Preekje op 09-10-2010, vrijdag in de 27e week door het jaar 2

Preekje op 09-10-2010, vrijdag in de 27e week door het jaar 2

Broeders en zusters, natuurlijk moeten wij proberen de wet te onderhouden, maar de heilige apostel Paulus zegt, dat de ware kinderen van Abraham, dat zijn de kinderen van het geloof. De mensen, die op God proberen te vertrouwen, dat zijn de mensen, die door God worden gezegend. De wet onderhouden is noodzakelijk, maar je kunt het bijvoorbeeld ook doen om bij andere mensen op te vallen, om te laten zien dat je een goed iemand bent. Maar vertrouwen op God, je aan Hem vasthouden, dat kun je alleen maar om een goede reden doen.

Wanneer Adam en Eva hebben gezondigd, zien wij dat Adam de schuld geeft aan Eva. Eva geeft de schuld aan de slang.

De duivel probeert altijd om mensen tegen elkaar op te zetten. Want hij weet, dat zoals gloeiende houtblokken of kolen het beste bij elkaar kunnen blijven, zo geldt dat ook voor gelovigen. Als zij echter van elkaar worden verwijderd, dan verliezen zij de gloed van de heilige Geest. En daarom probeert hij ze zover te krijgen, dat zij kritiek op elkaar leveren en elkaar aanvallen. Hij verzwakt hun vermogen om elkaar te vertrouwen. Hij zaait zaadjes van achterdocht en beschuldiging. Het is echt ook een win-win-situatie voor hem. Hij weet, dat als hij gelovigen de weg van verdeeldheid kan laten opgaan, zij uiteindelijk zijn werk van hem overnemen.

Wat een contrast vormt dit met de manier waarop de heilige Geest werkt! Zijn werk is Gods mensenkinderen bijeen te brengen en hen in liefde te verenigen. Hij haalt de muren van verdeeldheid en vijandigheid omlaag. Hij geeft hen in hoe de Kerk eruit kan zien als iedereen in vrede leeft met elkaar met als gezamenlijk doel het opbouwen van het Koninkrijk van God. De duivel houdt ervan om te verstrooien. De heilige Geest om te verzamelen.

Hoe zijn deze krachten aan het werk in ons leven, in onze families? Misschien zijn er mensen, die een oude wrok koesteren en die bewust contact met anderen vermijden of hebben verbroken. Misschien kennen wij mensen, die zich tegenover hun collega’s verwaand opstellen, over anderen roddelen of kwaadspreken. Soms blijven buren vreemden voor elkaar, opgesloten in hun eigen huizen, zij passeren elkaar op straat zonder iets tegen elkaar te zeggen. Hoeveel parochies zijn er niet, die onderling verdeeld zijn. De ene groep denkt anders over bijvoorbeeld de paus dan een andere groep.

Misschien dat wij soms de neiging hebben om in dit soort situaties ons terug te trekken om niet betrokken te raken. Maar dat bevordert alleen maar de verdeeldheid. Dan is er een groep voorstanders, een groep tegenstanders en er komt een groep zogenaamd neutrale mensen bij. In plaats daarvan kunnen wij beter onze ogen openen.

Zoeken wij naar manieren om mensen bijeen te brengen, te verenigen. Zoeken wij een familielid of een kennis met wie wij het contact verloren hebben weer op. Proberen wij gezamenlijke interesses te vinden. Maken wij een praatje met een buurman of buurvrouw, die iedere middag eventjes in de tuin zit. Gaan wij naar een gebedsgroep of Bijbelstudie in de parochie, overal waar mensen zijn, zoals wij hier verzameld zijn rond het altaar van de Heer.

God wil dat als zijn kinderen één zijn. En Hij wil, dat wij ambassadeurs zijn van de eenheid.