Preekje op 01-03-2021, maandag in week 2 van de vasten

Preekje op 01-03-2021, maandag in week 2 van de vasten

Openingswoord

Wij horen Jezus strakjes in het evangelie zeggen: Geeft en u zal gegeven worden: een goede, gestampte, geschudde en overlopende maat zal men u in de schoot storten.

De meeste peuters hebben er geen probleem mee om de betekenis te leren van de woorden ‘de mijne’. Zij moeten echter wel via een moeizaam proces geleerd krijgen wat het betekent om te delen. In het begin zijn veel kinderen alleen maar bereid om te delen als zij door hun ouders daartoe worden aangezet. Maar naarmate kinderen groeien beginnen zij door te krijgen, dat als zij ook maar enkele vrienden willen hebben, dat het dan belangrijk is om te delen.

Helaas hebben veel mensen tot in hun volwassenheid last van die kinderlijke opvatting “wat van mij is, is voor mij”. Dat is de reden waarom Jezus zoveel tijd heeft besteed aan het aanleren van een andere opvatting, een onzelfzuchtige manier van geven. Preek naar preek probeerde Jezus de mensen duidelijk te maken, dat in de mate dat wij onszelf leegmaken en onszelf aan andere mensen geven, in diezelfde mate hebben wij ruimte om de goede dingen te ontvangen, die God voor ons in petto heeft. En zijn voorraad goede dingen zal nooit leegraken. God is een oneindige bron van goedheid.

Zijn geschenken aan ons kunnen variëren van wijsheid tot onderscheidingsvermogen, van geduld tot evangelisatie. Zijn gaven kunnen voor ons een praktische hulp zijn om om te gaan met een minicrisis in de familie of zij kunnen ons helpen om stand te houden in het geloof als er nare dingen gebeuren.

Als we God in ons hart ook maar een beetje ruimte geven, dan zal Hij antwoorden door een immense hoeveelheid genade in ons uit te storten. Kijken wij bijvoorbeeld naar de heilige Eucharistie: zij bevat zoveel gaven, en wij hoeven alleen maar te komen om ze te kunnen ontvangen! De kleine heilige Teresia van Lisieux zei eens: Je hoeft jezelf maar een klein beetje te openen, zodat het Brood van de engelen als een goddelijke dauw je kan sterken en je alles geeft wat je nodig hebt. Ik denk dat zij met “jezelf maar een klein beetje te openen” bedoelt, dat je je mond maar een klein beetje hoeft open te doen. In die tijd ging natuurlijk nog iedereen op de tong te communie.

Slaan wij vandaag dus onze ogen op naar de hemel en richten wij onze ogen op de Heer. Wachten wij af welke gaven Hij voor ons heeft. Beseffen wij, dat hoe meer gaven wij gebruiken en delen met anderen, hoe meer Hij ons zal geven. Laten wij om ons heen kijken. Zien wij bepaalde noden in onze familie? In onze kerk? Bij mensen in onze buurt? Als wij geven zal God op zijn beurt weer aan ons geven. Het is niet een kwestie van zelf je uiterste best doen, maar van ontvangen al wat Hij ons te bieden heeft.