Preekje op 07-09-2020, maandag in de 23e week door het jaar 2

Preekje op 07-09-2020, maandag in de 23e week door het jaar 2

In de kunstwereld spelen critici een belangrijke rol. Zij helpen het publiek om te beoordelen wat goed is en wat niet, en door dit te doen, stellen zij ook normen op voor wat kunst is.

Maar critici kunnen natuurlijk ook zelf ongevoelig zijn voor alles wat nieuw is en anders. Bijvoorbeeld een van de leerlingen van Bach noemde diens muziek lawaaierig en warrig. Een tijdgenoot van Mozart verklaarde, dat hij diens muziek te zwaar vond, overbelast. En een criticus zei ooit van de negende symfonie van de Beethoven, dat hij geen idee had waar al dat lawaai over ging.

Je zou kunnen zeggen, dat vele Farizeeën in de dagen van Jezus waren als dit soort critici. In hun ijver om de wet te onderhouden hadden zij zich verbonden aan hun eigen beperkte verwachtingen van diezelfde wet.

Eén van die beperkingen was dat het verboden was om op de sabbat een zieke te genezen, tenzij de zieke in levensgevaar verkeerde. Wel, de man, die door Jezus in de synagoge werd genezen, had ‘slechts’ een verschrompelde hand, dus voldeed hij niet aan die eisen. Deze Farizeeën waren niet bereid om toe te geven, dat God groter zou kunnen zijn dan hun eigen ideeën aangaande de wet.

Deze vergissing kan natuurlijk ook ons overkomen. Wij hebben allemaal onze persoonlijke ervaring van wat een vader is en niet is en wij kunnen deze ervaringen op God projecteren. Wij kunnen God en zijn grootheid beperken door te denken dat God werkelijk is zoals wij denken dat Hij is.

Maar onze hemelse Vader is altijd groter dan wij verwachten. Ook Gods verwachtingen met betrekking tot wat er van ons kan worden zijn groter dan wijzelf kunnen vermoeden. Hij is niet geïnteresseerd in een zo geringe genezing van ons leven, dat wij maar net met de hakken over de sloot in de hemel aankomen. Nee, Hij wil ons zo veel genade gegeven, dat wij als het ware dansend door de poorten van de hemel kunnen binnenkomen en dat wij vele mensen, die door onze manier van leven zijn aangeraakt, mee naar de hemel nemen.

Laten wij niet denken, dat wij de Heer niet beter kunnen leren kennen dan wij nu doen. Wat wij nu van God weten is nog maar een heel klein beetje. Laten wij niet denken, dat wij nooit zover kunnen komen, dat wij met iemand kunnen bidden zonder dat wij hem of haar genezen zien worden. Laten wij niet zijn als die critici met hun beperkte verwachtingen en inzichten. God heeft grote plannen met ieder van ons. Laten wij vandaag dus weer vooruitgaan en zoals de man met de verschrompelde rechterhand zijn hand moest uitsteken, zo mogen ook wij onze handen uitstrekken in geloof en zien hoe God ons vult met zijn leven, met zijn liefde en zijn kracht.