Preek op 28-03-2024, Witte Donderdag, jaar B, pastoor Frank Domen
Openingswoord
Broeders en zusters, allemaal van harte welkom. Welkom ook de vormelingen en hun families. Op deze heilige avond denken wij eraan, dat Onze Heer Jezus Christus en zijn leerlingen voor de laatste keer bij elkaar kwamen, in de zaal van het Laatste Avondmaal, het cenakel. Het was een heel bijzondere maaltijd. Normaal gesproken gaat het om ‘iets’ wat wij eten, verschillende soorten voedsel, nu gaat het om ‘Iemand’, die zichzelf geeft. Het is een liefdemaal.
Jezus was van zijn Vader uitgegaan, van de hemel naar de aarde, en Hij zou de volgende dag weer naar zijn Vader terugkeren. En toch wilde Hij ook bij ons blijven. Daarom deze maaltijd. Hij gaf aan zijn Kerk de Sacramenten van Priesterschap en Eucharistie, de Communie. En Hij zei: Blijft dit doen om aan Mij te denken.
In de persoon van de priester breekt Jezus Christus het brood; Hij reikt ons de wijn aan en zegt: Dit is mijn Lichaam, dit is mijn Bloed.
Geloven wij toch in dit prachtige wonder. Het is een goddelijk cadeau.
Voor de keren, dat wij hebben getwijfeld en misschien met te weinig eerbied zijn omgegaan met dit heilig Sacrament, vragen wij samen om vergeving.
Openingsgebed
Laat ons bidden. God, wij herdenken en vieren het heilig avondmaal, toen uw eniggeboren Zoon het nieuwe offer en de maaltijd van zijn liefde voor altijd aan de kerk heeft toevertrouwd, voordat Hij zich overleverde aan de dood. Wij vragen U: mogen wij in dit grote mysterie de bron vinden van liefde en leven in overvloed. Door …
Preek
Broeders en zusters, het woordje ‘geloof’ houdt in, dat wij het hebben over zaken waar wij best wel wat over weten, maar wij kunnen ze niet hard maken. Wij kunnen bijvoorbeeld het bestaan van God niet met een wetenschappelijk experiment bewijzen. En omdat wij met een God te maken hebben, gaat het sowieso over zaken, die ons menselijk verstand ver te boven gaan. Wij hebben geen vergelijkbare zaken in onze eigen ervaringswereld. Daarom hebben wij de heilige Geest nodig om ook maar een beetje te kunnen begrijpen wat de Heer Jezus Christus ons wil zeggen.
In zijn eerste brief aan de christenen van Korinte (2, 9-10) zegt Paulus, dat het geloof te maken heeft met dingen, die geen oog heeft gezien, geen oor heeft gehoord, en dat geen mens het zich kan voorstellen wat God bereid heeft voor die Hem liefhebben, máár … zegt Paulus dan … aan óns – apostelen – heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest van God doorgrondt alles, zelfs de diepste geheimen van God. Laten wij dus de heilige Geest te hulp roepen om deze grote dagen van het Paastriduüm te kunnen begrijpen. Laten wij niet onze eigen inzichten en ideeën volgen, maar de uitleg, die de apostelen zelf hebben gegeven. Zíj hebben de openbaring gekregen.
Deze heilige drie dagen – Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Pasen – beginnen met de voetwassing. Jezus wil dienaar zijn. Hij maakt zichzelf klein als een hulpje in de huishouding, als een soort slaaf van God en van alle mensen, zoals Hij zichzelf aan het begin van zijn openbare leven klein maakte door bij de doop in de Jordaan tussen de zondaars te gaan staan. Jezus zei zelf ooit, dat wie zichzelf klein maakt, die zal door God groot gemaakt worden, van binnen. Maar Jezus maakt zich niet alleen maar klein om ooit eens door God op een ereplaats gezet te worden. Dat Hij een Helper wil zijn heeft ook alles te maken met de mensen voor wíe Hij een helper wil zijn. Want als Hij de apostelen uitlegt wat Hij heeft gedaan, gebruikt Hij de woorden “mijn deelgenoot” en Hij zegt: “Ik heb u een voorbeeld gegeven”.
Als Jezus mensen de voeten wast, worden zij zijn deelgenoten, zeg maar: lid van de Jezus-club. Zij mogen delen in wat Hij meemaakt. Zij zullen niet alleen met Hem sterven, maar ook met Hem verrijzen. Dat wij ooit deel krijgen aan zijn verrijzenis is iets wat wij cadeau krijgen. Zoals iemand ons kan laten delen in een geldprijs, die hij gewonnen heeft, zonder dat wij er zelf iets voor hebben gedaan, zo laat Christus ons delen in wat Hij door zijn lijden en sterven heeft verdiend: de verrijzenis.
Tussen haakjes, de voetwassing mogen wij zien als een verwijzing naar ons doopsel. Ook wij zijn dus allemaal door Onze Heer Jezus Christus gewassen. Door het werk van de priester heeft Christus ons deelgenoot gemaakt van het grote geheim van zijn lijden, sterven en verrijzen.
Maar de Heer Jezus Christus sprak niet alleen van ‘deelgenoot zijn’, Hij had het er ook over, dat Hij ons een voorbeeld heeft gegeven. Door het ‘deelgenoot zijn’ hebben wij eigenlijk al recht op de verrijzenis, maar Hij verwacht wel, dat wij zijn goede voorbeeld proberen te volgen. Eerst gaf Hij een voorbeeld van wat wij moeten doen: ons dienstbaar maken. En dan kun je je afvragen: hoe ver moet ik daarin gaan? En dan zegt Hij: tot het uiterste! Daarom veranderde Hij nog tijdens diezelfde maaltijd voor de eerste keer brood in zijn Lichaam, wijn in zijn Bloed. Daarom ook gaf Hij de volgende dag aan het kruis zijn Lichaam en Bloed, zijn leven.
Ook dat mogen wij vandaag vieren. Niet alleen herdenken, aan terugdenken, maar opnieuw tegenwoordig stellen. Als God de Vader vanuit de hemel op ons altaar neerkijkt, ziet Hij zijn stervende Zoon, die uit gehoorzaamheid aan de Vader en uit liefde voor ons zijn leven offert.
Voor sommige mensen is het moeilijk om dit te kunnen geloven. Toch is het zo en niet anders, al twintig eeuwen. Als wij er moeite mee hebben, laten wij dan bidden om het inzicht dat de heilige Geest ons kan geven. En bedenken wij toch, dat wij hier met een God te maken hebben. Heel Jezus’ optreden straalde zijn godheid uit. Hij deed lammen lopen, blinden zien. Hij sprak op zo’n manier, dat de mensen onder elkaar spraken over een nieuwe leer met gezag, want de duivels werden uitgedreven door een enkel woord. Zelfs zijn sterven was goddelijk, want de Romeinse honderdman, die gezien had onder welke omstandigheden Jezus was gestorven, zei: Waarlijk, deze mens was een zoon van God.
Beste medegelovigen, is het niet heerlijk om vreugde en verdriet met elkaar te mogen te delen? Maar zo wil ook Christus bij ons zijn, door zijn Priesterschap, door de Eucharistie, de heilige Communie. Hij is nog dichter bij ons dan wij elkaar nabij kunnen zijn. Hij is in ons.
Danken wij God voor deze allergrootste schat op aarde. En ontvangen wij de heilige Communie altijd met de allergrootste eerbied.
Laten wij nu gaan zien hoe Jezus zijn apostelen de voeten waste, maar laten wij niet alleen toekijken, maar ook vragen om ook zelf van binnen helemaal schoon te mogen zijn, schoon als een kind van God. Amen.