Preekje op 04-03-2021, donderdag in week 2 van de vasten

Preekje op 04-03-2021, donderdag in week 2 van de vasten

Openingswoord

Vandaag horen wij in het evangelie over de arme Lazarus en de rijke man, die iedere dag uitbundig feest vierde. We kunnen ons afvragen hoe rijk de rijke precies was, maar dat is niet zo belangrijk. Het vreselijke lot, dat hij uiteindelijk moest ondergaan – voor eeuwig naar de hel – was simpelweg het gevolg van een overmaat aan rijkdom én er niets van gebruiken voor zijn medemens in nood. De rijke man had heel veel goeds kunnen doen en zich daarmee een hoge plaats in de hemel kunnen verwerven, maar hij dacht alleen aan zichzelf en daarom belandde hij in de onderwereld.

Wij kunnen in zijn algemeenheid wel iets zeggen over de rijkdom van de man, want velen van ons, Nederlanders, leven in omstandigheden waar de rijke man jaloers op zou zijn geweest. Wij zijn opgegroeid in een samenleving waarin het normaal wordt geacht om één of meerdere auto’s te hebben, huizen, televisies en voedsel in overvloed. Als er geen corona zou zijn, zouden wij nog lekker uitgaan eten.

Maar niet al te ver weg zijn er mensen, die zichzelf gelukkig prijzen als zij één maaltijd per dag hebben en een hut of een tent hebben om in te slapen. De vraag is hoe wij reageren op deze onthutsende ongelijkheid.

De evangelielezing van vandaag biedt ons de kans om onze houding ten opzichte van rijkdom en macht te onderzoeken. Nadat Jezus zijn leer heeft verkondigd, heeft de Kerk uitgesproken, dat geld niet iets is, dat wij uitsluitend kunnen gebruiken, zoals wij dat zelf willen, ook niet als wij zelf voor dat geld hebben gewerkt. Ons geld, onze bezittingen, onze zegeningen, komen uiteindelijk van God en Hij wil, dat wij ze delen met zijn overige kinderen, vooral als wij veel meer hebben dan strikt nodig is. Geven aan behoeftigen is niet alleen een kwestie van vrijgevigheid of naastenliefde. Het is een kwestie van rechtvaardigheid. Het is iets, dat wij andere mensen schuldig zijn, omdat zij onze broeders en zusters zijn.

Het evangelieverhaal vertelt ons, dat wij de hemel een beetje dichter bij de aarde kunnen brengen, zelfs als het slechts één persoon zou betreffen. Als wij iemands lijden verlichten, helpen wij om Gods Koninkrijk werkelijkheid te maken, hier en nu. Wij worden een teken van de manier waarop de dingen in de hemel zullen zijn waar elke traan zal zijn afgeveegd en iedereen als gelijke zal worden behandeld. Daar zullen alle mensen broeders en zusters in Christus zijn.