Preekje op 08-10-2020, donderdag in de 27e week door het jaar 2

Preekje op 08-10-2020, donderdag in de 27e week door het jaar 2

We horen mensen weleens uitspraken doen in de geest van “Ik ga dit aanpakken al is dit het laatste wat ik doe”. Het lijkt wel een strijd, die ze aangaan. Er worden dan zelfs weleens militaire termen gebruikt als ‘overwinnen’ en ‘verslaan’ en ‘zegevieren’. Er is dan sprake van een soort krijgerachtig doorzettingsvermogen.

Maar dit soort agressieve mentaliteit kan averechts werken als de dingen zich niet ontwikkelen, zoals mensen dat willen. Als zij aan de verliezende hand zijn, kunnen zij het gevoel hebben, dat zij niet hard genoeg hebben gewerkt of dat hun strategie gebrekkig was of dat zij iets anders hadden moeten doen. Zij voelen zich niet alleen verslagen, maar ook verantwoordelijk voor hun nederlaag, zelfs als er bepaalde factoren een rol spelen, die buiten hun macht liggen.

Wat wij beter kunnen doen dan een gevecht aangaan is ervoor kiezen om ons over te geven. Niet in de zin van dat wij ons neerleggen bij wat ons stoort, maar dat wij ons aan God overgeven. Dit vraagt een ander, minder zelfgericht soort doorzettingsvermogen: de vastberadenheid om onze angstige gedachtes en gevoelens te beheersen, om te stoppen met al het onnodige gedraai – ik bedoel daarmee: vandaag voelen we dit en doen we het zo en morgen voelen wij dat en doen wij het zus – en dat wij ons in plaats van dat alles rustig aan God overgeven en vertrouwen op zijn hulp en begeleiding.

In het evangelie dringt Jezus er bij ons op aan om vol te houden in overgave. Wij mogen vragen en zoeken en kloppen op de deur van onze hemelse Vader in de vaste overtuiging, dat God ons hoort en ons op zijn manier en op zijn tijd zal helpen. In plaats van de strijd aan te gaan moeten wij ervoor kiezen om rustig af te wachten totdat wij van God iets horen. Hij vraagt ons om Hem onze angsten aan te bieden, ook onze verlangens om het allemaal zelf te willen regelen.

Hoe ziet zo’n overgave eruit? Eigenlijk is het een actief gebeuren. Het betekent, dat wij ons bewust moeten zijn van onze gedachten, van onze angsten, en dat wij ze aan de Heer moeten geven. Het houdt in, dat wij Hem vragen om ons te helpen beslissen wat wij moeten doen. Het betekent, dat wij Hem elke avond onze zorgen toevertrouwen en het geloof dat Hij over ons waakt en voor ons zorgt, zaken regelt, terwijl wij rustig slapen.

Ons overgeven aan God is niet altijd gemakkelijk. We kunnen last krijgen van de bekoring, dat wij de controle over ons eigen leven hebben verloren. Maar God is toch onze Vader. Hij houdt van ons en zal ons nooit in de steek laten.