Preekje op 23-02-2021, dinsdag in week 1 van de vasten

Preekje op 23-02-2021, dinsdag in week 1 van de vasten

Openingswoord

Jezus zegt, dat wij geen omhaal van woorden moeten gebruiken.

Wij weten, dat het bij het bidden niet gaat om de hoeveelheid woorden en ook niet om de duur van ons bidden. De rozenkrans bidden is een kwestie van rustig en biddend nadenken over de mysteries van het leven van Onze Heer onder leiding van moeder Maria, die beter dan wie ook haar goddelijke Zoon begreep en die deze kennis tijdens het bidden aan ons wil meedelen. Het bidden van een litanie is bedoeld als een steeds weer openen van nieuwe vensters, die uitzicht geven op hemelse werkelijkheden.

Echt gebed, beste medegelovigen, moet ofwel voortkomen uit de stilte of moet ons tot stilte brengen. Echt gebed komt voort uit godsvrucht of moet ons tot godsvrucht brengen. Echt gebed heeft niets te maken met prestatie of met een nieuw record – zo van ik heb vandaag voor het eerst in mijn leven zes rozenkransen gebeden – want dat gaat in tegen de geest van echte godsdienstigheid.

Ons bidden moet kinderlijk zijn. Kinderen gebruiken soms ook veel woorden als zij met hun moeder praten. Maar dat is een uiting van liefde. Veel woorden, die uit een hart vol liefde stromen, zijn een verheerlijking van God. En ze zijn een rijkdom voor de mens. God houdt niet van een woordenvloed, die uit een koud en liefdeloos hart komt. Alles wat mechanisch is, is dood. Het kloppend hart is levend. Het gaat om de ware geest. Of onze gebeden nu kort of lang zijn, als wij maar proberen ons hart er zo veel mogelijk bij te houden.

Wat Jezus hier zegt over het mondgebed, geldt ook voor het inwendig gebed en voor de geestelijke lezing. Er zijn van die boeken, die je in één adem uitleest. Maar van geestelijke lectuur wordt iets anders gevraagd. Daarvoor geldt het woord van de heilige Ignatius van Loyola: “Niet veel weten verzadigt de ziel en voldoet haar, maar het inwendig smaken en het ondergaan van de dingen”.

Wie in een halfuurtje tijd door een grote schilderijenverzameling heenloopt, heeft niets anders gewonnen dan de twijfelachtige eer daar geweest te zijn. Wie echter dezelfde tijd gebruikt om slechts enkele schilderijen goed te bekijken en te bestuderen, heeft er blijvend voordeel van. Zoals wij een landschap eerst in zijn geheel in ons opnemen en dan pas in details nauwkeurig bekijken, zo moet de mens in het inwendige gebed niet een geestelijke film voor zijn ogen laten afrollen, waarbij de ene indruk de andere verjaagt, maar hij moet rustig kunnen verblijven bij de bijzonderheden. Hij moet het zaad van Gods woord de kans en de tijd geven om wortel te schieten. Onze maatschappij is hectisch, gejaagd, maar van die hectiek moeten wij tijdens het gebed afstand proberen te nemen. Ook bij het inwendige gebed geldt: gebruik geen stortvloed van zinloze woorden. Onze geest en ons hart zijn beslissend voor de waarde van ons gebed. Er is één Woord, dat enig en blijvend is en dat alle andere woorden overstemt: het mensgeworden Woord van God.

Daarom, lieve mensen, is het zo belangrijk dat wij alvorens te gaan bidden eerst even een moment van rust nemen, zodat wij onze aandacht op God kunnen richten. En als wij vanuit de beschouwing van dat mysterie beginnen te bidden, dan is ons gebed een gesprek van hart tot Hart en vruchtbaar voor de aarde en voor de hemel.