Preekje op 03-03-2021, woensdag in week 2 van de vasten

Preekje op 03-03-2021, woensdag in week 2 van de vasten

Openingswoord

In de eerste lezing is er sprake van mensen, die de profeet Jeremia niet zo gunstig gezind zijn. Zij ergeren zich eraan, dat het de priesters nooit aan onderricht ontbreekt, dat de wijzen altijd goede raad kunnen geven en dat de profeten altijd maar weer woorden van God hebben. Zij nemen zich voor niet meer naar hen te luisteren. En zij beramen zelfs een aanslag op de profeet.

In de evangelielezing van vandaag zien wij een klein stukje van het grote gezin, de grote familie, die de Kerk is. Wij zien Jezus. Wij zien de twaalf apostelen. Er is sprake van de hogepriesters en de schriftgeleerden. De moeder van de zoon van Zebedeüs komt in beeld. Er wordt gesproken over de hemelse Vader. En tenslotte spreekt Jezus ook over de heersers der volkeren.

Ook al willen niet alle mensen op aarde horen bij de grote familie van God. Zij zijn wel schepselen van God en dus geroepen om deel uit te maken van die ene familie. En Jezus geeft in dit evangelie ook aan hoe al die verschillende familieleden met elkaar moeten omgaan: als dienaars van elkaar. Wie de eerste wil zijn, moet de dienaar van de anderen wezen, zoals ook de Mensenzoon niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen.

Een gezin bestaat uit de vader en de moeder en de kinderen, maar het gezin maakt weer deel uit van een nog wat groter verband, de familie. Grootouders, ooms en tantes, neven en nichten, allerlei generaties vormen samen een familie. Hoe sterker de familieband, hoe meer een werkelijke gemeenschap ontstaat tussen de verschillende generaties. Geen enkel gezin kan zonder het geheugen en de rijkdom die opa’s en oma’s, ooms en tantes inbrengen vanuit de wijsheid en levenservaring, die zij in de loop van hun leven hebben gekregen en waarop het gezin, ouders en kinderen, weer kunnen voortbouwen. Grootouders zijn vaak de waarborg voor de tedere liefde, die ieder menselijk persoon zo nodig heeft, in het bijzonder in de jonge levensjaren.

Ook dragen ouders en kinderen op hun beurt verantwoordelijkheid voor het welzijn van de generaties vóór hen, uit respect en dankbaarheid voor alles wat zij hebben opgebouwd en het leven dat zij hebben doorgegeven en voorgeleefd.

Vragen wij God, dat Hij zijn heilige Geest laat neerdalen, niet alleen over de gezinnen, maar ook over de families: dat de invloed van Jezus in een steeds wijdere kring mag doordringen en dat vanuit de families de geest van het evangelie weer mag doordringen in onze Nederlandse samenleving. Bidden wij om meer liefde en eenheid tussen allen verschillende bevolkingsgroepen in Nederland en dat wij allen uitgroeien tot echte dienaars van God en van elkaar, die niet allereerst uit zijn op eigen geluk en eigen gewin, maar die altijd eerst de eer en het welzijn van de ander zoeken.