Preekje op 12-06-2020, vrijdag in de 10e week door het jaar 2

Preekje op 12-06-2020, vrijdag in de 10e week door het jaar 2

In de tijd van de profeet Elia bevindt Israël zich in een kritieke fase. Koning Achab is heel zwak. Hij is getrouwd met een heidense vrouw. Onder hun leiding is Israël tot afgoderij vervallen. Elia heeft net de valse profeten van Baäl overwonnen, maar is nu toch gevlucht naar de berg de Horeb om bij God hulp te zoeken.

Eerst komt er een heel zware storm, die bergen doet splijten en de rotsen verbrijzelt. Dan komt er een aardbeving. En toen nog een vuur. Maar God is in al dat geweld niet aanwezig. Maar toen Elia het suizen van een zachte bries voelde, bedekte hij zijn gezicht en ging staan aan de ingang van de grot waarin hij zich had verborgen.

Wij denken misschien, dat het voor helden als Elia gemakkelijk was om God te horen, maar de geschiedenis leert, dat ook zij gewone mensen waren, net als wij. Ook zij moesten de kunst van het onderscheidingsvermogen leren.

Sprak God in de zware storm? Of was dat gewoon de emotionele onrust van de profeet? Was dat vuur van God? Of was dat een verwijzing naar de boosheid van Elia richting de koning en zijn heidense vrouw? Was die zachte bries van de heilige Geest of was dat een verlangen naar een liefdevolle en zachtmoedige God? Voor Elia gold waarschijnlijk dat hij met vallen en opstaan God moest leren kennen.

Hetzelfde geldt voor ons. In de loop van ons leven zal God op veel verschillende manieren tot ons spreken: in de gebeurtenissen van de dag, in de heilige Schrift en in de leerstellingen van de Kerk, ook in de woorden en daden van familie en vrienden, en ja, soms in krachtige manifestaties van zijn aanwezigheid. Onze uitdaging is om zijn stem te leren onderscheiden in al die verschillende situaties.

Hoe kunnen wij dit leren? Eigenlijk is het heel eenvoudig. Jezus Christus zei ooit: “Aan hun vruchten zult ge ze kennen” (Matteüs 7,16).

Wij passen dit gezegde meestal toe op hoe wij over andere mensen denken, maar het geldt natuurlijk ook voor ons eigen geestelijke leven. Bijvoorbeeld als een gedachte, die in ons opkomt, ons helpt om meer liefde voor God te krijgen of om tegenover iemand wat vriendelijker te zijn, dan is het waarschijnlijk van de Heer. Maar als iets ons angstig maakt, boos of rancuneus, komt het waarschijnlijk niet van God of van zijn heilige Geest.

Laten wij in ieder geval er nooit aan twijfelen dat God met ons wil praten. Hij wil waarschijnlijk reeds tijdens deze heilige Mis ons iets zeggen. Dus nemen wij de tijd om het stil te maken in ons hart om net als Elia naar het zachte fluisteren van God te luisteren.