Preekje op 21-12-2020, maandag in de 4e week van de advent

Preekje op 21-12-2020, maandag in de 4e week van de advent

Openingswoord

In het evangelie zullen wij horen hoe Maria met spoed naar Elisabeth reist. Om verschillende redenen. Natuurlijk wil zij Elisabeth feliciteren met haar zwangerschap, eindelijk, na al die jaren. Maria wil Elisabeth ook bijstaan gedurende de laatste drie maanden. En zij wil zien wat de engel heeft gezegd. Als een engel je iets vertelt, dan neem je dat niet alleen maar aan als een mededeling, maar je gaat dat zien. Je wilt zijn op die plaats van bijzondere genade. God is daar aan het werk. Je wilt er bij zijn.

Wij zijn hier ook op een plaats van bijzondere genade: Gods eigen woorden zullen hier weerklinken en Jezus’ Kruisoffer wordt hier opnieuw tegenwoordig gesteld. De kerk is de plaats waar iedere keer opnieuw de hemel wijd opengaat.

Wij horen hoe Maria door Elisabeth zalig wordt geprezen, omdat zij in God heeft geloofd.

Wat is het dan precies, dat Maria heeft geloofd? Ongetwijfeld heeft Maria geloofd in de speciale beloften, die de Heer haar had gedaan. Maar ook in breder verband geloofde Maria in alles wat God over zichzelf had gezegd en wat Hij zou doen. Zij rekende erop dat God, omdat Hij in het verleden trouw was geweest, Hij ook in de toekomst trouw zou blijven. God verandert niet, zoals mensen dat weleens doen, nee, Hij is altijd trouw. Dit was het vaste fundament – de rots – in het leven van Maria. Omdat zij in God geloofde, Hem beminde boven alles en iedereen, kreeg zij de kracht om staande te blijven in alle moeilijke situaties waarin zij in de loop van haar leven terechtkwam.

Net als Maria zijn ook wij geroepen om heel ons vertrouwen in God te stellen, in God en zijn beloften. In psalm 33 laat de psalmist ons tegen God zeggen, dat wij al onze hoop op de Heer stellen, dat Hij onze hulp is en ons schild, dat om Hem ons hart van vreugde is vervuld en dat zijn heilige Naam ons zal helpen. Onze God is standvastig en mensen, die op Hem vertrouwen zijn blij van hart, maar dat is iets, dat mensen in de wereld niet of nauwelijks kunnen begrijpen.

Maria heeft zo veel aandacht voor het Woord van God, dat zij als het Sion in de eerste lezing van vandaag jubelt van vreugde, dat zij juicht als Israël, dat te horen heeft gekregen, dat het vonnis dat op haar drukte door de Heer is vernietigd.

God houdt ook van ons! Laten wij ons dan ook meer en meer op Hem richten en leven wij vanuit de wetenschap, dat God de beloften, die Hij in de heilige Schrift heeft gedaan, ook aan ieder van ons heeft gedaan. God, die zegt, dat Hij trouw is, wil ons graag begeleiden bij al onze grote en kleine stappen in het leven en wil ons daarbij zijn kracht en wijsheid geven. Of mensen nu werkeloos dreigen te worden of ze staan voor een verhuizing, ze bereiden zich voor op een huwelijksjubileum, ze hebben een ziekte of leven met een handicap of wat dan ook, wij mogen ons altijd Gods trouw voor ogen houden. In alle omstandigheden van het leven kunnen wij ervan uitgaan, dat Hij niet alleen naast ons staat, maar dat Hij ons ook draagt.

Willen wij er nog meer van overtuigd worden, dat God ons trouw is!? Vragen wij dan in ons gebed aan de Heer, dat Hij ons wil overtuigen van zijn trouw. Hij kan bijvoorbeeld een vrede geven, die bekoringen en angst overwint. Wij hoeven er niet aan te twijfelen, dat God ons altijd trouw zal zijn. Ik hoop, dat wij dat allemaal al vaker hebben mogen ervaren.