Preekje op 04-08-2020, dinsdag in de 18e week door het jaar 2
Allemaal van harte welkom, mensen hier aanwezig, en de mensen die thuis via de livestream met ons meevieren.
Vandaag vieren wij de heilige pastoor van Ars. Jean-Marie Vianney werd in 1786 in de omgeving van Lyon geboren. Eerst na veel moeilijkheden overwonnen te hebben kon hij priester gewijd worden. Benoemd tot pastoor in het dorp Ars in het bisdom Belley, leidde hij zijn parochie op zeer bijzondere wijze door zijn voortdurende prediking, en bracht deze door zijn versterving, gebed en naastenliefde tot grote bloei. Als biechtvader had hij een grote naam en allerwegen kwam men naar hem toe om zijn geestelijke bijstand te vragen. Hij stierf in 1859.
In het evangelie van vandaag horen wij Onze Heer Jezus Christus zeggen, dat een mens niet bezoedeld wordt door wat de mond binnengaat, maar door wat de mond uitgaat.
Wat Jezus Christus hier doet is misschien wel zijn tegenstanders uitdagen, mensen die te veel nadruk leggen op rituele reinheid en tafelmanieren. Het kan ook zijn, dat Hij ons uitnodigt om ons taalgebruik hier en daar wat op te schonen.
Beide zaken kunnen waar zijn, maar in feite richt Jezus Christus zich op iets, dat dieper gaat. Aan zijn verklaring ligt de waarheid ten grondslag, dat de woorden, die wij gebruiken de gesteldheid van ons hart onthullen.
Wij allemaal kennen in onze omgeving wel mensen, die veel klagen en mopperen. En laten we eerlijk zijn: soms doen we daar wel een beetje aan mee. Maar als ons spreken doorspekt is van uitingen van wrok, negativiteit of teleurstelling, kan dat een teken zijn, dat wij niet in vrede met God leven. Hetzelfde kan waar zijn als we onszelf vaker vergelijken met andere mensen of jaloers spreken over wat iemand bezit of heeft bereikt.
Gelukkig geldt wat waar is voor het negatieve ook voor het positieve. We hebben zeker tijden gekend waarin wij ons bijzonder dicht bij de Heer hebben gevoeld. Misschien hebben we een bijzonder goede gebedstijd gehad. Of misschien hebben wij in de biecht een intense ervaring van vergeving gehad. Misschien hebben wij innerlijke vrede ervaren na een mooi gesprek met een medegelovige.
Deze houdingen komen ook uit onze mond en dus ook uit ons hart. Als er echte blijdschap is in ons hart, spreken wij lovende en vergevingsgezinde oorden tot de mensen om ons heen. De gaven en de vruchten van de heilige Geest – liefde, vrede, geduld, vreugde, vriendelijkheid, zachtmoedigheid en zelfbeheersing – zullen zowel onze gedachten als onze gesprekken bepalen.
Het is goed om geregeld even te denken aan Jezus’ inzicht inzake de nauwe verbinding tussen het hart en de mond. Het is een eenvoudige manier om ons te realiseren waar ons hart gedurende de dag mee bezig is. Als wij onszelf vriendelijke en liefdevolle woorden horen spreken, brengen wij dan dank aan God.
Als wij onszelf horen klagen en mopperen, verbaal uithalen naar andere mensen, stoppen wij dan even met wat wij aan het doen zijn en kijken wij even in ons hart, wat daar zich afspeelt. Naarmate wij gevoeliger worden voor deze innerlijke houdingen, kan de heilige Geest ons helpen om een heldere weerspiegeling te worden van zijn liefde, vrede en vreugde.