Preekje op 09-03-2021, dinsdag in week 3 van de vasten
Openingswoord
Kleine kinderen hebben soms een ander gevoel voor eerlijkheid dan volwassenen. Een kind eist, dat een ander kind al zijn lekkers en speelgoed met hem deelt. Maar als je hetzelfde kind vraagt zijn lekkers te delen, verzet het zich, soms heel dramatisch!
In onze ogen is dit kind onlogisch en inconsequent. Maar volgens het kind zelf is het heel consequent. Tenslotte draait de wereld om het kind zelf en is het vanzelfsprekend dat alle goede dingen zijn kant op komen.
Op vergelijkbare wijze worden wij getroffen door de onlogische houding van de onbarmhartige dienaar in de gelijkenis in het evangelie. Leerde de logica hem niet, dat hij zijn vriend met dezelfde mate van barmhartigheid moest behandelen als waarmee hij zelf behandeld was? Het probleem was, dat zelfgenoegzaamheid en zonde hem beletten helder na te denken. Zij verhinderden hem het principe van barmhartigheid te accepteren, dat de koning hem had laten zien. Meedogenloos oordelen was zijn maatstaf en barmhartigheid betonen was hem vreemd, zelfs waar het iemand betrof, die hem weinig schuldig was.
Misschien meende de onbarmhartige dienaar, dat hij het verdiende, dat zijn schuld werd vergeven. Mogelijk dacht hij, dat het besluit van de koning gebaseerd was op zijn talenten, zijn bekwaamheid en toekomstige inspanningen, in plaats van op pure genade. Omdat de koning hem zo’n enorme schuld had kwijtgescholden, verwachtte hij nu ongetwijfeld grote dingen van hem. Het was van daaruit alleen maar terecht, dat een gewone mededienaar hem ook respecteerde. En hoe dramatisch: uiteindelijk wordt deze dienaar beoordeeld naar zijn verdiensten, en blijkt hij jammerlijk tekort te schieten.
Als wij ervan uitgaan dat Gods barmhartigheid om ons draait in plaats van om God, dan zijn wij net zo onlogisch bezig als het kleine kind of de onbarmhartige dienaar. Het lijkt wel of liefde en oordeel in ons strijd voeren. En deze tweestrijd maakt ons al gauw meer vergevend tegenover hen van wie wij veel houden en minder vergevend tegenover toevallige kennissen. Maar God houdt met evenveel liefde van ons allemaal en daarom kan Hij ons allemaal vergeven met een even liefdevolle barmhartigheid. Hij is niet bezig met zichzelf, zoals wij; Hij is alleen maar bezig met zijn geliefde kinderen.
Proberen wij daarom vandaag het principe van liefde en barmhartigheid te laten overwinnen over het principe van oordelen op grond van de wet. Proberen wij zo goed mogelijk de radicale vergeving in praktijk te brengen, die Jezus voor ons heeft, een vergeving, die heelt, opbouwt en herstelt.
Vragen wij Jezus ons hart te vullen met zijn genade, met zijn liefdevolle logica; dat zijn overvloedige barmhartigheid naar anderen ons richtsnoer mogen zijn.