Preekje op 22-12-2020, dinsdag inde 4e week van de advent

Preekje op 22-12-2020, dinsdag inde 4e week van de advent

Openingswoord

In de grote lofzang van Maria, het Magnificat, wordt haar nederigheid weerspiegeld tegenover de grote genade, die God haar betoonde. Zij wist, dat zij in alle tijden door mensen ‘gezegend’ genoemd zou worden vanwege de machtige dingen, die God aan haar had gedaan.

Zij was ervan overtuigd, dat zij door de kracht van God zou worden verheven tot een getuigenis, niet van haar eigen goedheid, maar van de kracht van de Vader om ieder te veranderen, die zijn hart voor Hem opent.

St. Efraim, een diaken en dichter uit de vierde eeuw, schreef over Maria’s rol in de heilsgeschiedenis: “De Hoogste [God] … heeft zichzelf klein gemaakt in de maagd Maria om ons groot te maken” (Lofzang voor de geboorte van Christus). Efraim begreep, dat God ons allemaal even ‘groot’ wil maken als Maria. Als ‘gezegende’ (Lucas 1,28) is Maria de eerste van ontelbaar veel mensen, die God wil verheffen tot een nieuw en krachtig leven in zijn tegenwoordigheid.

Een van de belangrijkste rollen, die Maria speelt, is die van een voorbeeld van het leven, dat God ons allemaal wil geven. In haar enkele korte optredens in de Schrift is zij een toonbeeld van nederigheid, de deugd, die ons opent voor zijn genade en die ons verandert. Gods hoogste gunst voor Maria maakte haar ontzettend nederig en vol ontzag (Lucas 1,48) en haar woorden laten zien wat ware nederigheid is. Het is geen zwakte, verlegenheid of zelfverachting. Nee, nederigheid houdt in, dat wij ons realiseren hoe wij God nodig hebben en dat wij vol ontzag zijn goedheid voor ons erkennen. In nederigheid komen wij ertoe Hem, die ons gemaakt heeft, te vertrouwen en ons zonder reserve aan Hem te geven.

Broeders en zusters, God wil ons ver boven onze menselijke, natuurlijke capaciteiten uittillen. Dit is niet iets wat wij zelf kunnen doen. Alleen goddelijke genade en de kracht van de heilige Geest kunnen ons veranderen als wij met Hem samenwerken. Als wij maar zouden begrijpen hoe heerlijk het leven is dat God voor ons bedoelt, dan zouden wij net zo klein worden als Maria – overweldigd door zijn goedheid.

Laten wij de Heer vragen onze visie op hoe Hij door de kracht van zijn heilige Geest in ons leven wil werken, ruimer te maken.