Preekje op 18-06-2021, vrijdag in week 11 door het jaar 1

Preekje op 18-06-2021, vrijdag in week 11 door het jaar 1

Openingswoord

Soms hebben wij, mensen, de neiging om te klagen. Nu, dan moeten wij maar eens luisteren naar wat de apostel Paulus omwille van het evangelie heeft moeten verduren. Maar hij heeft het willen ondergaan uit liefde voor Jezus en de mensen, die aan zijn zorgen waren toevertrouwd.

In het evangelie van vandaag spreekt Jezus over aardse schatten. Wij weten wat Hij daarmee bedoelt. Sommige mensen zijn helemaal weg van een glimmende sportwagen. Anderen zijn in de ban van een elegante en stijlvolle avondjurk, een groot huis, en alle andere luxe. In vergelijking met de nu nog ongrijpbare hemelse schatten lijken deze aardse zaken zo werkelijk en aantrekkelijk, vooral als de buren ze ook al hebben.

Waarom wil Jezus ons waarschuwen voor deze aardse schatten, die toch zo veel mensen gelukkig lijken te maken? Het antwoord op deze vraag kan worden samengevat in twee korte, maar krachtige woorden: tijdelijk en kortzichtig. God, onze Vader heeft ons bestemd voor de eeuwigheid, maar deze schatten zijn niet voor de eeuwigheid. Is het niet kortzichtig als mensen ál hun zinnen zetten op zaken, die in feite niet meer dan een schaduw zijn!? Wat eeuwig zal duren, zegt Jezus, is de hemelse schat. Het is echt de moeite waard om deze schat te zoeken, want het is de enige, die ons werkelijk gelukkig kan maken en waarvan wij een eeuwigheid lang plezier kunnen hebben.

De hemelse schat, die Jezus belooft, heeft twee aspecten. Ten eerste is er de beloning, die wij op het einde van ons leven krijgen. En vooral op de dag van het Laatste Oordeel – wanneer wij ook zullen delen in de verrijzenis van het lichaam – zal iedere daad van liefde en gehoorzaamheid aan Jezus vergolden worden: elk glas water dat wij aan een dorstige hebben gegeven; iedere zondige gedachte, waarvan wij omwille van Jezus afstand hebben genomen; ieder moment dat wij ons aan zijn wil hebben onderworpen. Jezus heeft een plaatsje voor ons bereid in die prachtige stad, het nieuwe Jeruzalem, waar geen duisternis meer is, geen ziekte en geen pijn. Hij zal er als Heer regeren en wij zullen Hem zien van aangezicht tot aangezicht.

Het tweede aspect van de hemelse schat is dat wij er ook nu al van kunnen profiteren. De mensen, die zich aan Jezus’ wil onderwerpen – of liever gezegd: de mensen, die Hem liefhebben – kunnen geregeld al een glimpje van de hemel opvangen: zij voelen zich vrij van schuld; zij ervaren dat zij door Jezus sterker zijn dan de zonde; zij leven nu al in een persoonlijke relatie met hun Schepper. Het doel van hun leven staat hen duidelijk voor ogen. Zij hebben een diepere vriendschap met hun broeders en zusters in de Heer. Zij zijn sterk overtuigd van wat goed is en wat kwaad. Zij kunnen van harte vergeven en dat is iets wat ook henzelf vrede geeft. Zij ervaren goddelijke kracht op momenten van zwakheid, bijvoorbeeld in tijden van ziekte of dreigend ontslag. Innerlijke rust en vrede in tijden van beproeving. Zij ervaren vreugde in de wetenschap, dat zij gered worden. Het zijn hoopvolle mensen. Zij ervaren een goddelijke wijsheid en inzicht in alledaagse situaties. Soms zelfs genezing en wonderen.

Als wij hier goed over nadenken kan hier in de verste verte geen enkele aardse luxe tegenop. Laten wij daarom doen wat Paulus zegt in zijn brief aan de christenen van Kolosse, hoofdstuk drie: “Als gij dan met Christus ten leven zijt gewekt, zoekt wat boven is, daar waar Christus zetelt aan de rechterhand Gods. Zint op het hemelse, niet op het aardse.”