Preekje op 17-03-2021, woensdag in week 4 van de vasten

Preekje op 17-03-2021, woensdag in week 4 van de vasten

Openingswoord

Vandaag horen wij God in de eerste lezing vragen of een vrouw haar zuigeling kan vergeten en of een moeder niet meer te doen zou hebben met het kind van haar schoot? Maar al zou zij het vergeten, nee, God vergeeft ons nooit.

God vergelijkt zijn liefde voor ons met die van een moeder voor haar kind en verklaart, dat zijn liefde voor ons nóg sterker is. Hij zal ons werkelijk nooit vergeten.

Dit is op zich al verbazingwekkend genoeg, maar dit wordt nog sterker als wij bedenken wie wij zijn: zondaars, die eigenlijk helemaal geen recht hebben op barmhartigheid. Dat is heel wonderlijk. Zijn liefde voor ons is niet afhankelijk van ons gedrag. Nee, Hij houdt van ons eenvoudigweg omdat Hij ons heeft geschapen en omdat Hij zich met ons verbonden weet.

Wij zijn echt in alles van God afhankelijk. Vragen wij dus, dat God ons helpt om onszelf meer te binden aan Hem en aan zijn kerkgemeenschap, het volk van God.

In vergelijking met Gods liefde is onze liefde voor Hem en voor elkaar nogal wisselend. Wij kunnen de ene minuut blij zijn en de volgende boos. Wij hebben mensen gemakkelijker lief als zij ook zelf aardig zijn voor ons en wij geven soms toe aan onverschilligheid tegenover die mensen die ons negeren. En zelfs het liefhebben van onze dierbaren gaat de ene dag wat gemakkelijker dan de andere.

Maar de liefde van God is nooit onderhevig aan stemmingen. Hij houdt van ons als wij vallen. Hij houdt van ons als wij ons niet houden aan zijn geboden. Hij houdt van ons als wij van onze kant niet zo lief zijn.

Dit betekent natuurlijk niet dat God niet geeft om rechtvaardigheid. De Israëlieten maakten soms zware tijden door, maar God verliet hen nooit. Zelfs als Hij hen moest straffen en hen moest confronteren met de gevolgen van hun zonden liet Hij hen niet in de steek. Hij was altijd bereid hen opnieuw te aanvaarden en opnieuw met hen te beginnen. In sommige gevallen gebruikte God hun ongeluk zelfs om hen te onderwijzen en om hen des te meer te zuiveren.

Gods liefde is zo stabiel, omdat Hij God is natuurlijk. Maar ook omdat Hij een beter zicht heeft op het grote geheel. God houdt zijn ogen altijd gericht op het doel dat Hij voor ogen heeft: Hij wil ons geschikt maken voor zijn goddelijke liefde. Hij kan zo geduldig met ons zijn, omdat Hij de hele eeuwigheid heeft om aan ons te werken. God zal zijn mensen nooit opgeven. Laten wij daarop vertrouwen en dat vertrouwen ook uitstralen naar andere mensen toe.