Preekje op 03-09-2020, donderdag in de 22e week door het jaar 2, Paus Gregorius de Grote

Preekje op 03-09-2020, donderdag in de 22e week door het jaar 2, Paus Gregorius de Grote

Broeders en zusters, welkom. Vandaag vieren wij de heilige Paus Gregorius de Grote.

Hij werd rond 540 te Rome geboren als zoon van de Romeinse prefect Gordianus en matrone Silvia, die later zelf ook als heilige zou worden vereerd.

Mede op grond van zijn hoge komaf werd hij in 572 stadsprefect. De dood van zijn vader betekende een ommekeer in zijn leven. Hij liet zes kloosters bouwen op Sicilië, maakte van zijn ouderlijk paleis op de Clivo Scauri een benedictijner klooster en trad zelf in. Hij was vijf jaar pauselijk afgezant in Constantinopel en vijf jaar abt van zijn klooster. Stond vijf achtereenvolgende pausen met advies bij.

Op 3 september 590 werd hij zelf tot paus gekozen als opvolger van Pelagius II.

Hoe in 590 te Rome de pest tot staan werd gebracht

Dat Gregorius een organisatietalent had, moge blijken uit de geschiedenis die Gregorius van Tours over hem optekent. Paus Pelagius stierf op 7 februari van het jaar 590. Juist in de tijd dat Pelagius gestorven was, woedde de pest in de stad Rome. Er vielen honderden slachtoffers. Gregorius nam onmiddellijk de leiding in handen (hij zou in datzelfde jaar – op 3 september – tot Pelagius’ opvolger worden gekozen).

“Hij beval: ‘Laten alle kerkelijke bedienaren optrekken vanuit de kerk van de martelaren Cosmas en Damianus tezamen met de priesters van het zesde district. Laten alle abten met hun monniken optrekken vanuit de kerk van de heilige martelaren Gervasius en Protasius met de priesters van het vierde district. Laten alle abdissen met al hun verzamelde zusters optrekken vanuit de kerk van de heilige martelaren Marcellinus en Petrus tezamen met de priesters van het eerste district. Laten alle kinderen optrekken vanuit de kerk van de heilige martelaren Johannes en Paulus tezamen met de priesters van het tweede district. Laten alle leken optrekken vanuit de kerk van de eerste martelaar Sint Stefanus tezamen met de priesters van het zevende district. Laten al de weduwen optrekken vanuit de kerk van Sint Eufemia tezamen met de priesters van het vijfde district. Laten al de gehuwde vrouwen optrekken vanuit de kerk van de heilige martelaar Clemens tezamen met de priesters van het derde district. Laten we allemaal optrekken met gebeden en klaagzangen vanuit elk der aangewezen kerken om elkaar tenslotte te ontmoeten bij de kerk van de heilige Maagd Maria, de Moeder van onze Heer Jezus Christus, zodat we daar één grote langgerekte smeekbede richten tot onze Heer met tranen en zuchten en op die manier de vergeving van onze zonden waardig bevonden worden.’

Toen hij uitgesproken was, riep hij alle kerkelijke bedienaren bij elkaar met de opdracht om drie dagen achtereen psalmen te zingen en om vergiffenis te vragen voor alle bedreven zonden. Om drie uur verlieten alle koren hun kerk en trokken door de straten onder het zingen van Kyrie eleison (= Heer, ontferm U over ons).”

Toen de processie de brug over de Tiber naderde verscheen Michaël op het mausoleum van keizer Hadrianus met een vlammend zwaard in de hand. Hij stak het in de schede, alsof hij daarmee te kennen wilde geven dat het genoeg was. Sindsdien heet die burcht ‘de Engelenburcht’; ze werd omgedoopt tot een Michaëlskerk. Dat was op 25 april 590.

Dit alles tekende Gregorius van Tours op uit de mond van één van zijn diakens die bij dit alles zelf aanwezig was geweest.