Preekje op 18-03-2021, donderdag in week 4 van de vasten

Preekje op 18-03-2021, donderdag in week 4 van de vasten

Openingswoord

Broeders en zusters, in het evangelie van vandaag vertelt Onze Heer Jezus Christus hoe Johannes de Doper voor Hem een geweldige goede getuige is geweest. Maar wat maakte Johannes’ werk dan zo vruchtbaar? Hij verrichtte geen opzienbarende wonderen. Hij kleedde zich niet volgens de gangbare mode en ging niet om met aanzienlijke en invloedrijke mensen. Integendeel, hij leefde in de woestijn, droeg een kleed van kameelhaar en at sprinkhanen en wilde honing. Niet een man bij wie je even gezellig gaat lunchen. Toch voelden mensen zich tot hem aangetrokken. Zelfs koning Herodes beschermde hem en luisterde graag naar hem (Marcus 6, 20).

Johannes de Doper onderscheidde zich van de andere mensen doordat hij in zijn leven eigenlijk maar één doel had: zijn roeping vervullen als een heraut van de Heer. Elk aspect van Johannes’ leven stond in dienst van God en dat zorgde ervoor, dat de mensen hem respecteerden en zijn woorden serieus namen.

Wij zijn nu ongeveer halverwege de vastentijd. Misschien dat wij ons een beetje ontmoedigd of gefrustreerd voelen, omdat wij niet altijd zo trouw aan onze voornemens zijn geweest. Misschien vinden wij onszelf niet zo’n geloofwaardige getuige als Johannes de Doper. Maar van dit soort gedachten worden wij niet beter.

Wij hebben misschien nog niet alle doelen van de vastentijd gehaald, maar vandaag is er weer een nieuwe dag waarop Jezus Christus ons zijn genade in overvloed wil schenken. Is het in feite niet zo dat wat Johannes de Doper verkondigde, dat dat de diepten van Gods barmhartigheid waren!? Wij kunnen dus met heel ons hart tegen de Heer zeggen, dat wij meer hadden willen doen en Hem vragen of Hij wil aanvullen waarin wij tekortgeschoten zijn. En of Hij ons wil helpen van deze laatste dagen nog iets extra moois te maken.

Laten wij de woorden van Johannes de Doper ter harte nemen. Vragen wij op de eerste plaats om vergeving. En dan, op de tweede plaats, staan wij op en gaan wij vastberaden verder. Blijven wij niet stilstaan bij het verleden. Laten wij ons geen zorgen maken over de tijd, die wij verloren hebben, over de kansen die wij hebben gemist, maar grijpen wij de genade, die God ons ook vandaag weer wil geven, met beide handen aan. Vragen wij God ons bijzonder te helpen om meer op Jezus te gaan lijken. Want dat is van alles de uiteindelijke bedoeling.