Preekje op 19-02-2021, vrijdag na Aswoensdag
Openingswoord
In de eerste lezing van vandaag spreekt de profeet Jesaja over de kwaliteit van het vasten van de joden in zijn tijd. Zij doen werkelijk van alles om bij God in de gunst te komen, maar tegelijkertijd doen zij allerlei kwaad. En dan werkt het vasten niet.
Meestal zijn het de Farizeeën, die kritische vragen stellen aan het adres van Jezus, maar dit keer zijn het de leerlingen van Johannes de Doper, die vragen stellen over het vasten van Jezus en zijn leerlingen. Vasten had voor beide groepen, voor de Farizeeën en voor de leerlingen van Johannes, de betekenis van rouw en boetedoening. Daarom de vraag: Waarom vasten uw leerlingen niet?
In zijn antwoord plaatst Jezus het vasten echter in een heel ander kader, namelijk in het teken van blijdschap en vreugde, omdat het Rijk Gods is gekomen. Jezus wijst erop dat je op een bruiloftsfeest niet kunt vasten, niet kunt treuren, terwijl de feesteling nog bij je is. Vasten doe je alleen maar in de periode van het wachten op het heil. Ook later, in de tijd na Jezus’ dood, als de bruidegom is weggenomen, zullen de leerlingen van Jezus vasten. En als we kijken naar het leven van de oudste christengemeenten blijkt dit ook zo te zijn.
In de jaren zestig is het vasten binnen de Kerk in onbruik geraakt. Misschien kwam dit wel doordat het vasten een beetje een sleur was geworden. De Geest was er uit. Je kunt je ook afvragen of vasten wel oprecht is als je in plaats van vlees een overheerlijke vis gaat eten.
Momenteel is het vasten weer in opkomst. Mensen waken en vasten uit verlangen naar vrede. Ze vasten uit protest tegen begaan onrecht of opdat gerechtigheid moge geschieden. Er wordt gevast uit solidariteit met de velen, die gedwongen vasten, omdat hen het voedsel ontbreekt.
En mensen vasten ook wel om zich voor te bereiden op een belangrijke beslissing. Wij vinden dit vasten ook in het evangelie. Voordat Jezus zijn optreden begint, vast Hij veertig dagen en nachten in de woestijn. Mensen vasten ook om hun lichaam te reinigen van kwade stoffen.
Zo zien we het vasten op vele manieren terugkeren, deels in de lijn van vroegere praktijken, deels binnen een heel nieuw kader, zoals Jezus in zijn tijd het vasten in een nieuw kader plaatste.
Laten we dankbaar gebruikmaken van dit krachtige heilsmiddel, dat God ons heeft gegeven en waarin Jezus ons is voorgegaan.