij onze klachten voor ons houden, klachten die op den duur ons geloof zouden verschralen. Alleen als wij tegenover God open en eerlijk zijn, zullen wij de antwoorden vinden waarnaar wij op zoek zijn.

Soms heeft ons geloof het nodig, dat wij een beetje druk uitoefenen op de Heer, zeker als wij ons een beetje teleurgesteld voelen. Andere keren betekent geloven, dat wij eenvoudigweg de dag van vandaag leven zoals hij is en dat wij onze ogen gericht houden op Jezus, de aanvoerder en voltooier van ons geloof (Hebr. 12,2). Hij zal ons helpen onze moeilijkheden te overwinnen.