Preekje op 01-09-2020, dinsdag in de 22e week door het jaar 2
Broeders en zusters, allemaal welkom. In het evangelie horen wij hoe Jezus de onreine geesten beveelt en hoe zij dan weggaan.
De heilige pastoor van Ars, de patroon van de parochiepriesters, leefde zulk een heilig leven, dat hij ongewild vaak de aandacht van de duivel trok. Vele verhalen vertellen hoe, nacht na nacht, de duivels de heilige pastoor lastigvielen om hem uit te putten en zo te verhinderen dat hij kon biechthoren. Het viel de pastoor op dat de aanvallen talrijker waren als de dag daarop een grote zondaar kwam. Bij zulk een gelegenheid werd zelfs zijn bed in brand gestoken.
Evenals het geval van demonische bezetenheid, dat wij in het evangelie van vandaag zien, zijn fysieke aanvallen van de duivel zeer uiterst zeldzaam, gelukkig.
Maar dat wij niet op deze manier met de duivel hoeven te vechten, wil natuurlijk niet zeggen dat hij niet probeert om het ook ons lastig te maken. Hij bestaat werkelijk en hij haat ons ten diepste.
Ons is de belofte gegeven van het eeuwige leven in de hemel, iets wat de duivel verloren heeft door zijn rebellie tegen God. Zijn voornaamste doel is dan ook ons leven even ellendig te maken als het zijne.
Dat is de reden waarom satan en zijn demonen altijd proberen ons te onderdrukken, het kan zijn door een geest van luiheid, van wellust, gulzigheid, trots, en op vele andere manieren.
De duivels proberen ook de niet-zondige elementen van onze emoties, als angst en ongerustheid, te gebruiken om ons van ons stuk te brengen en om zo te verhinderen, dat wij Jezus kunnen ontmoeten. Daarom moeten wij nooit de geestelijke aspecten van onze zonden en onze beproevingen verwaarlozen. Het is zoals de heilige apostel Petrus zegt, dat de duivel rondgaat als een brullende leeuw op zoek naar een prooi om te verslinden.
Wat kunnen wij doen als wij denken, dat wij door de duivel worden lastiggevallen?
Op de eerste plaats natuurlijk moeten wij ons tot God wenden. Wij moeten zeker niet alleen op onze eigen kracht vertrouwen. Vragen wij de Heer om welke lastige geest dan ook te verdrijven. Stellen wij ons vertrouwen op de kracht van Jezus’ Naam. Zijn Naam is het ultieme wapen in de strijd tegen de machten van de hel. Laat Jezus deze boze geesten maar aanpakken, dan zullen wij verlichting vinden.
We kunnen die lastige geesten naar het heilig Kruis sturen, waar Jezus hen onderhanden kan nemen en ons kan bevrijden. Wij zullen er versteld van staan hoe wij erop kunnen vertrouwen, dat wij met Jezus Christus alles aankunnen.
Danken wij Jezus, dat Hij in de strijd tegen de duivel ons zijn Naam heeft gegeven. Aan ons is de zegen en de eer, de wijsheid en de dankzegging en de kracht en de macht voor altijd.